Afronding periode 3 Havo 3

We gaan nu 10 minuten lezen
timer
10:00
literatuur lezen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

We gaan nu 10 minuten lezen
timer
10:00
literatuur lezen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Periode 3 afronden:
- overzicht portfolio
- waaieropdracht maken over laatste gelezen boek. ( huiswerk ma 15 april)
- start schrijven 6
Lesdoelen: je kunt een opdracht maken uit de waaier waarin je reflecteert op je 3e gelezen boek.

Slide 2 - Tekstslide

Wat zit er aan het eind van het schooljaar in je portfolio?
- Leesautobiografie
- Boekenlijst (minimaal vier boeken)
- Artikel/flyer lezen / schrijven 6
- Voorbereiding boekenpraat periode 1/2
- Opdracht Drone
- Waaieropdracht boek periode 3
- Poëziedossier (periode 4)
- Recensie boekverwerkingsopdracht (periode 4)

Slide 3 - Tekstslide

De waaier
Ga naar de classroom en kijk mee!
Snap je wat er van je wordt verwacht dan ga je aan de slag met een van de opdrachten. Na 20 minuten check ik wat er is gedaan en bespreken we de resultaten.
timer
20:00

Slide 4 - Tekstslide

Lezen / Schrijven 6

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 1: Je denkt terug aan een situatie die je nog niet zo lang geleden meegemaakt hebt. Dit kan iets leuks, grappig of bijzonder zijn. Het mag van alles zijn.

Je krijgt 1 minuut de tijd.
timer
1:00

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 2: De situatie is zo bijzonder dat je hem graag met vrienden wilt delen op sociale media.

Je vertelt in ongeveer vijftig woorden wat je hebt meegemaakt. Schrijf het bericht.


Slide 7 - Tekstslide

Je bent nu al aardig bezig met samenvatten. Die bijzondere gebeurtenis heb je in ongeveer vijftig woorden samengevat. Maar we gaan nog een stapje verder.

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 3: Je deelt het bericht nog een keer, maar je maakt het nu wat korter. 
Werk samen met een klasgenoot.

Bekijk elkaars bericht van opdracht 2.
Herschrijf het bericht van je klasgenoot tot een korter bericht.
Gebruik niet meer dan 25 woorden (de helft). Zorg ervoor dat alleen de belangrijkste informatie overblijft.

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 4: Duidelijk in één zin
Stel je voor dat jouw situatie gebruikt wordt voor een krant of tijdschrift. Wat zou dan de titel van die tekst kunnen zijn?

Bedenk de titel (een korte zin) die past bij jouw gebeurtenis. Als een lezer jouw foto en de titel ziet, moet jouw situatie meteen duidelijk zijn.

Slide 10 - Tekstslide

Vul hier de titel (een korte zin) die past bij jouw gebeurtenis.

Slide 11 - Open vraag