M10 21-10 breuken vereenvoudigen

• Rekenen
• ISK

Rekenen

• Herhalen breuken
• gelijkwaardige breuken
• breuken vereenvoudigen
• zelfstandig werken

Breuken bestaan uit...

1. Boven en onder
2. Teller en noemer
3. Naam en achternaam
4. Vier cijfers

Welk getal is in deze afbeelding de teller en welke de noemer?

1. 4 is de teller 1 is de noemer
2. 1 is de teller en 4 is de noemer
3. 1 is de teller en 4 is de teller
4. 1 is de noemer en 4 is de noemer

Breuken

1/2 deel

3/8 deel

5/6 deel

1/4 deel

De helft van het voetbalveld.
Welke breuk hoort hierbij?

1. 1/5
2. 1/4
3. 6/8
4. 1/2

6 van de 8 bomen zijn omgezaagd.
Welke breuk hoort hierbij.

1. 4/5
2. 1/4
3. 6/8
4. 2/8

3 van de 5 boeken heb ik gelezen.
Welke breuk hoort hierbij.

1. 1/5
2. 3/5
3. 8/5
4. 5/3

3 van de 7 auto's zijn rood.
Welke breuk hoort hierbij.

1. 1/5
2. 3/7
3. 7/3
4. 5/3

Kwart

Driekwart

Half

Gelijkwaardige breuken: breuken die even groot zijn, maar op een andere manier opgeschreven.

Breuken vereenvoudigen

Je maakt de getallen kleiner.

Je gaat de teller en de noemer door hetzelfde getal delen. 

Maak de getallen zo klein mogelijk. 

Soms kan het vaker dan 1x! 

Vereenvoudig de breuk
2/4

Vereenvoudig de breuk
4/12

Vereenvoudig de breuk
3/15

Vereenvoudig de breuk
9/12

Klaar met LessonUp!

Schrijf deze woorden in je woordschrift:

• Gelijkwaardige breuken
• vereenvoudigen

Klaar? Verder met je breukenboek.

Als je wilt mag je samen met mevrouw Koop zitten.

• Je mag samenwerken.
• Je mag muziek luisteren.
• Je mag geen YouTube kijken.