- In kraakbeenweefsel liggen kraakbeencellen en tussencelstof.
- In de tussencelstof zit heel veel lijmstof en weinig kalkzouten.
- Daardoor kan kraakbeen buigen.
- De botten van een baby bestaan vooral uit kraakbeenweefsel. Een baby is daardoor lenig. Als een baby ouder wordt, verdwijnt veel van het kraakbeen.
- In het lichaam van een volwassene zit kraakbeen bijvoorbeeld: in de oorschelp, in de neus, tussen de ribben en het borstbeen, tussen de wervels van de wervelkolom.