B&F, Begrijpend lezen, week 4, AA Vogels tellen
1 / 43
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Vogels tellen
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Waarom gaan veel mensen dit weekend vogels tellen?
A
Omdat er heel veel vogels in Nederland zijn.
B
Omdat ze heel veel van vogels houden.
C
Omdat ze meedoen aan de Nationale Tuinvogeltelling
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Schrijf zelf een vraag die je bij de inleiding hebt.
Slide 10 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Waarom houden Vogelbescherming en Sovon Vogelonderzoek de vogeltelling?
A
Zo weten ze hoeveel tuinvogels er in de hele wereld zijn. En ze kunnen kijken welke vogels er naar welk land vliegen.
B
Zo weten ze hoeveel tuinvogels er in Nederland zijn. En ze kunnen kijken hoe het met de vogels gaat.
C
Zo weten ze welke tuinvogels veel fluiten en vliegen. En ze kunnen kijken welke vogels niet graag in tuinen zitten.
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wanneer weet Vogelbescherming dat er iets moet gebeuren?
A
Als er bij de vogeltelling veel vogels van een soort geteld worden door verschillende mensen.
B
Als er veel minder vogels van een soort zijn en er iets aan de hand is met die vogels.
C
Als Vogelbescherming tijd heeft om te kijken naar de vogels in Nederland.
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Schrijf een vraag op die je hebt bij dit stukje.
Slide 14 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 15 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Waarom is de winter de beste tijd om vogels te tellen?
A
In de winter komen vogels naar tuinen toe om eten te zoeken.
B
In de winter zie je de vogels goed in tuinen zitten, om dat er dan vaak sneeuw ligt.
C
In de winter zijn er vogels in Nederland en in de zomer niet.
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Schrijf zelf een vraag op die je bij dit stukje hebt.
Slide 17 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 18 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Waar moet je op letten als je vogels gaat tellen?
Er zijn 3 goede antwoorden.
Wel
Niet
Je mag de vogels niet dubbel tellen
Je telt alle vogels van alle soorten bij elkaar op.
Je telt alleen de merels die landen.
Je telt alleen de vogels die landen.
Vogels die overvliegen tellen niet mee.
Slide 19 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Schrijf een vraag op die je bij dit stukje hebt.
Slide 20 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 21 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Welke vogel is vorig jaar het meest geteld?
A
De huismus
B
De koolmees
C
De pimpelmees
Slide 22 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Schrijf een vraag op die je bij dit stukje hebt.
Slide 23 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Ga je zelf meedoen aan de vogeltelling?
A
Ja
B
Nee
Slide 24 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 25 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
hoe weet je welke vogel je ziet?
oog
staart
poot
kop
buik
kleur
snavel
Slide 26 - Sleepvraag
Sleepvraag
Vertel: Dit is een koolmees. Om een vogel te kunnen herkennen, moet je goed kijken! Aan welke punten kun je een vogel herkennen? Doe: Sleep de woorden naar de koolmees: oog, snavel, staart, poot, kop, buik, kleur
Na sleepvraag
Vertel: Wanneer je goed kijkt, kun je dus aan deze punten een vogel herkennen. Een koolmees heeft dus een gele buik met een zwarte streep er over heen. Ook heeft hij zwarte ogen en een soort zwart petje op zijn kop.
Slide 27 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 28 - Tekstslide
Informatieve kijkafbeelding
Vertel: Dit is een huismus. Kijk eens goed naar hem. Hoe kunnen we de huismus herkennen?
Doe: Bespreek met de klas wat ze aan de huismus op vinden vallen.
Vertel: De huismus is altijd bruin van boven en lichtbruin onder op zijn buik. Ook heeft het mannetje een zwarte vlek onder zijn snavel.
Leuk weetje: De huismus is de meest getelde vogel in de Nationale Tuinvogeltelling.
0
Slide 29 - Video
Video
Doe: Bekijk de video van de huismus.
Extra informatie over de huismus:
De huismus is een echt familiedier. Ze blijven altijd in hetzelfde gebied, soms zelfs in dezelfde tuin als waar ze geboren zijn.
Het aantal huismussen in ons land is de afgelopen jaren met de helft afgenomen. Dat komt vooral omdat het steeds moeilijker voor ze wordt om bij de huizen te broeden en om eten te vinden.
Slide 30 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 31 - Tekstslide
Video
Doe: Bekijk deze video.
Vertel: Hier zie je de koolmees weer. In de winter eten ze zaden en vetbollen. In de lente en zomer eten ze rupsen en andere kleine insecten zoals je hier ziet.
Vraag: Waarom zou deze koolmees al dat pluis van de tennisbal af halen?
Antwoord: Om te gebruiken voor in zijn nestje.
Slide 32 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 33 - Tekstslide
Informatieve kijkafbeelding
Vertel: Dit is een pimpelmees. Kijk eens goed. Hoe kunnen we hem herkennen? Als je goed kijkt heeft hij een zwart masker over zijn ogen, een blauw petje, een gele buik en een kleine rond aflopende snavel.
Doe: Klik op het geluidsicoontje om het geluid van de pimpelmees te horen.
Mannetjes en vrouwtjes zien er hetzelfde uit.
Slide 34 - Tekstslide
Video
Doe: Bekijk deze video en kom achter de verschillen tussen de koolmees en de pimpelmees.
wie ben ik?
blauw petje
zwart petje
masker over ogen
streep op borst
zwaarder
Slide 35 - Sleepvraag
Sleepvraag:
Vertel: Links staat de pimpelmees en rechts de koolmees. Boven hun zie je stellingen staan.
Vraag: Wat hoort bij welke vogel?
Doe: Sleep de juiste stelling naar de juiste vogel.
Slide 36 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
waar of niet waar?
de bruine vogel is een vrouwtje
de bruine vogel is een vrouwtje
A
B
Slide 37 - Quizvraag
Meerkeuzevraag
Vertel: Hier zie je twee merels.
Vraag: Waar of niet waar: De bruine vogel is een vrouwtje
Doe: Kies het juiste antwoord. Duim omhoog betekent: ja, de bruine vogel is een vrouwtje. Duim omlaag betekent: Nee, de bruine vogel is niet een vrouwtje.
Doe: Kies het juiste antwoord. Duim omhoog betekent: ja, de bruine vogel is een vrouwtje. Duim omlaag betekent: Nee, de bruine vogel is niet een vrouwtje.
Antwoord: Beide vogels zijn merels. De bruine vogel links is het vrouwtje en de zwarte vogel rechts is het mannetje. Door de kleur kun je ze goed uit elkaar houden.
Sleep de naam naar de juiste vogel
De huismus
De koolmees
De pimpelmees
De merel
Slide 38 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke nieuwe dingen heb je door deze tekst geleerd?
Slide 39 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 40 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 41 - Link
Deze slide heeft geen instructies
Hoe ging de les?
😒🙁😐🙂😃
Slide 42 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Slide 43 - Tekstslide
Nu ken je de meest bekende vogels van Nederland en ben je klaar gestoomd voor de Nationale Tuinvogeltelling. Heel veel plezier met tellen!
