1.1 Ontdek je binnenste

Nectar Hoofdstuk 1

Onderzoek je binnenste

§ 1 Ontdek je binnenste
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Nectar Hoofdstuk 1

Onderzoek je binnenste

§ 1 Ontdek je binnenste

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekenen de kleuren in LessonUp?

Blauw: terugblik/ oefenvragen
Groen: aantekeningen           
Rood: maakwerk

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen:
  • je kan uitleggen hoe je lichaam er van binnen uit ziet.
  • Je kan uitleggen wat cellen, organen, orgaanstelsels en organismen zijn.
  • je kan uitleggen uit welke delen organen zijn opgebouwd 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waaruit bestaan organismen?

- organisme
- orgaanstelsel
- orgaan
- cel

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cellen
Er zijn verschillende soorten cellen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Organen
Ons lichaam is opgebouwd uit organen.

Een orgaan voert bepaalde taken uit. 

Als organen "samenwerken" met hun taken dan horen deze bij een orgaanstelsel

Slide 6 - Tekstslide

De torso bespreken is de startopdracht. Dit klassikaal behandelen. Vergelijkbare methode als bij minilessen

Startopdracht is verwijderd uit Learnbeat

Orgaanstelsels
Een groep organen die samenwerken, heet een orgaanstelsel.

Voorbeelden van orgaanstelsels:
- Skelet
- Verteringsstelsel
- Ademhalingsstelsel
- Bloedvatenstelsel 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 verschillende orgaanstelsels
Bloedvatenstelsel

Skelet/ Beenderstelsel
Zenuwstelsel

functie
Vervoeren van bloed door het lichaam
functie
Vorm en stevigheid voor het lichaam.
Bescherming en aanhechting van pezen.
functie
Communicatie tussen organen en aansturing door de hersenen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

waaruit bestaat je lichaam?
  • het hele lichaam bestaat uit organen
  • Veel organen zitten in je lichaam, maar ook van buiten
  • Elk orgaan heeft een eigen taak (functie)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Organisme: alles dat leeft!

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inzoomen: orgaanstelsel (een organisme bestaat uit orgaanstelsels)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nog verder inzoomen: Orgaan, (Orgaanstelsels bestaan uit organen)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nog verder inzoomen: Weefsels, (Organen betaan uit weefsels)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nog verder inzoomen: cellen, (Weefsels bestaan uit cellen)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk 
Maak opdracht 1 t/m 7 op blz.9

Stiften mee nemen volgende les

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippenlijst ISK
Cel: Een cel is de kleinste bouwsteen van een levend wezen. Alles wat leeft, zoals mensen, dieren en planten, is gemaakt van cellen.

Orgaan: Een orgaan is een onderdeel van je lichaam dat een belangrijke taak heeft, zoals het hart dat bloed rondpompt of de longen die je helpen ademen.

Orgaanstelsel: Een orgaanstelsel is een groep organen die samenwerken om een belangrijke functie uit te voeren. Bijvoorbeeld, het spijsverteringsstelsel bestaat uit de maag, darmen, en andere organen die samenwerken om voedsel te verteren.

Organisme: Een organisme is een levend wezen, zoals een mens, dier, of plant. Het is iets dat leeft en bestaat uit verschillende cellen, organen en orgaanstelsels.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 2
Knip en plak opdracht 8 en 9

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet op volgorde van groot naar klein 
groot
klein
organenstelsel
cel
organisme
orgaan

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welke stelsels zie je?
A
bloedvatenstelsel zenuwstelsel
B
bottenstelsel zenuwstelsel
C
verteringsstelsel spierstelsel
D
je ziet alleen organen, geen stelsels

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


De lever hoort bij
A
bottenstelsel
B
zenuwstelsel
C
bloedvatenstelsel
D
verteringsstelsel

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


nummer 5
A
Long
B
Hart
C
Nier
D
Maag

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welk stelsel hoort dit orgaan
A
Uitscheidingsstelsel
B
Spijsverteringsstelsel
C
Bloedvatenstelsel
D
Ademhalingsstelsel

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


nummer 2
A
Long
B
Hart
C
Nier
D
Maag

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk
Maak opdracht 8 t/m 14
 op blz. 13

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
9 t/m 14

practicum op blz. 17

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 3

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Orgaan
Organisme
Orgaanstelsel

Slide 27 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht:
Sleep de organen naar de juiste plek in de torso.

Slide 28 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Organismen
cel
Organenstelsel
orgaan

Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hierboven zie je een torso zoals in het biologielokaal. Een aantal organen zijn ernaast neergelegd. Sleep de namen van de organen naar het juiste orgaan.
Nier
Longen
Lever
Luchtpijp
Dunne darm

Slide 30 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen:
  • je kan uitleggen hoe je lichaam er van binnen uit ziet.
  • Je kan uitleggen wat cellen, organen, orgaanstelsels en organismen zijn.
  • je kan uitleggen uit welke delen organen zijn opgebouwd 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cellen
Cellen zijn bouwstenen van organismen.

Alles wat leeft bestaat uit cellen.

Er zijn veel verschillende type cellen. Ook al verschilt hun vorm, de bouw van cellen is grotendeels gelijk. 

Het lichaam van een mens bestaat uit wel 30 biljoen cellen.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cellen 
Je lichaam bestaat uit miljarden cellen.
Deze werken allemaal samen om je lichaam te laten werken

Onderdelen cel     -->

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten maken
Maak opdracht 16 t/m 19

Klaar ga dan nakijken

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippenlijst ISK
Celmembraan: Dit is de dunne buitenkant van de cel. Het houdt alles binnen de cel bij elkaar en regelt wat er in en uit de cel mag gaan, zoals een deur.

Celkern: Dit is het controlecentrum van de cel. Hier ligt de informatie (zoals DNA) opgeslagen die de cel vertelt wat hij moet doen, zoals de hersenen van de cel.

Cytoplasma: Dit is de geleiachtige vloeistof binnenin de cel. Hierin drijven alle andere onderdelen van de cel rond. Het zorgt ervoor dat alles op zijn plek blijft en goed werkt.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies