Maaike zegt: ‘Vorig jaar ging ik met mijn ouders bij mijn oom op bezoek in New York. Op het vliegveld moesten we onze paspoorten laten zien, onze
tassen werden doorzocht en we moesten zelfs onze schoenen uittrekken.’
Mustafa zegt: ‘Als je met een boot van Denemarken naar Zweden gaat, mag je bij aankomst in de haven zo de veerboot afrijden, zonder dat je paspoort wordt gecontroleerd.’
Over welke soort kunstmatige grens hebben Maaike en Mustafa het
ieder? (2p)
Maaike: Gesloten / harde grens
Mustafa: Open / zachte grens