In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
De Kracht van Platentektoniek
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je de oorzaken van platentektoniek uitleggen.
Slide 2 - Tekstslide
Introduceer het leerdoel van de les.
Wat weet jij al over de beweging van de aardkorst?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Wat is platentektoniek?
Platentektoniek is de beweging van de aardkorst door de beweging van tektonische platen.
Slide 4 - Tekstslide
Leg uit wat platentektoniek is.
Hoe werkt platentektoniek?
Platen bewegen uit elkaar, naar elkaar toe of langs elkaar heen. Dit veroorzaakt aardbevingen, vulkanen en gebergtevorming.
Slide 5 - Tekstslide
Leg uit hoe platentektoniek werkt.
Soorten plaatgrenzen
Er zijn drie soorten plaatgrenzen: divergente, convergente en transforme.
Slide 6 - Tekstslide
Leg de drie soorten plaatgrenzen uit.
Divergente plaatgrenzen
Bij divergente plaatgrenzen bewegen platen uit elkaar, waardoor er magma uit de aarde kan komen en nieuwe aardkorst ontstaat.
Slide 7 - Tekstslide
Laat voorbeelden zien van divergente plaatgrenzen.
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Convergente plaatgrenzen
Bij convergente plaatgrenzen bewegen platen naar elkaar toe en kan er aardkorst verdwijnen of samengeperst worden, waardoor gebergtevorming en vulkanen ontstaan.
Slide 9 - Tekstslide
Laat voorbeelden zien van convergente plaatgrenzen.
Transforme plaatgrenzen
Bij transforme plaatgrenzen bewegen platen langs elkaar heen, waardoor aardbevingen ontstaan.
Slide 10 - Tekstslide
Laat voorbeelden zien van transforme plaatgrenzen.
Continentale drift
Continenten hebben in de loop van de tijd bewogen door platentektoniek en vormen tegenwoordig de wereldkaart zoals we die kennen.
Slide 11 - Tekstslide
Leg uit wat continentale drift is en hoe het zich verhoudt tot platentektoniek.
Pangea
Pangea was een supercontinent dat bestond uit alle continenten op aarde en ongeveer 300 miljoen jaar geleden begon op te breken door platentektoniek.
Slide 12 - Tekstslide
Toon afbeeldingen van Pangea en leg uit hoe het opbrak.
Bewijs voor platentektoniek
Er is veel bewijs voor platentektoniek, waaronder de vorm van continenten, fossielen en de magnetische velden in gesteenten.
Slide 13 - Tekstslide
Leg uit welk bewijs er is voor platentektoniek.
Toepassingen van platentektoniek
Platentektoniek heeft veel toepassingen, zoals het voorspellen van aardbevingen en het ontstaan van grondstoffen zoals olie en gas.
Slide 14 - Tekstslide
Leg uit welke toepassingen platentektoniek heeft.
Aardbevingen
Aardbevingen ontstaan door de beweging van tektonische platen en kunnen veel schade veroorzaken.
Slide 15 - Tekstslide
Toon afbeeldingen van aardbevingen en leg uit hoe ze ontstaan.
Vulkanen
Vulkanen ontstaan door de beweging van tektonische platen en kunnen uitbarsten, wat veel schade kan veroorzaken.
Slide 16 - Tekstslide
Toon afbeeldingen van vulkanen en leg uit hoe ze ontstaan.
Gebergtevorming
Gebergtevorming ontstaat door de beweging van tektonische platen en kan prachtige landschappen creëren.
Slide 17 - Tekstslide
Toon afbeeldingen van gebergtevorming en leg uit hoe het ontstaat.
Quiz
Test nu je kennis over platentektoniek!
Slide 18 - Tekstslide
Geef de leerlingen een quiz om hun kennis te testen.
Conclusie
Je hebt nu geleerd over de oorzaken van platentektoniek en de gevolgen daarvan, zoals aardbevingen, vulkanen en gebergtevorming.
Slide 19 - Tekstslide
Sluit de les af en vat de belangrijkste punten samen.
Bronnen
Hier zijn enkele bronnen die je kunt raadplegen voor meer informatie over platentektoniek.
Slide 20 - Tekstslide
Geef de leerlingen enkele bronnen om verder te lezen over het onderwerp.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 21 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 22 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 23 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.