In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
yo
tú
él / ella /usted
nosotros/ nosotras
vosotros/ vosotras
ellos/ellas / ustedes
me llamo (ik heet)
te llamas ( jij heet)
se llama (hij/ zij/ u heet)
nos llamamos (wij heten)
os llamáis (jullie heten)
se llaman (zij heten)
me arreglo (ik regel)
te arreglas ( jij regelt)
se arregla (hij/ zij/ u regelt)
nos arreglamos (wij regelen)
os arregláis (jullie regelen)
se arreglan (zij regelen)
me ducho (ik douch me)
te duchas ( jij doucht je)
se ducha (hij/ zij/ u doucht zich)
nos duchamos (we douchen ons)
os ducháis (jullie douchen je)
se duchan (zij douchen zich)