In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 20 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Einde op -e of -en?
Weten jullie de voorwaarden nog?
(Sommige, beide, alle, enkele, etc)
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
We gaan even oefenen!
Pak je telefoon erbij
Slide 6 - Tekstslide
De nieuwe Mac&Cheese smaak van Lay's chips is uit. Morgen liggen de (?) in de winkel.
A
eersten
B
eerste
Slide 7 - Quizvraag
Het concert is al uitverkocht. Dus (?) zullen niet live kunnen genieten van Ronnie Flex.
A
velen
B
vele
Slide 8 - Quizvraag
Van deze spellingsregel worden veel studenten blij en (?) kunnen dat niet eens verbergen!
A
sommige
B
sommigen
Slide 9 - Quizvraag
Het echtpaar gaat scheiden. Ze willen ….. een nieuwe vlam.
A
beide
B
beiden
Slide 10 - Quizvraag
(1) begrijpen dit meteen, (2) doen er iets langer over.
A
(1) Sommige, (2) andere
B
(1) Sommigen, (2) andere
C
(1) Sommige, (2) anderen
D
(1) Sommigen, (2) anderen
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Ik haat sigaretten: het is vies en slecht voor je gezondheid. Ik ben duidelijk een....
A
niet roker
B
nietroker
C
niet-roker
Slide 13 - Quizvraag
Iemand die heeft meegeschreven aan een boek noem je ook wel een (co+auteur).
A
co-auteur
B
coauteur
C
co auteur
Slide 14 - Quizvraag
Flirten kan met een goede openingszin, maar het meeste gebeurt (non+verbaal).
A
non verbaal
B
nonverbaal
C
non-verbaal
Slide 15 - Quizvraag
Rode wijn drink je het lekkerst uit een doorzichtige kristallen (rode+wijn+glas).
A
rodewijnglas
B
rodewijn glas
C
rode-wijn-glas
D
rode wijnglas
Slide 16 - Quizvraag
Op zolder vond ik allemaal (zwart+wit+foto's) van mijn overleden oma.
A
zwartwitfoto's
B
zwart-wit-foto's
C
zwart-wit foto's
D
zwart-witfoto's
Slide 17 - Quizvraag
Tussenletters
Wanneer -en / -s / geen tussenletter?
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Zede + delict
Slide 20 - Open vraag
Aap + trots
Slide 21 - Open vraag
Aap + rots
Slide 22 - Open vraag
Groente + afval
Slide 23 - Open vraag
Slide 24 - Tekstslide
Welke van deze woorden is juist geschreven?
A
Carriêre
B
Carriére
C
Carrière
D
Carriëre
Slide 25 - Quizvraag
In welke zin wordt de trema NIET goed gebruikt en/of mist die?
A
De reünie vond plaats in Venetië.
B
Daar zijn nog heel veel industriële ruïnes.
C
We waren met een officïele groep van tweeentachtig mensen.
D
Vijf gidsen moesten de groep coördineren van A naar B.
Slide 26 - Quizvraag
Welke van de volgende is niet juist?
A
Hoofd- en bijzaken
B
Provinciale- en landelijke overheden
C
Keel-, neus- en oorarts
D
Kattenvoerinkopers en -verkopers
Slide 27 - Quizvraag
Slide 28 - Tekstslide
Ik vind katten leuk omdat ze heel lief zijn. Wat ik ook leuk aan deze beestjes vind: hun pootjes hun snorharen hun oortjes en hun zachte staart. Vind jij dat ook Anne-Wil?
VRAAG: Hoeveel komma's zouden er in deze zin passen?
A
5
B
3
C
2
D
4
Slide 29 - Quizvraag
Ik vind katten leuk, omdat ze heel lief zijn. Wat ik ook leuk aan deze beestjes vind: hun pootjes, hun snorharen, hun oortjes en hun zachte staart. Vind jij dat ook, Anne-Wil?