Ontwikkelingspsychologie - H4 (baby)

Ontwikkelingspsychologie 

Lesplanning week 2.

1. Terugblik week 1: Hoe ontwikkelt een mens? 
2. Starten H4 - Baby
3. Zelfstandig werken
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Ontwikkelingspsychologie 

Lesplanning week 2.

1. Terugblik week 1: Hoe ontwikkelt een mens? 
2. Starten H4 - Baby
3. Zelfstandig werken

Slide 1 - Tekstslide

Tim (4) is net gestart op de basisschool. Het valt op dat Tim zich langzamer ontwikkeld dan leeftijdsgenootjes, uit gesprek met de ouders blijkt dat zij in een vechtscheiding liggen.

Mogelijk is de vechtscheiding een factor die de ontwikkeling momenteel bepaald. Welk soort factor is dit?
A
Interne factor
B
Zelfbepaling
C
Externe factor

Slide 2 - Quizvraag

Jip (2,5) speelt buiten bij de BSO, hij is net nieuw dus nog wat zoekende. Jij moedigt hem aan om lekker te gaan spelen. Je merkt dat hij jou goed in de gaten houdt dus jij laat merken dat je hem ziet, die doe je door met hem te praten maar ook oogcontact te zoeken.

Welke voorwaarde voor ontwikkeling lees je hier niet terug?
A
Een kind moet veiligheid en grenzen geboden worden
B
Er moet zowel verbaal- als non verbaal contact tussen opvoeder en kind zijn
C
Er moet een stimulerende omgeving zijn

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Video

Baby - 0 tot 18 maanden (zuigeling)
Fase ná de prenatale fase
 -Conceptie – embryo – foetus 
 -Fase voor de geboorte
 -Vanaf 24 weken mogelijkheid tot proeven, horen en voelen (zelfs leren)



Ontwikkeling vindt plaats op álle ontwikkelingsgebieden:
Lichamelijk/ motorisch, cognitief, sociaal, persoonlijk en seksueel. 


Slide 5 - Tekstslide

Cognitieve ontwikkeling
(ontwikkeling van het denken, geheugen en de taal)
- Exploratiedrang : Dringende behoefte om de wereld om zich heen te ontdekken

- De baby leert vaardigheden door:
  1. Ervaringsleren
  2. Herhalingsleren
  3. Imitatie leren


- Taalontwikkeling
* Brabbelen = de fase van taalverwerving, de baby oefent
* Symboolbewustzijn - De baby leert welke woorden bij voorwerpen horen
* Éénwoordszin(nen)
  

Slide 6 - Tekstslide

Lichamelijke & Motorische ontwikkeling
  • Reflexen = een reactie of beweging die iemand automatisch voltrekt
- Zuigreflex, grijpreflex, tonische nekreflex, slikreflex. 
- Reflexen verdwijnen na een aantal maanden doordat de baby spieren ontwikkelt.



  • Oog- handcoördinatie (ong. 3 maanden) en pincetgreep (ong. 12 maanden)
    - Motorische ontwikkeling komt voornamelijk vanuit het rijpingsproces!

Slide 7 - Tekstslide

Zoek op internet een plaatje waaruit herhalingsleren blijkt en voeg deze toe aan de dia.

Slide 8 - Open vraag

Sociale en persoonlijkheidsontwikkeling
  • De baby communiceert vanaf dag 1
  • Eerste lachje vanaf week zes (niet doelgericht)
  • Eenkenningsheidsperiode (maand 7)
           -  Zichtbaar gedrag is aanhankelijkheid en scheidingsangst
  • Ontbreken van het 'ik- gevoel'
Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?

Slide 9 - Tekstslide

In het filmpje zie je dat de baby wijst naar verschillende objecten in de ruimte. Wanneer de moeder vervolgens het object een naam geeft (bijv. pop), ontwikkelt de baby:
A
Brabbelen
B
Ik- gevoel
C
Symboolbewustzijn

Slide 10 - Quizvraag

Emotioneel ontwikkelingsgebied
  • De basis van het emotionele ontwikkelingsgebied wordt gevormd in de babytijd d.m.v. een veilige hechting




  • Veilige hechting ontstaat door: sensitief en responsief opvoedgedrag
  • Veilige hechting leidt tot het durven exploreren, het opbouwen van relaties en het ontwikkelen van eigenwaarde.
Duurzame affectieve relatie tussen kind en opvoeder

Slide 11 - Tekstslide

Door te herhalen, ervaren en imiteren leert de baby, dit valt onder de:
A
Motorische ontwikkeling
B
Cognitieve ontwikkeling
C
Sociaal/affectieve ontwikkeling
D
Alle antwoorden zijn fout.

Slide 12 - Quizvraag

De hechting aan een stabiele, betrouwbare verzorger is belangrijk voor de .....................van de baby
A
Motorische ontwikkeling
B
Cognitieve ontwikkeling
C
Sociaal/affectieve ontwikkeling
D
Alle antwoorden zijn goed.

Slide 13 - Quizvraag

10 á 11
maanden
9 á 10 
maanden
7 maanden
5
maanden
Lopen
Kruipen
Zitten
Krijgen van
tanden

Slide 14 - Sleepvraag


Beweegmijlpalen Baby 

 
 - tilt het hoofd even op in buiklig (1 maand)
- tilt het hoofd langer op en draait het hoofd (3 maanden)
- houdt het hoofd in balans (4 maanden)
- tilt in buiklig de romp op en steunt op de handen (4 maanden)
- rolt van buik naar rug (5 maanden)
- zit met lichte steun (6 maanden)
- kruipt op handen en knieën (7-8 maanden)
- zit alleen en kan vanuit zit naar buikligging (8 maanden)
- trekt zich op aan voorwerpen (9 maanden)
- staat met steun (10 maanden)
- loopt met steun (11 maanden)
- staat alleen (12 maanden)
- loopt zelfstandig (14 maanden).

Slide 15 - Tekstslide