Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
4.1 Procenten en factor
H4 Werken met aantallen
1 / 18
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Wiskunde
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
In deze les zitten
18 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
H4 Werken met aantallen
Slide 1 - Tekstslide
4.1 Procenten en factor
Wat gaan we deze les leren:
Aan de hand van een factor aangeven of het totale aantal stijgt of daalt.
De grootte van de stijging of daling berekenen.
Slide 2 - Tekstslide
100%
149,50 = 100% omdat dit de prijs is die je eigenlijk moet betalen.
Slide 3 - Tekstslide
100%
Maar vanwege de Sale krijg de 15% korting!
15%
Slide 4 - Tekstslide
100%
15%
: 100 x 15
: 100 x 15
1,495
22,43
Slide 5 - Tekstslide
100%
van 100% naar 15% is niet makkelijk vandaar dat we eerst rekenen naar 1% en daarna naar 15%
15%
Slide 6 - Tekstslide
100%
15%
1,495
22,425
Moet Annemijn nu 22,43 betalen?
Nee wat die 22,43 is de korting!
Zij moet nu 149,50 - 22,425 = 127,08 euro betalen
Slide 7 - Tekstslide
100%
85%
: 100 x 85
: 100 x 85
1,495
127,08
Wat je ook kan doen is bedenken dat als zij 15% korting krijgt, zij dan 100% - 15% = 85% moet betalen bij de kassa!
Nu reken je gelijk uit wat Annemijn moet betalen.
Slide 8 - Tekstslide
Het kan ook zonder verhoudingstabel.
Dan gebruik je een factor. Hiervoor moet je wel eerst weten wat dat inhoud 15%. Kijk de video eerst!
Slide 9 - Tekstslide
Je weet nu dat 15% hetzelfde is als 0,15
1
0
0
1
5
en 15 gedeeld door honderd is 0,15
De factor waarmee je nu moet vermenigvuldigen is dus 0,15!
149,50 x 0,15 = 22,425
149,50 - 22,425 = 127,08
Slide 10 - Tekstslide
Je weet nu dat 85% hetzelfde is als 0,85
1
0
0
8
5
en 85 gedeeld door honderd is 0,85
De factor waarmee je nu moet vermenigvuldigen is dus 0,85!
149,50 x 0,85 = 127,08 euro
En heb je gelijk het bedrag wat Annemijn moet betalen.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Welke factor hoort 10% erbij?
A
0,10
B
0,90
C
1,10
D
1,09
Slide 13 - Quizvraag
Welke factor hoort bij 30% eraf?
A
0,30
B
0,70
C
1,30
D
1,70
Slide 14 - Quizvraag
Welke factor hoort bij 0,8% erbij?
A
0,8
B
0,2
C
1,8
D
1,08
Slide 15 - Quizvraag
Hoeveel procent komt erbij of gaat eraf met een factor van 1,17?
A
17% erbij
B
17% eraf
C
83% erbij
D
83% eraf
Slide 16 - Quizvraag
Hoeveel procent komt erbij of gaat eraf met een factor van 0,93?
A
93% erbij
B
93% eraf
C
7% erbij
D
7% eraf
Slide 17 - Quizvraag
Maak nu
Voorkennis en §4.1 online of in je schrift.
Slide 18 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
6.1 Procenten (en factor)
December 2020
- Les met
19 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
4.1 Procenten en factor
6 dagen geleden
- Les met
17 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
7.2 Van % naar factor
Januari 2023
- Les met
17 slides
Wiskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
4.1 Procenten en factor
Augustus 2024
- Les met
17 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
wis 3TL 4.1 Procenten en factor
Augustus 2024
- Les met
18 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
7.2 van % naar factor
December 2020
- Les met
25 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
6.1 Procenten (en factor)
Februari 2022
- Les met
35 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
7.1 en 7.2 Exponentiele formules
Februari 2021
- Les met
18 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3