De Vurige Wereld van Vulkanen

De Vurige Wereld van Vulkanen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De Vurige Wereld van Vulkanen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Vurige Wereld van Vulkanen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Vurige Wereld van Vulkanen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Vurige Wereld van Vulkanen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van deze les kan je beschrijven hoe een vulkaan ontstaat.

Slide 5 - Tekstslide

Introduceer het leerdoel van de les aan de studenten.
Wat weet jij al over vulkanen?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een vulkaan?
Een vulkaan is een opening in de aardkorst waardoor magma, as en gas naar buiten komen.

Slide 7 - Tekstslide

Definieer het begrip 'vulkaan' en leg kort uit wat er uit een vulkaan komt.
Hoe ontstaat een vulkaan?
Een vulkaan ontstaat door plaattektoniek. Wanneer twee platen tegen elkaar botsen, schuift de ene plaat onder de andere. De onderste plaat smelt dan en vormt magma. Dit magma stijgt op en vormt een vulkaan.

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit hoe een vulkaan ontstaat en gebruik eventueel een afbeelding.
Soorten vulkanen
Er zijn drie soorten vulkanen: schildvulkanen, stratovulkanen en kegelvulkanen.

Slide 9 - Tekstslide

Beschrijf kort de drie soorten vulkanen en gebruik eventueel afbeeldingen.
Schildvulkanen
Schildvulkanen hebben een brede basis en een flauwe helling. Ze ontstaan wanneer magma rustig uit de vulkaan stroomt.

Slide 10 - Tekstslide

Leg uit hoe een schildvulkaan eruit ziet en hoe deze ontstaat.
Stratovulkanen
Stratovulkanen hebben een steile helling en een puntige top. Ze ontstaan wanneer een vulkaanuitbarsting afwisselt tussen explosieve en rustige periodes.

Slide 11 - Tekstslide

Leg uit hoe een stratovulkaan eruit ziet en hoe deze ontstaat.
Kegelvulkanen
Kegelvulkanen hebben een steile helling en een ronde top. Ze ontstaan wanneer magma zich ophoopt rondom een opening in de aardkorst.

Slide 12 - Tekstslide

Leg uit hoe een kegelvulkaan eruit ziet en hoe deze ontstaat.
Vulkaanuitbarstingen
Vulkaanuitbarstingen kunnen explosief of rustig zijn. Bij een explosieve uitbarsting wordt er veel gas en as uitgestoten, terwijl bij een rustige uitbarsting voornamelijk magma uit de vulkaan stroomt.

Slide 13 - Tekstslide

Beschrijf hoe een vulkaanuitbarsting kan zijn en wat er tijdens een uitbarsting gebeurt.
Vulkaanring van Vuur
De Vulkaanring van Vuur is een gebied rondom de Grote Oceaan waar veel vulkanen te vinden zijn. Hier komen veel aardbevingen en vulkaanuitbarstingen voor.

Slide 14 - Tekstslide

Leg uit wat de Vulkaanring van Vuur is en waarom er zoveel vulkanen te vinden zijn.
Beroemde vulkanen
Er zijn veel beroemde vulkanen, zoals de Vesuvius in Italië, de Etna op Sicilië en de Mount Fuji in Japan.

Slide 15 - Tekstslide

Benadruk dat er veel beroemde vulkanen zijn en noem er een aantal.
Vulkaanquiz
Test je kennis over vulkanen! Kies het juiste antwoord.

Slide 16 - Tekstslide

Maak een korte quiz met 5-10 vragen om te zien of de studenten de lesstof begrepen hebben.
Vragen
Heb je nog vragen over vulkanen?

Slide 17 - Tekstslide

Geef de studenten de kans om vragen te stellen en beantwoord deze zorgvuldig.
Einde van de les
Bedankt voor het leren over vulkanen!

Slide 18 - Tekstslide

Rond de les af en geef eventueel nog huiswerkopdrachten.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 19 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 20 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 21 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.