In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Nederlands
Klas 1 KGT - 5.7
Spelling/Over Taal
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag in deze les:
Lesafspraken
Stillezen
Terugblik
Lesdoel
Huiswerk nakijken
Instructie Over Taal
Aan de slag
Slide 2 - Tekstslide
Lesafspraken:
Respect voor elkaar en omgeving
Spullen en huiswerk op orde
Werkhouding
Volume in de klas
Steek je hand op
Tassen op de grond, jassen in kluisje
Geen eten/drinken/kauwgom
Slide 3 - Tekstslide
Stillezen
timer
10:00
Slide 4 - Tekstslide
Terugblik
Schrijfdossier
Grammatica - bnw/voorzetsels
Spelling - vdw als bnw/bezitsvorm/getallen
Slide 5 - Tekstslide
Lesdoel
Je kent de betekenis van elf schooltaalwoorden en tien moeilijke woorden uit teksten.
Je kunt de betekenis van woorden vinden door te kijken naar een afbeelding bij een tekst.
Je kunt in een woordenboek opzoeken of een woord een de-woord of een het-woord is.
Je kunt uitleggen wat beeldtaal is en voorbeelden geven.
Slide 6 - Tekstslide
Huiswerk nakijken
Opdr. 20
a. Mijn oma’s sieraden werden aan de kleinkinderen gegeven.
b. Latifa’s parfum ruikt erg sterk.
c. Ben je de baby’s speen alweer kwijtgeraakt?
d. Wie heeft Bas’ boeken verstopt?
e. Eliannes fiets is alweer gestolen.
Slide 7 - Tekstslide
Huiswerk nakijken
Opdr. 20
f. Waarom kan je moeders vriend niet mee?
g. Heb je gezien dat Bibi’s kamer altijd een rommel is?
h. Mijn vriendins favoriete song is nu op de radio.
i. Peters verzameling staat op zolder uitgestald.
j. De toeristen genoten van de rondleiding door Enschede’s centrum.
Slide 8 - Tekstslide
Huiswerk nakijken
Opdr. 21
1. twee
2. 3 euro
3. 1 euro 50
4. 2, 1
5. 09.00
6. vijftig
7. vier
8. 138
9. 21, 16
10. tweede, 23
11. 18.00
Slide 9 - Tekstslide
Spelling
Aan het einde van deze paragraaf zit een opdracht met een dictee. Deze maak je als huiswerk.
Slide 10 - Tekstslide
Over Taal
Bij Lezen heb je geleerd dat je een tekst altijd eerst verkennend moet lezen. Je kijkt dan ook naar de afbeeldingen: foto's of tekeningen bij de tekst. Afbeeldingen kunnen je bovendien helpen bij het begrijpen van moeilijke woorden.
Slide 11 - Tekstslide
Aan de slag
Opdr. 22 (232) Dictee (heb je oortjes/koptelefoon bij je? Dan kun je hem maken, anders maak je hem thuis)