In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Welkom
Slide 1 - Tekstslide
En nu verder....
Hoofdstuk 2 uit klas 2 & Hoofdstuk 6 uit klas 3
Klas 2 boek in online-methode
Licht
Slide 2 - Tekstslide
2.1 Licht en zicht
Licht is een vorm van
Straling.
Er zijn meerdere soorten straling zoals ultraviolette straling en infrarode straling.
De zon zendt licht uit.
De zon straalt.
Slide 3 - Tekstslide
2.1 Licht en zicht
Het zichtbare deel van de straling noemen we licht.
Dit noem je het spectrum van het zichtbare licht.
Slide 4 - Tekstslide
2.1 Licht en zicht
Het electromagnetisch spectrum.
Radiogolven (radio, televisie en mobiele telefoon)
Microgolven (magnetron)
Infrarood (warmtestraling
Licht
Ultraviolet (wordt je bruin van)
Röntgenstraling ( rontgenfoto’s)
Gammastraling (radioactieve straling)
Slide 5 - Tekstslide
2.1 Licht en zicht
Om te kunnen zien heb je licht nodig.
Je kunt een voorwerp alleen zien als er licht van dat voorwerp in je ogen komt.
Een voorwerp waarin licht ontstaat noem je een lichtbron.
Slide 6 - Tekstslide
2.1 Licht en zicht
Natuurlijke lichtbronnen
De zon
vuur
sterren
Slide 7 - Tekstslide
2.1 Licht en zicht
Kunstmatige lichtbronnen
De gloeilamp
beeldscherm
ledlampen
Slide 8 - Tekstslide
2.1 Licht en zicht
Direct en indirect licht.
De maan is geen lichtbron
zij weerkaatst het licht van
de zon. Je noemt het licht
van de maan indirect licht.
Bij directe lichtbronnen
ontstaat licht.
Bijvoorbeeld een lamp
Slide 9 - Tekstslide
Dit is een
A
Directe lichtbron
B
Indirecte lichtbron
Slide 10 - Quizvraag
Een bosbrand is een
A
Kunstmatige indirecte lichtbron
B
Kunstmatige directe lichtbron
C
Natuurlijke indirecte lichtbron
D
Natuurlijke directe lichtbron
Slide 11 - Quizvraag
De maan is een
A
Directe lichtbron
B
Indirecte lichtbron
C
Kunstmatige lichtbron
D
Natuurlijke lichtbron
Slide 12 - Quizvraag
Wat zien we hier?
A
Het spectrum van een rode laser.
B
Het spectrum van wit licht.
C
Het spectrum van zwart licht.
D
Het spectrum van een groene laser.
Slide 13 - Quizvraag
Het zichtbare deel van het elektromagnetisch spectrum noem je licht
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quizvraag
Welk soort licht is warmtestraling?
A
alleen ultraviolet licht
B
alleen infrarood licht
C
zowel infrarood als ultraviolet licht
D
wit licht
Slide 15 - Quizvraag
De zon zendt verschillende vormen van straling uit. Welke vormen van straling kunnen mensen niet zien?
A
infrarood
B
infrarood en ultraviolet
C
infrarood, ultraviolet en licht
D
ultraviolet
Slide 16 - Quizvraag
2.1 Licht en zicht
Zicht.
Je ziet een voorwerp als er licht van dat voorwerp in je ogen valt.
Slide 17 - Tekstslide
2.1 Licht en zicht
Lichtbundel
Een zaklamp of de koplampen van een auto zendt een baan licht uit. Dit noem je een lichtbundel.
Slide 18 - Tekstslide
2.1 Licht en zicht
Lichtstralen
Lichtstralen teken je als een rechte lijn met een pijl
Slide 19 - Tekstslide
2.1 Licht en zicht
Schaduw
In de schaduw is het donkerder dan erbuiten .
De plaats van de schaduw vindt je door de lichtstralen te tekenen die langs de rand van het voorwerp gaan.
Slide 20 - Tekstslide
2.1 Licht en zicht
Schaduw tekenen
Teken de lichtstralen die net niet door het voorwerp worden tegengehouden (de randstralen).Tussen deze lichtstralen ligt het gebied waarin het licht niet kan komen.
Slide 21 - Tekstslide
2.1 Licht en zicht
Kernschaduw
en halfschaduw
Als een voorwerp door twee
lampen wordt verlicht ontstaan
er twee schaduwbeelden.
Op de plaats waar deze beelden
over elkaar heen vallen is de
schaduw het donkerst. Dit noem
je kernschaduw.
Naast de kernschaduw zie je de lichtere schaduw van één lampje. Dit noem je de halfschaduw.
Slide 22 - Tekstslide
2.1 Licht en zicht
Schaduw
Randstralen zijn de lijnen langs het voorwerp,
De donkere schaduw is de kernschaduw
De grijze schaduw is de halfschaduw
Slide 23 - Tekstslide
2.1 Licht en zicht
Slide 24 - Tekstslide
Klopt de schaduw?
A
ja
B
nee
Slide 25 - Quizvraag
Klopt de schaduw?
A
ja
B
nee
Slide 26 - Quizvraag
Hoe noemen we A?
A
Halfschaduw
B
Slagschaduw
C
Kernschaduw
D
Hoofdschaduw
Slide 27 - Quizvraag
Hoe noemen we B?
A
Halfschaduw
B
Slagschaduw
C
Kernschaduw
D
Hoofdschaduw
Slide 28 - Quizvraag
Welke gedeelte(s) van de tekening is een halfschaduw?
A
B
C
A
A
B
B
C
C
D
A en C
Slide 29 - Quizvraag
Een satelliet is 's nachts zichtbaar als een ster. Welke term hoort bij een satelliet?
A
direct licht
B
indirect licht
C
kernschaduw
D
natuurlijke lichtbron
Slide 30 - Quizvraag
Een auto staat onder een lantaarnpaal. De schaduw van de auto is getekend met behulp van twee lichtstralen die met een * zijn aangegeven. Hoe noem je deze twee lichstralen?
*
*
A
randstralen
B
zichtlijnen
C
kantstralen
D
kernschaduw
Slide 31 - Quizvraag
Welke letters bevinden zich in het gezichtsveld van de persoon?