6.4 Klimaatgebieden

De agenda voor de komende 8 weken
Week 2
Week 3
Week 4
Week 5
Week 6
Week 7
Week 8
3.1




3.3
4.2

3.4
4.3
PW
6.3
6.1 & 6.2


6.4
6.2 & 6.3
Weerkaart
6.4
Lesdoelen
Basis:
Je weet wat een levensbeschouwing is en je kunt daar voorbeelden van geven.
Je kunt uitleggen wat vrijheid van godsdienst betekent.
Je weet wat wereldgodsdiensten zijn en waar deze voorkomen.
Je kunt uitleggen wat er bedoeld wordt met de scheiding van kerk en staat.

Verdieping:
Je kunt beschrijven op welke manier het christendom in Nederland werd verspreid
Je kunt beschrijven hoe heel Europa christelijk werd
Je kunt uitleggen hoe de christelijke en Germaanse culturen werden vermengd
Je kunt uitleggen waardoor geestelijken belangrijk waren in de samenleving
Lesdoelen
Basis:
Je weet dat bepaalde symbolen, helden en rituelen kenmerkend zijn voor een cultuur.
Je kunt voorbeelden geven van waarden en normen en je kunt uitleggen wat met respect bedoeld wordt.
Je kunt voorbeelden geven van feiten en meningen en je kunt een standpunt onderbouwen met argumenten.
Verdieping:
Je kunt uitleggen waardoor boeren in de landbouwsamenleving halfvrij waren
Je kunt beschrijven hoe de landbouw was georganiseerd
Je kunt uitleggen welke sociale verhoudingen er waren
Je kunt benoemen welke handel er was
Lesdoelen
(5) beschrijven welke natuurrampen ontstaan langs de Ring van Vuur;

Lesdoelen
Basis:
Je begrijpt het verschil tussen weer en klimaat en je kunt een klimaatgrafiek aflezen.
Je weet dat de breedteligging invloed heeft op de temperatuur.
Je weet dat de hoogte van het landschap invloed heeft op de temperatuur.
Je begrijpt hoe seizoenen ontstaan en je kunt uitleggen welke invloed seizoenen op de temperatuur hebben.
Verdieping:
Je kunt uitleggen wat de invloed van de breedte ligging is op de termperatuur in Europa
Je weet in welke luchtstreken Europa ligt
Je kunt uitleggen wat de invloed van de golfstroom is op de temperatuur in Europa
Je kunt uitleggen wat de invloed van aanlandige westenwinden is op de temperatuur in Europa
Je kunt de kenmerken van de vorm van Europa beschrijven.
Je kent de kenmerken van het relief van Europa

Lesdoelen
Basis:
Je weet wat een klimaatgebied is en welke klimaatgebieden op lage breedte liggen.
Je weet welke klimaatgebieden op gematigde breedte liggen.
Je weet welke klimaatgebieden op hoge breedte liggen.
Je begrijpt waarom er verschillende plantenzones zijn vanaf de evenaar naar de polen en je weet welke dat zijn.

Verdieping
Je kent het verband tussen het relief en de temperatuur (hoe hoger, hoge kouder)
Je kent het verband tussen het relief en de neerslag (stuwingsregen en regenschaduw)
Je kent de kenmerken van belangrijkste klimaten in Europa
Je kunt beschrijven welke plantengroei in deze klimaten voorkomen
Lesdoelen
- Je weet welke kenmerken de klimaatverandering in Europa heeft
- Je weet dat klimaatveranderingen altijd voorkomen
- Je kunt het verschil tussen de temperatuurstijging in het verleden en nu beschrijven
- Je weet wat de gevolgen van klimaatverandering zijn in koude gebieden
- Je weet wat de gevolgen van klimaatverandering zijn in droge gebieden
- Je leert onderzoek doen en dit te presenteren


Passende afbeelding
Lesdoelen
  • Je weet hoe Karel de Grote het Frankische rijk uitbreidde.
  • Je kunt uitleggen hoe het Karel de Grote zijn rijk bestuurde. 
  • Je kunt uitleggen hoe in het Frankische rijk het christelijk geloof verspreid werd en welke rol geestelijken daarin speelden.
  • Je kunt uitleggen hoe in de tijd van Karel de Grote de samenleving georganiseerd was.
Alleen bij Havowens: 

Je kunt uitleggen hoe politieke verdeeldheid en onveiligheid ontstonden na Karels dood
Je kunt uitleggen welke plaats ridders hadden in de samenleving
    Iedereen hetzelfde = zwart. Basis = Oranje. Verdieping = paars
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De agenda voor de komende 8 weken
Week 2
Week 3
Week 4
Week 5
Week 6
Week 7
Week 8
3.1




3.3
4.2

3.4
4.3
PW
6.3
6.1 & 6.2


6.4
6.2 & 6.3
Weerkaart
6.4
Lesdoelen
Basis:
Je weet wat een levensbeschouwing is en je kunt daar voorbeelden van geven.
Je kunt uitleggen wat vrijheid van godsdienst betekent.
Je weet wat wereldgodsdiensten zijn en waar deze voorkomen.
Je kunt uitleggen wat er bedoeld wordt met de scheiding van kerk en staat.

Verdieping:
Je kunt beschrijven op welke manier het christendom in Nederland werd verspreid
Je kunt beschrijven hoe heel Europa christelijk werd
Je kunt uitleggen hoe de christelijke en Germaanse culturen werden vermengd
Je kunt uitleggen waardoor geestelijken belangrijk waren in de samenleving
Lesdoelen
Basis:
Je weet dat bepaalde symbolen, helden en rituelen kenmerkend zijn voor een cultuur.
Je kunt voorbeelden geven van waarden en normen en je kunt uitleggen wat met respect bedoeld wordt.
Je kunt voorbeelden geven van feiten en meningen en je kunt een standpunt onderbouwen met argumenten.
Verdieping:
Je kunt uitleggen waardoor boeren in de landbouwsamenleving halfvrij waren
Je kunt beschrijven hoe de landbouw was georganiseerd
Je kunt uitleggen welke sociale verhoudingen er waren
Je kunt benoemen welke handel er was
Lesdoelen
(5) beschrijven welke natuurrampen ontstaan langs de Ring van Vuur;

Lesdoelen
Basis:
Je begrijpt het verschil tussen weer en klimaat en je kunt een klimaatgrafiek aflezen.
Je weet dat de breedteligging invloed heeft op de temperatuur.
Je weet dat de hoogte van het landschap invloed heeft op de temperatuur.
Je begrijpt hoe seizoenen ontstaan en je kunt uitleggen welke invloed seizoenen op de temperatuur hebben.
Verdieping:
Je kunt uitleggen wat de invloed van de breedte ligging is op de termperatuur in Europa
Je weet in welke luchtstreken Europa ligt
Je kunt uitleggen wat de invloed van de golfstroom is op de temperatuur in Europa
Je kunt uitleggen wat de invloed van aanlandige westenwinden is op de temperatuur in Europa
Je kunt de kenmerken van de vorm van Europa beschrijven.
Je kent de kenmerken van het relief van Europa

Lesdoelen
Basis:
Je weet wat een klimaatgebied is en welke klimaatgebieden op lage breedte liggen.
Je weet welke klimaatgebieden op gematigde breedte liggen.
Je weet welke klimaatgebieden op hoge breedte liggen.
Je begrijpt waarom er verschillende plantenzones zijn vanaf de evenaar naar de polen en je weet welke dat zijn.

Verdieping
Je kent het verband tussen het relief en de temperatuur (hoe hoger, hoge kouder)
Je kent het verband tussen het relief en de neerslag (stuwingsregen en regenschaduw)
Je kent de kenmerken van belangrijkste klimaten in Europa
Je kunt beschrijven welke plantengroei in deze klimaten voorkomen
Lesdoelen
- Je weet welke kenmerken de klimaatverandering in Europa heeft
- Je weet dat klimaatveranderingen altijd voorkomen
- Je kunt het verschil tussen de temperatuurstijging in het verleden en nu beschrijven
- Je weet wat de gevolgen van klimaatverandering zijn in koude gebieden
- Je weet wat de gevolgen van klimaatverandering zijn in droge gebieden
- Je leert onderzoek doen en dit te presenteren


Passende afbeelding
Lesdoelen
  • Je weet hoe Karel de Grote het Frankische rijk uitbreidde.
  • Je kunt uitleggen hoe het Karel de Grote zijn rijk bestuurde. 
  • Je kunt uitleggen hoe in het Frankische rijk het christelijk geloof verspreid werd en welke rol geestelijken daarin speelden.
  • Je kunt uitleggen hoe in de tijd van Karel de Grote de samenleving georganiseerd was.
Alleen bij Havowens: 

Je kunt uitleggen hoe politieke verdeeldheid en onveiligheid ontstonden na Karels dood
Je kunt uitleggen welke plaats ridders hadden in de samenleving
    Iedereen hetzelfde = zwart. Basis = Oranje. Verdieping = paars

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
Maandag
Dinsdag
Donderdag
Vrijdag
Je weet wat een klimaatgebied is.

Je weet welke klimaatgebieden op lage, gematigde en hoge breedte  liggen. 
Je kunt de kenmerken van de vorm van Europa beschrijven.

Maak je eigen klimaatspel
Je herhaalt de kenmerken van de klimaten met het maken (en spelen van je klimaatspel)

Herhaling:
seizoenen.
Je begrijpt waarom er verschillende plantenzones zijn vanaf de evenaar naar de polen en je weet welke dat zijn.

Je kunt de kenmerken van de vorm van Europa beschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Klimaatgebieden

Slide 3 - Tekstslide

Tropisch klimaat: 
Dicht bij de evenaar. Altijd warmer dan 18˚C. Altijd veel neerslag.

Slide 4 - Tekstslide

Woestijnklimaat: 
Iets verder weg van de evenaar. Zeer hoge temperaturen. Weinig tot geen neerslag

Slide 5 - Tekstslide

Middelandse zeeklimaat: 
Klimaat met droge, warme zomers en zachte natte winters. 

Slide 6 - Tekstslide

Zeeklimaat
Zachte winters en koele zomers. Veel neerslag.
Loofboom

Zeeklimaat: 
Zachte winters en koele zomers. Veel neerslag.
Loofboom

Slide 7 - Tekstslide

Zeeklimaat
Zachte winters en koele zomers. Veel neerslag.
Loofboom

Landklimaat: 
Hele koude winters , hele warme zomers, naaldbossen 

Slide 8 - Tekstslide

Zeeklimaat
Zachte winters en koele zomers. Veel neerslag.
Loofboom

Poolklimaat: 
In de warmste maand nooit warmer dan 10°C. Dit poolklimaat vind je in de buurt van de polen, maar ook hoog in de bergen. Er groeien meer planten.

Slide 9 - Tekstslide

Droge klimaten
  • steppeklimaat    : droog klimaat (200-400 mm neerslag p/jr); minder                                 droog dan woestijnklimaat
  • woestijnklimaat : droog klimaat (0-200 mm neerslag p/jr)



Slide 10 - Tekstslide

Poolklimaat
Twee varianten:
              Toendraklimaat                                       Poolklimaat

Slide 11 - Tekstslide

Hooggebergte klimaat
  • Het lijkt heel erg op het poolklimaat
  • Kan op elke breedte voorkomen

Slide 12 - Tekstslide

Wat voor klimaat heeft Nederland?
A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Zeeklimaat
D
Landklimaat

Slide 13 - Quizvraag

Wat wil jij nu gaan doen?
Ik wil gelijk aan de slag met het maken van de kwartetkaarten
Ik kom bij mevrouw Janssen en herhaal het leerdoel over seizoenen

Slide 14 - Poll