Opfrisles ethiek

Leerdoelen
Je bent instaat om aan te geven wat ethiek inhoudt.
Je kunt de juiste omschrijvingen geven van de gebruikte termen en weten waar deze voor staan.
 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
Je bent instaat om aan te geven wat ethiek inhoudt.
Je kunt de juiste omschrijvingen geven van de gebruikte termen en weten waar deze voor staan.
 

Slide 1 - Tekstslide

welke uitspraak is het beste?
A
Het gaat bij ethiek over je eigen mening
B
Het gaat bij ethiek over het filosofisch benaderen van een vraag over goed en kwaad
C
Het gaat bij ethiek over waar en niet waar.
D
Het gaat bij ethiek over belangrijk en onbelangrijk.

Slide 2 - Quizvraag

Keuzes maken
  • Moraal: is het geheel van normen en waarden.
  • Norm: is een gedragsregel.
  • Waarde: is een ideaal (materieel /immaterieel)
  • Normen komen voort uit waarden. 
  • Deugden: karaktereigenschappen die we waarderen.

Slide 3 - Tekstslide

Intrinsieke waarden:


Waarden die op zich zelf belangrijk zijn.


Slide 4 - Tekstslide

Instrumentele waarden
zijn waarden die nodig zijn om intrinsieke waarden te bereiken.
Dus waar ik menswaardigheid & rechtvaardigheid mee kan realiseren!

Slide 5 - Tekstslide

Wat is geen intrinsieke waarde?
A
liefde
B
geld
C
goedheid
D
vriendelijkheid

Slide 6 - Quizvraag

READER ETHIEK —> 2 vragen m.b.t. ethisch juist handelen
* 1. Welke doelen moeten wij in ons leven kiezen en
nastreven?
* 2. Door welke morele uitgangspunten moeten we ons
laten leiden in het maken en nastreven van deze
doelen?

Slide 7 - Tekstslide

Ethische optiek
* Dat is: de benadering dat mensen goed behoren te handelen
A Goed - B behoren - C Handelen
Dit staat centraal in ieder vakgebied/profiel: sociaal, cultureel, medisch, technisch enz.enz.

Slide 8 - Tekstslide

A. Goed
* Wat wordt hier bedoeld met het woord "Goed"?
* Ons handelen moet Menswaardig zijn
* Een ethische visie hebben we hiervoor  nodig
Vraag is steeds (in ieder vakgebied) : is ons handelen menswaardig te noemen?
noemen? 

Slide 9 - Tekstslide

B. behoren
Ons goede handelen is in ieders vakgebied géén vrijblijvende zaak
Doe je het niet dan benadeel je de medemens en daarmee ook jezelf en jouw omgeving.

Slide 10 - Tekstslide

C. ETHISCH Handelen
Het is iets praktisch —> je moet het doen! 
Daarvoor is een ethische visie nodig: vanuit welke ethische visie kan ik dan het beste handelen om menswaardige en rechtvaardige keuzes te maken? 

Slide 11 - Tekstslide

We kunnen teleologisch handelen (doel/gevolg-gericht) 
of  deontologisch handelen (deugd/plicht-gericht )
Gevolgenethiek kijkt naar het resultaat (doel) van ons handelen
Plichtsethiek gaat uit van deugden en plichtsbesef.
Bentham en Kant staan hier tegenover elkaar:
Bentham met utilisme en Kant met de categorische imperatief.

Slide 12 - Tekstslide

Wat is een norm?
A
Hetzelfde als een waarde
B
Een karaktereigenschap
C
Een deugd.
D
Een gedragsregel.

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een deugd?
A
Hetzelfde als een norm
B
Een positief karaktereigenschap
C
Een kind dat niet luistert
D
Een gedragsregel

Slide 14 - Quizvraag

Gemeenschappelijk moraal:


  • Komt tot uiting in de grondwet.
  • Normen en waarden van een samenleving.
  • Nieuwe normen en waarden.

Slide 15 - Tekstslide

Korte Herhaling
Wat is Ethiek?
A
Leer van het goede/juiste handelen
B
Leer van het menselijk handelen
C
Leer van het leven
D
Leer van de vrije wil

Slide 16 - Quizvraag

Christelijke ethiek

Elk mens is door God gewild 

bepaald doel

  • Normen en waarden veranderen bijna niet.
  • Want God verandert niet.

Slide 17 - Tekstslide

Vraag!
Wat is een groot verschil tussen wijsgerige ethiek en christelijke ethiek? (zie reader/elo)

Slide 18 - Tekstslide

HUISWERK
Maakwerk: par.3: vr. 33,35 t/m 38, 51a en b, 52,54

DEZE WEEK AFRONDEN! Dan verder met de gekozen case-opdracht!


Slide 19 - Tekstslide

Succes met de case opdracht!!

Zet hem op en maak er iets moois van.

Slide 20 - Tekstslide