les 22 poëzie-analyse les 6

 poëzieanalyse les 6
Pak vast:
- pen en papier
- poëzieboekjes
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

 poëzieanalyse les 6
Pak vast:
- pen en papier
- poëzieboekjes

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
- samen herhalingsopdrachten theorie (pen en papier!)
        - beeldspraak
        - stijlfiguren
        - dichtvormen
- daarna zelf oefenen met gedichten analyseren
Pak vast:
- pen en papier
- poëzieboekjes

Slide 2 - Tekstslide

Deze les
- samen herhalingsopdrachten theorie (pen en papier!)
- daarna zelf oefenen met gedichten analyseren
Pak vast:
- pen en papier
- poëzieboekjes

Slide 3 - Tekstslide

Noteer de beeldspraak. Kies uit: vergelijking met als, vergelijking zonder als, metafoor, personificatie, metonymia.
  1. Ik vind dat je minderjarigen een beetje uit de wind moet houden.
  2. Ik schrijf mijn gedachten even snel op een geeltje.
  3. Duitsland heeft vorige week een nieuw belastingstelsel ingevoerd.
  4. Het papier wacht geduldig op mijn nieuwe roman.
  5. Ik verslind de nieuwe afleveringen van mijn lievelingsserie.
  6. Ik ben niet bang voor dieven, want van een kale kip kun je niet plukken.
  7. Mijn buurvrouw is echt een heks: ze is altijd aan het schreeuwen.
  8. Het is heerlijk zitten op het pluche.

Slide 4 - Tekstslide

Noteer de beeldspraak. Kies uit: vergelijking met als, vergelijking zonder als, metafoor, personificatie, metonymia.
  1. Ik vind dat je minderjarigen een beetje uit de wind moet houden.
  2. Ik schrijf mijn gedachten even snel op een geeltje.
  3. Duitsland heeft vorige week een nieuw belastingstelsel ingevoerd.
  4. Het papier wacht geduldig op mijn nieuwe roman.
  5. Ik verslind de nieuwe afleveringen van mijn lievelingsserie.
  6. Ik ben niet bang voor dieven, want van een kale kip kun je niet plukken.
  7. Mijn buurvrouw is echt een heks: ze is altijd aan het schreeuwen.
  8. Het is heerlijk zitten op het pluche.

  1. metafoor
  2. metonymia
  3. metonymia
  4. personificatie
  5.  metafoor
  6. metafoor
  7. vergelijking
  8. metonymia

Slide 5 - Tekstslide

Noteer het stijlfiguur Kies uit: hyperbool, understatement, paradox, antithese, repetitio, woordspeling, eufemisme.

  1. Vivaldi kon best een grappig deuntje componeren.
  2. Hebben jullie al gepraat over de bloemetjes en de bijtjes?
  3. Staat er een olifant op het toneel. Wat denk je? Toneelstuk.
  4. Slapen, slapen, slapen… jij doet niets anders meer!
  5. De enige constante in het leven, is dat alles weer verandert.
  6. Waar bleef je nou? Ik zit al een eeuw op je te wachten!
  7. Mijn broertje en ik zijn als dag en nacht.
  8. Laten we het erop houden dat mijn vader een uniek karakter heeft.

Slide 6 - Tekstslide

Noteer het stijlfiguur Kies uit: hyperbool, understatement, paradox, antithese, repetitio, woordspeling, eufemisme.

  1. Vivaldi kon best een grappig deuntje componeren.
  2. Hebben jullie al gepraat over de bloemetjes en de bijtjes?
  3. Staat er een olifant op het toneel. Wat denk je? Toneelstuk.
  4. Slapen, slapen, slapen… jij doet niets anders meer!
  5. De enige constante in het leven, is dat alles weer verandert.
  6. Waar bleef je nou? Ik zit al een eeuw op je te wachten!
  7. Mijn broertje en ik zijn als dag en nacht.
  8. Laten we het erop houden dat mijn vader een uniek karakter heeft.

  1. understatement
  2. eufemisme
  3. woordspeling
  4. repetitio
  5. paradox
  6. hyperbool
  7. antithese
  8. understatement

Slide 7 - Tekstslide

Dichtvormen
Er zijn vrije gedichten, maar ook vaste dichtvormen.

Slide 8 - Tekstslide

Op vieze Anna

Hier ligt nu Anna Hinkepoot
in de armen van de dood.
Verrukt dat ze eind’lijk slapen kan
in de armen van een man.

John O’Mill



Hoe heet dit soort gedicht ook alweer?

Slide 9 - Tekstslide

Op vieze Anna

Hier ligt nu Anna Hinkepoot
in de armen van de dood.
Verrukt dat ze eind’lijk slapen kan
in de armen van een man.

John O’Mill



Hoe heet dit soort gedicht ook alweer?

De limerick
- Kort: maar vijf regels
- Gebruik van humor
- De eerste regel eindigt vaak op een plaats en/of introduceert een naam
- Zie het als een chique mop!

Slide 10 - Tekstslide

Zwart-wit - Rikkert Zuiderveld - 12-12-2022

Ik heb een wit gezicht. Ik ben de clown,
geschminkt om vrolijkheden rond te strooien.
In feite loop ik maar wat aan te klooien,
ik struikel en ik val, ik voel me down.


Ik verf mijn huid. Men noemt mij zwarte Piet,
de kindervriend die strooit met luchtigheden,
tot ik de zwaarte voel van het verleden.
Wat zal ik doen? Deert oude pijn mij niet?


Kan ik mijn twee gezichten laten ruilen?
Misschien is het maar beter om te huilen,
de tranen langs mijn wangen laten gaan,


te wassen wat mij dreigde te vervuilen,
met niets meer om mij achter te verschuilen.
Ontroerd, ontdekt, ontmaskerd en ontdaan.



Hoe heet dit soort gedicht ook alweer?



Slide 11 - Tekstslide

Zwart-wit - Rikkert Zuiderveld - 12-12-2022

Ik heb een wit gezicht. Ik ben de clown,
geschminkt om vrolijkheden rond te strooien.
In feite loop ik maar wat aan te klooien,
ik struikel en ik val, ik voel me down.


Ik verf mijn huid. Men noemt mij zwarte Piet,
de kindervriend die strooit met luchtigheden,
tot ik de zwaarte voel van het verleden.
Wat zal ik doen? Deert oude pijn mij niet?


Kan ik mijn twee gezichten laten ruilen?
Misschien is het maar beter om te huilen,
de tranen langs mijn wangen laten gaan,


te wassen wat mij dreigde te vervuilen,
met niets meer om mij achter te verschuilen.
Ontroerd, ontdekt, ontmaskerd en ontdaan.



Hoe heet dit soort gedicht ook alweer?

Sonnet
- eindrijm / vast rijmschema
- octaaf + sextet
- wending



Slide 12 - Tekstslide


Oeroude vijver,
een kikvors die erin springt:
geluid van water.

Matzuo Basho




Hoe heet dit soort gedicht ook alweer?





Slide 13 - Tekstslide


Oeroude vijver,
een kikvors die erin springt:
geluid van water.

Matzuo Basho




Hoe heet dit soort gedicht ook alweer?

De haiku
- Oorsprong in Japan
- Zeventien lettergrepen
- Heeft vaak te maken met de natuur
- Diepere betekenis



Slide 14 - Tekstslide

Hoe heet dit soort gedicht ook alweer?





1
Wilhelmus van Nassouwe
ben ik, van Duitsen bloed,
den vaderland getrouwe
blijf ik tot in den dood.
Een Prinse van Oranje
ben ik, vrij, onverveerd,
den Koning van Hispanje
heb ik altijd geëerd.
2
In Godes vrees te leven
heb ik altijd betracht,
daarom ben ik verdreven,
om land, om luid gebracht.
Maar God zal mij regeren
als een goed instrument,
dat ik zal wederkeren
in mijnen regiment.

3
Lijdt u, mijn onderzaten
die oprecht zijt van aard,
God zal u niet verlaten,
al zijt gij nu bezwaard.
Die vroom begeert te leven,
bidt God nacht ende dag,
dat Hij mij kracht zal geven,
dat ik u helpen mag.
4
Lijf ende goed tezamen
heb ik u niet verschoond,
mijn broeders, hoog van namen
hebben 't u ook vertoond
Graaf Adolf is gebleven
in Friesland in den slag,
zijn ziel in 't eeuwig leven
verwacht den jongsten dag.
5
Edel en hooggeboren,
van keizerlijken stam,
een vorst des rijks verkoren,
als een vroom christenman,
voor Godes woord geprezen,
heb ik, vrij onversaagd,
als een held zonder vrezen
mijn edel bloed gewaagd.

6
Mijn schild ende betrouwen
zijt Gij, o God mijn Heer,
op U zo wil ik bouwen,
Verlaat mij nimmermeer.
Dat ik doch vroom mag blijven,
uw dienaar t'aller stond,
de tirannie verdrijven
die mij mijn hart doorwondt.

Slide 15 - Tekstslide

Hoe heet dit soort gedicht ook alweer?

Naamdicht / Acrostichon
De beginletters van elke regel of strofe vormen een naam (of soms een ander woord)





1
Wilhelmus van Nassouwe
ben ik, van Duitsen bloed,
den vaderland getrouwe
blijf ik tot in den dood.
Een Prinse van Oranje
ben ik, vrij, onverveerd,
den Koning van Hispanje
heb ik altijd geëerd.
2
In Godes vrees te leven
heb ik altijd betracht,
daarom ben ik verdreven,
om land, om luid gebracht.
Maar God zal mij regeren
als een goed instrument,
dat ik zal wederkeren
in mijnen regiment.

3
Lijdt u, mijn onderzaten
die oprecht zijt van aard,
God zal u niet verlaten,
al zijt gij nu bezwaard.
Die vroom begeert te leven,
bidt God nacht ende dag,
dat Hij mij kracht zal geven,
dat ik u helpen mag.
4
Lijf ende goed tezamen
heb ik u niet verschoond,
mijn broeders, hoog van namen
hebben 't u ook vertoond
Graaf Adolf is gebleven
in Friesland in den slag,
zijn ziel in 't eeuwig leven
verwacht den jongsten dag.
5
Edel en hooggeboren,
van keizerlijken stam,
een vorst des rijks verkoren,
als een vroom christenman,
voor Godes woord geprezen,
heb ik, vrij onversaagd,
als een held zonder vrezen
mijn edel bloed gewaagd.

6
Mijn schild ende betrouwen
zijt Gij, o God mijn Heer,
op U zo wil ik bouwen,
Verlaat mij nimmermeer.
Dat ik doch vroom mag blijven,
uw dienaar t'aller stond,
de tirannie verdrijven
die mij mijn hart doorwondt.

Slide 16 - Tekstslide

Hoe heet dit soort gedicht ook alweer?





Slide 17 - Tekstslide

Hoe heet dit soort gedicht ook alweer?

Visuele poëzie
- De schrijfwijze of typografie (= hoe iets is afgedrukt) sluit aan bij de inhoud van het gedicht
- Vaak een bijzondere vorm




Slide 18 - Tekstslide

Denkend aan Holland...
- Herinnering aan Holland - 1936
- Hendrik Marsman 1899-1940
- Schip getorpedeerd. 
                           Frankrijk > Engeland

- 1999: gedicht van de eeuw


Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

DENKEND AAN NEESKENS
Denkend aan Neeskens 
zie ik benen als lieren 
traag door oneindig 
grasland gaan, 
bundels oneindig 
zwellende spieren 
als rode pluimen 
in zijn armen staan, 
en in de geweldige 
ruimte daarachter 
zijn tegenstanders 
verspreid op het land: 
halflinies, spitsen
Hoe heet dit soort gedicht ook alweer?

geknotte stoppers,
kermend en kronkelend
in vers verband.
Zijn adem gaat zwaar
en zijn grommende vloek wordt
in Fadroncs troostende
armen gesmoord,
maar in heel de wereld
wordt het blonde gevaarte
met zijn eeuwige dampen
gevreesd en gehoord.
Geschreven door Michel v.d. Plas



Slide 21 - Tekstslide

DENKEND AAN NEESKENS
Denkend aan Neeskens 
zie ik benen als lieren 
traag door oneindig 
grasland gaan, 
bundels oneindig 
zwellende spieren 
als rode pluimen 
in zijn armen staan, 
en in de geweldige 
ruimte daarachter 
zijn tegenstanders 
verspreid op het land: 
halflinies, spitsen
Hoe heet dit soort gedicht ook alweer?

geknotte stoppers,
kermend en kronkelend
in vers verband.
Zijn adem gaat zwaar
en zijn grommende vloek wordt
in Fadroncs troostende
armen gesmoord,
maar in heel de wereld
wordt het blonde gevaarte
met zijn eeuwige dampen
gevreesd en gehoord.
Geschreven door Michel v.d. Plas



Pastiche / parodie

Een een (spottende) nabootsing van een literair werk. 

Vaak wordt de oorspronkelijke tekst qua inhoud en stijl in het begin nauwgezet gevolgd; later voegt degene die de parodie maakt, er woorden aan toe, vervangt hij er enkele of laat hij er enkele weg.

Slide 22 - Tekstslide

De laatste brief
Bertus Aafjes (1914-1993)
Maak de opdracht bij dit gedicht op blz. 4 van het opdrachtenboekje.
Het gedicht staat in de bloemlezing blz. 3.

Let op: dinsdag 22 oktober deadline handelingsdeel 1. 

Slide 23 - Tekstslide

De laatste brief
Bertus Aafjes (1914-1993)
Maak de opdracht bij dit gedicht op blz. 4 van het opdrachtenboekje.
Het gedicht staat in de bloemlezing blz. 3.
We kijken deze zo na.

Klaar? Maak ook de opdracht bij het gedicht 'Werkster'. (huiswerk voor vrijdag)
(opdr. boekje p. 4, bloemlezing p. 2)

(frik= een 'bekrompen schoolmeester')

Slide 24 - Tekstslide

Nakijken opdracht bij De laatste brief
  1. abba baba ccd eed: omarmend – gekruist – combi van gepaard met omarmend
  2. -viel – vogel – vogel – ver – van-
    -was – warme – werd – wakker – want – werd – weet – wat
  3. - a-klank: was – warme – wakker – want – gras – wat – dat – van
    - e-klank: ver – hem – En – werd – het (+ ie-klank en oo-klank)
  4. Er viel een vogel die gaan vogel was (= granaat of kogel)
  5. - Bevrijdde zich het laatste wat hij schreef (= brief aan geliefde)
    - Kanonnen bulderen goedmoedig
  6. tegenstelling tussen droom een werkelijkheid
    tegenstelling tussen oorlog en vrede
  7. De wending zit in de laatste strofe, let op het woordje ‘Maar’. De brief bevrijdt zich, terwijl de oorlog juist op een vreselijke manier is begonnen. 

Slide 25 - Tekstslide