Toets bespreken Yes-week 2

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Periode 3
- Telefoonbeleid
- Hoofdstuk 4
- PO over het maken van een begroting

Slide 2 - Tekstslide

Toets bespreken Yes-week 2
Hoofdstuk 2&3

Slide 3 - Tekstslide

€ 43,40 + €25 − €10,50 − €2,95 = €54,95

Slide 4 - Tekstslide

1. Chartaal geld daalt 
2. Giraal geld stijgt

2 goed = 2 punten
1 goed = 1 punt

Slide 5 - Tekstslide

1. Indirecte ruil 
2. Directe ruil 
3. Indirecte ruil 

3 goed = 2 punten
2 goed = 1 punt
1 goed = 0 punten

Slide 6 - Tekstslide

B. Sparen voor de rente & C. Sparen uit voorzorg

2 antwoorden = 1 punt
1 antwoord = 0 punt

Slide 7 - Tekstslide

D. Rente is de vergoeding die je krijgt van de 
bank voor jouw spaargeld. 

Slide 8 - Tekstslide

1,4 ÷ 100 × €428 = €5,99 
of 
€428 ÷ 100 × 1,4 = €5,99
of

Slide 9 - Tekstslide

Als hij zijn geld onverwachts toch nodig heeft, kan hij er tussentijds niet zomaar gebruik van maken. 

Slide 10 - Tekstslide

1. Spaarmiddel 
2. Rekenmiddel 

2 goed = 2 punten
1 goed = 1 punt


Slide 11 - Tekstslide

Gijs wil nu al iets duurs hebben en gebruiken. Hij wil niet wachten en leent daarom geld om het meteen te kopen. 

Slide 12 - Tekstslide

Je uitgaven in de toekomst stijgen doordat je de lening moet terugbetalen. 

Slide 13 - Tekstslide

Ze betalen in totaal 48 × € 147 = € 7.056 (1 punt)
Het extra bedrag (de rente) is € 7.056 − € 6.000 = € 1.056 (1 punt)

Slide 14 - Tekstslide

€ 180 = …% van € 2.500 
 180 ÷ € 2.500 x 100 = 7,2%


Slide 15 - Tekstslide

D. WA-verzekering voor een scooter  
E. zorgverzekering. 

2 antwoorden = 1 punt
1 antwoord = 0 punt

Slide 16 - Tekstslide

1 - B (1 punt)  
2 – E (1punt)
3 – A (1 punt)
4 – D (1 punt)
5 – C (1 punt)
Polis --> een bewijs dat je een verzekering hebt afgesloten. 
Polisvoorwaarden --> de uitleg bij je verzekering. 
Premie --> het bedrag dat je als verzekerde betaalt voor de verzekering. 
Verzekeraar --> de verzekeringsmaatschappij. 
Verzekerde --> de persoon die een verzekering afsluit. 

Slide 17 - Tekstslide

- Premie Unive € 110,92 p. mnd 
- VerzekerVoordelig € 63,17 per mnd. 
 
Verschil per maand 
€110,92 - €63,17 = €47,75 
(1 punt)
 
Per jaar kan hij besparen 
€47,75 × 12 = €573 (1 punt) 

Slide 18 - Tekstslide

€ 730 − € 150 = € 580 

Schade - eigen risico = uitgekeerde schadevergoeding

Slide 19 - Tekstslide

1. Vacature 
2. Solliciteren 
3. Arbeidsmarkt 

3 goed = 2 punten
2 goed = 1 punt
1 goed = 0 punten

Slide 20 - Tekstslide

 C.  Scholing

Slide 21 - Tekstslide

1. Juist 
2. Juist 
3. Onjuist 

3 goed = 2 punten
2 goed = 1 punt
1 goed = 0 punten

Slide 22 - Tekstslide

B. Van de timmerwerkplaats

Slide 23 - Tekstslide

€109,25 ÷ 40 × 11 = €30,04 

of 
€109,25 ÷ 40 = €2,73 

€2,73 × 11 = €30,03
 

Slide 24 - Tekstslide

 172,95 × 52 ÷ 12 = € 749,45

Een maand is nooit 4 weken precies!

Slide 25 - Tekstslide

D. Voor werk- en rusttijden

Slide 26 - Tekstslide

1. Cao 
2. Tijdelijke baan 
3. Opzegtermijn 
3 goed = 2 punten
2 goed = 1 punt
1 goed = 0 punten

Slide 27 - Tekstslide

B. Alleen Albert

Slide 28 - Tekstslide