3BD (ma): herhaling hoofdstuk 5

3BD (ma): herhaling hoofdstuk 5
Les van mevrouw Lesman
  • Ga zitten via de plattegrond
  • Doe de iPad weg
Vandaag: herhaling voor de toets 
timer
3:00
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3BD (ma): herhaling hoofdstuk 5
Les van mevrouw Lesman
  • Ga zitten via de plattegrond
  • Doe de iPad weg
Vandaag: herhaling voor de toets 
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Planning voor vandaag:

  • Aandacht lastige onderdelen/begrippen
  • Kahoot
  • Afsluiting

Slide 4 - Tekstslide

1. Ik kan 5 basisbehoeften noemen als reden om te werken.
2. Ik kan 6 manieren noemen om een baan te vinden
3. Ik kan uitleggen wat sociale ongelijkheid is
4. Ik kan het verschil tussen een elitecultuur en een massacultuur uitleggen
5. Ik kan uitleggen wat de maatschappelijke ladder is en hoe mensen kunnen dalen en stijgen op die ladder.
6. Ik kan uitleggen wat het verschil tussen positieverwerving en positietoewijzing is
7. Ik kan noemen wat het welzijnsdilemma is en welke waarden erbij horen
8. Ik kan uitleggen dat Nederland in het verleden anders omging met het welzijnsdilemma dan nu
9. Ik kan 2 landen noemen die anders omgaan met het welzijnsdilemma.
10. Ik kan 5 grondwetsartikelen noemen die passen bij het welzijnsdilemma


Slide 5 - Tekstslide

1. Ik kan 5 basisbehoeften noemen als reden om te werken.
2. Ik kan 6 manieren noemen om een baan te vinden
3. Ik kan uitleggen wat sociale ongelijkheid is
4. Ik kan het verschil tussen een elitecultuur en een massacultuur uitleggen
5. Ik kan uitleggen wat de maatschappelijke ladder is en hoe mensen kunnen dalen en stijgen op die ladder.
6. Ik kan uitleggen wat het verschil tussen positieverwerving en positietoewijzing is
7. Ik kan noemen wat het welzijnsdilemma is en welke waarden erbij horen
8. Ik kan uitleggen dat Nederland in het verleden anders omging met het welzijnsdilemma dan nu
9. Ik kan 2 landen noemen die anders omgaan met het welzijnsdilemma.
10. Ik kan 5 grondwetsartikelen noemen die passen bij het welzijnsdilemma


Slide 6 - Tekstslide

Sociale ongelijkheid:  (ongelijke verdeling van macht, aanzien en bezit) 

Slide 7 - Tekstslide

Sociale ongelijkheid:  (ongelijke verdeling van macht, aanzien en bezit) 
Zorgt ervoor dat mensen op verschillende treden van de maatschappelijke ladder staan. 

Slide 8 - Tekstslide

 Dalen of stijgen

Slide 9 - Tekstslide

 Dalen of stijgen

Slide 10 - Tekstslide

 Dalen of stijgen

Slide 11 - Tekstslide

 Dalen of stijgen

Slide 12 - Tekstslide

 Dalen of stijgen

Slide 13 - Tekstslide

 Dalen of stijgen

Slide 14 - Tekstslide

 Dalen of stijgen

Slide 15 - Tekstslide

Positieverwerving en positietoewijzing

Slide 16 - Tekstslide

Positieverwerving en positietoewijzing

Slide 17 - Tekstslide

Positieverwerving en positietoewijzing

Slide 18 - Tekstslide

Positieverwerving en positietoewijzing

Slide 19 - Tekstslide

Positieverwerving en positietoewijzing

Slide 20 - Tekstslide

Het welzijnsdilemma: 
Hoeveel moet de overheid zorgen voor haar burgers?

Slide 21 - Tekstslide

Het welzijnsdilemma
Links: bestaanszekerheid

Slide 22 - Tekstslide

Het welzijnsdilemma
Links: bestaanszekerheid
Rechts: eigen verantwoordelijkheid

Slide 23 - Tekstslide

Links: bestaanszekerheid
Rechts: eigen verantwoordelijkheid
Midden: solidariteit

Slide 24 - Tekstslide

Links: bestaanszekerheid
Rechts: eigen verantwoordelijkheid
Midden: solidariteit
Verzorgingsstaat

Slide 25 - Tekstslide

Links: bestaanszekerheid
Rechts: eigen verantwoordelijkheid
Midden: solidariteit
Verzorgingsstaat
Participatiesamenleving

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link

  1. Ik kan 5 basisbehoeften noemen als reden om te werken.
  2. Ik kan 6 manieren noemen om een baan te vinden
  3. Ik kan uitleggen wat sociale ongelijkheid is
  4. Ik kan het verschil tussen een elitecultuur en een massacultuur uitleggen
  5. Ik kan uitleggen wat de maatschappelijke ladder is en hoe mensen kunnen dalen en stijgen op die ladder.
  6. Ik kan uitleggen wat het verschil tussen positieverwerving en positietoewijzing is
  7. Ik kan noemen wat het welzijnsdilemma is en welke waarden erbij horen
  8. Ik kan uitleggen dat Nederland in het verleden anders omging met het welzijnsdilemma dan nu: verzorgingsstaat en participatiesamenleving
  9.  Ik kan 2 landen noemen die anders omgaan met het welzijnsdilemma.
  10. Ik kan 5 grondwetsartikelen noemen die passen bij het welzijnsdilemma



Slide 28 - Tekstslide