Mens en zorg H4 ondersteunen bij persoonlijke verzorging

Mens en zorg H4 
Ondersteunen bij persoonlijke verzorging
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Mens en zorg H4 
Ondersteunen bij persoonlijke verzorging

Slide 1 - Tekstslide

Doelstellingen 
Je weet wat er bedoeld wordt met de volgende begrippen:
-Basiszorg
-Hygiënisch werken 
-Privacy en intimiteit 
-Persoonlijke verzorging 
-Autonomie en zelfredzaamheid 
-Sociaal netwerk 

Slide 2 - Tekstslide

Wat versta jij onder persoonlijke verzorging (basiszorg)?

Slide 3 - Woordweb

Welke van de onderstaande dingen valt onder de basiszorg?
A
Wonden verschonen
B
Medicijnen toedienen
C
Wondzorg
D
Douchen & tanden poetsen

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Video

Handhygiëne 
3 soorten handhygiëne: 
-Handen wassen 
-Handen desinfecteren 
-Handen verzorgen 

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen handen wassen en handen desinfecteren?

Slide 7 - Open vraag

Richtlijnen handhygiëne in de zorg wat mag NIET?
A
Korte nagels
B
Kunstnagels, gellak of nagellak
C
Sieraden af
D
Nagellak af

Slide 8 - Quizvraag

Privacy en intimiteit 
Privacy= je eigen plek hebben, waar je geen last hebt van andere
Intimiteit= lichamelijk dicht bij elkaar zijn 
Intieme zone= minder dan 45 cm afstand tussen jou en de zorgvrager


Slide 9 - Tekstslide

Persoonlijke verzorging
-Verzorging van de huid
-Haarverzorging 
-Mondverzorging 
-Hulp bij aan- en uitkleden 
-Hulp bij naar het toilet gaan 
-hulp bij het eten en drinken 

Slide 10 - Tekstslide

Uit hoeveel tanden bestaat het volwassen gebit?

Slide 11 - Open vraag

Autonomie en zelfredzaamheid 
Autonomie= zelf keuzes mogen maken 
Zelfredzaamheid= wanneer je voor jezelf kan zorgen 

Slide 12 - Tekstslide

Waar denk jij aan als je de woorden sociaal netwerk en sociale omgeving hoort?

Slide 13 - Woordweb

Mantelzorg 
3 miljoen mensen in Nederland zorgen voor hun zieke of gehandicapte, vader, moeder, oma of opa, broer, zus of ander familie lid, vriend of buurman/vrouw
-Mantelzorg via aanleunwoning  

Slide 14 - Tekstslide

Maken 
Opdrachten:
4.1 + 4.4 + 4.5 + 4.6 + 4.7 + 4.8 + 4.9 
4.11 t/m 4.16
4.19+4.20+4.22+4.24

Morgen maken blz 183
Niet af is huiswerk!

Slide 15 - Tekstslide