In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
De tijd van ontdekkers en hervormers
voor de laatste keer oefenen
Succes!
Slide 1 - Tekstslide
Wie van de onderstaande personen was een belangrijke hervormer?
A
Karel V
B
Luther
C
Columbus
D
Vasco da Gama
Slide 2 - Quizvraag
Dit schilderij past….(wel / niet) bij de tijd van ontdekkers. Dat blijkt uit….(noem onderdeel bron).
Slide 3 - Open vraag
Vanaf de 15 eeuw ontstonden er steeds meer handelsroutes op open zee. Noem twee redenen die dit mogelijk maakten.
Slide 4 - Open vraag
Om welke reden wilden de Portugezen zelf hun specerijen uit Azië halen in de 16 eeuw?
A
De Portugezen zagen een kans om veel geld te verdienen in de handel uit Azië.
B
Er was weinig voedsel in Portugal dus moest het ergens anders vandaan komen.
C
Italië had Portugal bezet, maar nu was Portugal vrij om zelf op ontdekking te gaan.
D
Landen uit Azië wilden alleen handel voeren met de Portugezen.
Slide 5 - Quizvraag
In de tijd van de ontdekkingsreizen werd de Spaanse en Portugese cultuur het beste verspreid in Amerika. klopt deze stelling?
Slide 6 - Open vraag
Welke kritiek hadden de hervormers op de katholieke kerk? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
A
De katholieke kerk verdiende geld door mensen op te lichten.
B
De katholieke kerk vond dat de paus niet bij de kerk hoorde.
C
De katholieke kerk vond macht en rijkdom belangrijker dan het geloof.
D
De katholieke kerk wilde dat gelovigen de Bijbel zelf lazen.
Slide 7 - Quizvraag
Is de schilder waarschijnlijk een protestant of een katholiek?
Slide 8 - Open vraag
Katholiek
Protestant
trouw aan de paus
Luther en Calvijn
heiligen horen niet bij de kerk
Bijbel in het latijn
Slide 9 - Sleepvraag
De komst van de Spanjaarden in Amerika had gevolgen voor de Indianen. Welk gevolg zie je op de afbeelding?
Slide 10 - Open vraag
Noem nog twee gevolgen die de komst van de Spanjaarden voor de indianen had.
Slide 11 - Open vraag
Eén van de redenen waarom Europeanen op ontdekkingsreis gingen, was dat ze zelf specerijen wilden gaan halen in Indië. Leg uit waarom ze die specerijen zo graag zélf wilden halen.
Slide 12 - Open vraag
De mensen die levend verbrand worden, zijn godsdienstig. Aan één van hen kun je dat zien. Hoe?
Slide 13 - Open vraag
Welke godsdienst hebben de mensen die gedood worden? Leg je antwoord uit.
Slide 14 - Open vraag
Zijn de mensen die gedood worden ketters, of juist niet? Leg je antwoord uit.
Slide 15 - Open vraag
Wie ontdekte in de 15e eeuw Amerika?
A
Vikingen
B
Christoffel Columbus
C
Vasco da Gama
D
Bartholmeus Diaz
Slide 16 - Quizvraag
In welk jaar werd Amerika ontdekt?
A
1458
B
1146
C
1535
D
1492
Slide 17 - Quizvraag
Hoe komt het dat de meeste middeleeuwers niet wisten dat de aarde rond was?
Slide 18 - Open vraag
Wie is wie?
A
Luther, Calvijn, Erasmus
B
Calvijn, Erasmus, Luther
C
Calvijn, Luther, Erasmus
D
Erasmus, Calvijn, Luther
Slide 19 - Quizvraag
Wat zijn aflaatbrieven?
A
Een brief
B
Een brief die je kocht om in de hemel te komen
C
Een brief die je kocht om in de hel te komen
D
Een brief die de kerk verkocht
Slide 20 - Quizvraag
Wat is geen kenmerk van de rooms-katholieke kerk?
A
bronnen bijbel, paus, aflaathandel
B
latijn, wijn/ bloed, hostie
C
heiligen, celibaat, monniken
D
bijbel in landstaal, preek belangrijkst.
Slide 21 - Quizvraag
Wat bedoelen we met de hervorming?
A
het bestormen van de kerken
B
verandering van de katholieke kerk
C
de handel in aflaten
D
de opstand van Willem van Oranje
Slide 22 - Quizvraag
8. Wat is de Inquisitie?
A
een groep monniken die de kerkelijke regels uitlegt
B
een kerkelijke rechtbank die ketters vervolgt
C
een vergadering van de leiders van de kerk
D
geen van bovenstaande antwoorden is juist
Slide 23 - Quizvraag
9. Lees de volgende zin. Welke woorden horen er op de lege plekken?
Verdachten die tijdens het verhoor … (1) ... dat ze … (2) ... waren, kregen een … (3) ... straf dan verdachten die dit … (4) ...
A
toegaven-ketters-lichtere-niet wilden toegeven
B
toegaven-goede katholieken- zwaardere- niet wilden toegeven
C
niet wilden toegeven- goede katholieken- lichtere- wel toegaven
Slide 24 - Quizvraag
De paus is de baas
A
Katholieken
B
Protestanten
Slide 25 - Quizvraag
Verering van heilige beelden en voorwerpen
A
Katholieken
B
Protestanten
Slide 26 - Quizvraag
Kerken mogen geen versierselen hebben
A
Katholieken
B
Protestanten
Slide 27 - Quizvraag
Je kan je zonden afkopen met een aflaat
A
Katholieken
B
Protestanten
Slide 28 - Quizvraag
Je moest zelf de Bijbel kunnen lezen
A
Katholieken
B
Protestanten
Slide 29 - Quizvraag
Alleen een geestelijke kan contact hebben met god.
A
Katholieken
B
Protestanten
Slide 30 - Quizvraag
De ...1... was in de tijd van ...2... de baas over alle ...3... . Hij was een ...4... man. Hij liet een grote ...5... bouwen, maar had daarvoor nog niet voldoende geld.
Zet de woorden op de juiste plek.
christenen
kerk
machtig
ontdekkers en hervormers
paus
Slide 31 - Sleepvraag
In welk jaar start de Nederlandse Opstand?
A
1566
B
1568
Slide 32 - Quizvraag
De leider van de Nederlandse Opstand was...
A
Jan Pieterszoon Coen
B
Maurits van Oranje
C
Johan de Witt
D
Willem van Oranje
Slide 33 - Quizvraag
Zet de gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde.
1. Edelen vragen om minder vervolging van de protestanten
2. Willem van Oranje vlucht
3. Alva wordt de nieuwe landvoogd
4. Alva wil beeldenstormers en edelen bestraffen
5. Willem van Oranje valt de legers van Alva aan
6. Meer hagenpreken
7. Filips II is woedend
8. Beeldenstorm
9. Filips II stuurt Alva met een leger naar de Nederlanden
Slide 34 - Sleepvraag
Doordat het slecht ging in de zuidelijke Nederlanden vluchten veel mensen naar het Noorden. Welk gevolg had dit voor de Republiek?
A
Er ontstond overbevolking en armoede omdat er zoveel mensen kwamen wonen
B
Er ontstonden ruzies tussen katholieken en protestanten
C
De immigranten namen kennis mee van handel en nijverheid waar de Republiek van voordeel van had.
D
Doordat er meer arbeiders kwamen kon er meer geproduceerd worden
Slide 35 - Quizvraag
Leg het verschil uit tussen gewetensvrijheid en godsdienstvrijheid.
Slide 36 - Open vraag
Wat betekent het begrip "ontdekkingsreizen"?
A
Gebied buiten het eigen land dat is veroverd en wordt bestuurd door het moederland.
B
Reizen naar gebieden die tot dan toe onbekend zijn.
C
Een christen die vindt dat de paus in Rome de leiding heeft over de kerk
D
Een christen die zich aansluit bij een hervormer, zoals Luther of Calvijn.
Slide 37 - Quizvraag
Welke Europees land was het eerst met ontdekkingsreizen?
A
Spanje
B
Portugal
C
Italië
Slide 38 - Quizvraag
Wat was de belangrijkste oorzaak van de ontdekkingsreizen?