Solutions Intermediate unit 1 + 2 + Halloween

YEAR 3 unit 1+2

vocabulary - grammar - Halloween
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

YEAR 3 unit 1+2

vocabulary - grammar - Halloween

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Translate (NL): baggy

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Translate (NL): surveillance

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Translate (NL): misuse

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Translate (NL): illegible

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Translate (NL): beanie

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Jack-o-lantern
Frankenstein
cauldron
broom
bat
goblin

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Which month is Halloween?
A
January
B
October
C
November
D
September

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Which animal is considered as bad luck?
A
black cats
B
grey owls
C
black spiders
D
white bunnies

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is a pumpkin a fruit or a vegetable?
A
fruit
B
vegetable

Slide 10 - Quizvraag

The answer may surprise you! A pumpkin is, in fact, a fruit. According to expert Joe Masabni, Ph. D., Texas A&M Agri Life Extension Service vegetable specialist in Dallas, scientifically speaking, a pumpkin is a fruit simply because anything that starts from a flower is botanically a fruit.
What do you say on Halloween to get candy?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

wrong
correct
She played with her brother
Last summer we were dancing in Spain.
We were fightting in the boxing ring.
I had taught English for 12 years
Was you late for the meeting?
He was very tired, because he hadn't slept well.

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

I was very late. When I arrived, the conference _______
A
started
B
was already starting
C
had already started

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

When they heard the police knocking on the door, they ____ under the bed.
A
hid
B
were hiding
C
had hidden

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The police arrested him because he _____ a gun.
A
carried
B
was carrying
C
had carried

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

When she said that she loved me, I knew that she _____.
A
lied
B
was lying
C
had lied

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I looked at him and I knew he _____ in a fight, because he had a black eye.
A
was
B
was being
C
had been

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The robbers pulled out a gun and everybody _____ away.
A
ran
B
was running
C
had run

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

When I was a child, we _____ anywhere at weekends; it was boring.
A
never went
B
were never going
C
had never gone

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Translate (EN): trots

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Translate (EN): schuldig

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Translate (EN): sfeer

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Translate (EN): herdenken

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Translate (EN): klaproos

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Where _______ (we / meet) Paul tomorrow?
A
do we meet
B
are we meeting
C
does we meet
D
is we meetting

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Don't take those books. They ________ (not belong) to you.
A
belongs
B
are not belonging
C
don't belong
D
not belong

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Look! It _______ (snow) again.
A
snows
B
am snowing
C
snow
D
is snowing

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

What time ___________ (the last train/leave)?
A
leaves the last train
B
is the last train leaving
C
does the last train leave
D
does the last train leaving

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I ________ (never/forget) my brother's birthday.
A
never forget
B
am never forgeting
C
do never forget
D
am never forgetting

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

dis-
un-
ir-
believable
obedient
rational

Slide 30 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

ir-
im-
il-
reversible
patient
legal

Slide 31 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

The doctor told Henry to stop _________ (smoke)
A
to smoke
B
smoking

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jerry promised __________ (fix) my computer for me.
A
to fix
B
fixing

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Do you expect _________ (pass) your exams?
A
to pass
B
passing

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Do your children enjoy _________ (play) computer games?
A
to play
B
playing

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I remember __________ (swim) with all those sharks.
A
to swim
B
swimming

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies