4.4 Licht en schaduw

4.4 Licht en schaduw
Nodig:
Potlood
Geodriehoek
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
W&TMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

4.4 Licht en schaduw
Nodig:
Potlood
Geodriehoek

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling:
Leg in eigen woorden
uit hoe jij dit rode shirt
rood ziet.

Slide 2 - Open vraag

In de disco branden felle lampen. Toch zie je de mensen op de dansvloer niet goed. Waarom niet?
A
Ze dragen allemaal zwarte kleren.
B
Het licht kan niet om of door de mensen heen, daarom zie je alleen hun omtrek.
C
Dat komt door de kleur van de lampen

Slide 3 - Quizvraag

Doelen van deze les 

  • Ik kan in eigen woorden uitleggen hoe een schaduw ontstaat.
  • Ik kan in verschillende situaties een schaduw tekenen en in dezelfde tekening aangeven waar de kern- en halfschaduw zich bevindt.
  • Ik kan via een tekening aangeven hoe een zons- en maansverduistering ontstaat.


Slide 4 - Tekstslide

Hoe ontstaat schaduw?

Slide 5 - Woordweb

Schaduw

Schaduw ontstaat als een voorwerp lichtstralen tegenhoudt
Wanneer er 1 lichtbron is, krijg je 1 duidelijke schaduw

Slide 6 - Tekstslide

Schaduw
Schaduw ontstaat als een voorwerp lichtstralen tegenhoudt 
 
Wanneer er 1 lichtbron is, krijg je 1 duidelijke schaduw

Achter een ondoorzichtig voorwerp ontstaat schaduw omdat het licht wat er opvalt er niet doorheen kan.
Divergent
De lichtbundel van de lamp is divergent. Dat betekent dat de lichtstralen vanuit een punt uit elkaar gaan. 

Slide 7 - Tekstslide


Wat gebeurt er met de schaduw van een voorwerp, wanneer je het voorwerp dicht bij de lamp neerzet?

Slide 8 - Open vraag

Vergrotingsfactor
Als licht van een lamp komt kan de grootte van de schaduw veranderen als het voorwerp verplaatst.
Hoe dichter bij de lamp, hoe groter de schaduw. 

Staat het voorwerp verder bij de lamp weg, dan wordt de schaduw kleiner

Slide 9 - Tekstslide

Wanneer geen schaduw? 

Doorzichtige voorwerpen krijgen geen echte schaduw. 

Zij laten het licht wel (deels) door.

Slide 10 - Tekstslide

Soorten schaduw
Maar soms heb je meerdere, of een grote lichtbron. 

Dan krijg je verschillende soorten schaduw. 

Achter een ondoorzichtig voorwerp ontstaat schaduw omdat het licht wat er opvalt er niet doorheen kan.

Slide 11 - Tekstslide

Soorten schaduw
  • Halfschaduw: Een schaduw 
       waar niet alle lichtbronnen schijnen.
  • Kernschaduw: een schaduw waar geen enkele lichtbron schijnt.

Slide 12 - Tekstslide

Schaduw (kern en half)

Slide 13 - Tekstslide

Hoe ontstaat een zonsverduistering?

Slide 14 - Woordweb

Zonsverduistering 
Hoe ontstaat zonverduistering?
  • De zon wordt verduisterd door de maan.
  • De maan draait rondjes om de aarde, één rondje duurt ongeveer 27 dagen, 7 uur en 43 minuten (ongeveer 1 maand). 
  • Aarde en maan draaien samen om de zon. Wanneer de maan tussen de zon en de aarde staat ontstaat er een zonverduistering.
  • De zon straalt zijn licht op de aarde, maar de maan staat er precies voor en houdt het licht van de zon tegen. Dat geeft een schaduw. Dit is een relatief kleine schaduw en het is dus ook maar op een kleine plek op aarde donker. 
  • Een zonsverduistering wordt ook wel eclips genoemd

Slide 15 - Tekstslide

De gedeeltelijke zonsverduistering op 25 oktober '22

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Een zonverduistering ontstaat
A
doordat de aarde tussen de zon en de maan staat.
B
doordat het nacht is.
C
doordat het bewolkt is.
D
door dat de maan tussen de aarde en de zon staat.

Slide 18 - Quizvraag

Zon en maanverduistering






Wanneer de aarde, de maan en de zon op één lijn zitten hebben we te maken met een verduistering

Slide 19 - Tekstslide

Maansverduistering
De maan draait iedere maand 1 rondje om de aarde. De maan weerkaatst het licht van de zon, we zien alleen het deel wat door de zon beschenen wordt. Een maansverduistering vindt plaats als de aarde precies tussen de zon en de maan instaat. De maan staat in de schaduw 
van de aarde. Er valt dus geen licht meer op de 
maan en de maan wordt donker 
(=maanverduistering)

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Hoe verder een paaltje van een lantaarnpaal afstaat, hoe....

A
korter de schaduw
B
hoe langer de schaduw
C
schaduw verandert niet
D
geen idee

Slide 22 - Quizvraag

In de disco branden felle lampen. Toch zie je de mensen op de dansvloer niet goed. Waarom niet?
A
Ze dragen allemaal zwarte kleren.
B
Het licht kan niet om of door de mensen heen, daarom zie je alleen hun omtrek.
C
Dat komt door de kleur van de lampen

Slide 23 - Quizvraag

Aan de slag
  • Maak alle opdrachten van 4.4.
  • Kijk daarnaast de opdrachten t/m 4.3 na.
  • 2de deel: bezig met project.
  • Zorg daarnaast dat je logboek goed bijhoudt!





Slide 24 - Tekstslide