In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
H13.2
Blokschema's
Slide 1 - Tekstslide
Herhaalopgave H13.1
Bereken de E-factor van de stof calciumsulfaat,
het rendement is 100%
CaSiO3 + SO3 → CaSO4 + SiO2
Slide 2 - Tekstslide
Antwoord:
In de studiewijzer staat een heel document met oefenopdrachten
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoelen, je kunt na afloop:
uitleggen wat het verschil is tussen fijnchemie en bulkchemie;
uitleggen wat het verschil is tussen een batchproces en een continuproces;
een blokschema lezen en aanvullen of opstellen op basis van gegevens.
Slide 4 - Tekstslide
Productieprocessen
Fijnchemie: ingewikkelde productieprocessen, relatief kleine hoeveelheden van een stof. Voorbeeld: medicijnen.
Bulkchemie: Grote hoeveelheden van stoffen produceren die in grote hoeveelheden gebruikt worden: ammoniak (voor kunstmest), etheen (voor plastic), waterstofperoxide (bleekmiddel), 24 uur per dag productie
Slide 5 - Tekstslide
Batch versus continu proces
Batchproces:
Slide 6 - Tekstslide
Batchproces
In de fijnchemie worden medicijnen geproduceerd met het batchproces.
Het batchproces is een proces waarbij het hele proces in een vat plaatsvind. Alle producten worden toegevoegd aan dat ene vat
De kenmerken zijn:
Kleine hoeveelheden van een specifiek product.
Het proces is voor verschillende producten bruikbaar.
DUUUUUR, want je moet alles weer schoonmaken tussendoor.
Slide 7 - Tekstslide
Continuproces
Voor bulkchemicaliën, waarbij de zuiverheid niet zo belangrijk is, is een continuproces geschikt.
Bij dit proces gaan de chemicaliën op een onafgebroken wijze door de installatie heen. Dit proces moet zo efficiënt mogelijk gebeuren om zo veel geld te verdienen.
Bedrijven investeren om het proces zo efficiënt mogelijk te maken.
Om een continuproces beter te snappen helpt het maken van een blokschema.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Continuproces blokschema
Reactor of reactievat hier worden nieuwe stoffen geproduceerd, hier vindt dus een reactie plaats.
R
Scheidingvat, hier worden d.m.v. een scheidingstechniek stoffen van elkaar gescheiden.
S
Stoffen die maar eenmalig hoeven te worden toegevoegd zet je niet in een blokschema, bijvoorbeeld een katalysator.
Recirculatie: deze stoffen worden weer teruggevoerd naar de invoer van de reactor.
In het productieproces is er een massabalans en een energiebalans!
Slide 10 - Tekstslide
Blokschema's lezen
In een blokschema worden soms bepaalde symbolen gebruikt.
In Binas 38B kun je de betekenis van deze symbolen opzoeken
Slide 11 - Tekstslide
Maak voorbeeld 1 boek
Gewoon zorgvuldig lezen en de namen
van de stoffen goed weten!!
Slide 12 - Tekstslide
Wat is de betekenis van dit symbool in een blokschema?
Slide 13 - Open vraag
Zo werkt het
Warme en koude stoffen bevinden zich in een gescheiden circuit.
In warmtewisselaar kan de warme stof energie overdragen aan een koude stof.
Warmtewisselaar
Slide 14 - Tekstslide
Zo werkt het
Warme en koude stoffen bevinden zich in een gescheiden circuit.
In warmtewisselaar kan de warme stof energie overdragen aan een koude stof.
Slide 15 - Tekstslide
In warmtewisselaar WW1 wordt water omgezet in stoom. De reactie die plaatsvindt in reactor R1 is ...
A
endotherm
B
exotherm
Slide 16 - Quizvraag
Oefenopgave
Slide 17 - Tekstslide
Oefenopgave
Slide 18 - Tekstslide
Om het vet uit pinda's te halen kun je het proces volgen zoals hiernaast in een blokschema staat. Welke scheidingsmethode is methode 3?
A
Filtratie
B
Extractie
C
Destilleren
D
Adsorptie
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Video
Slide 21 - Video
Huiswerk
Leer HS13.2 (blz. 160-164)
Maak de vragen 15 t/m 24 (blz. 165-167)
Kijk de opdrachten goed na, wanneer je ze gemaakt hebt.
Maak een notitie van de vragen die je niet snapte of waarvan je meer uitleg wil hebben.