Staal blok 7, groep 6

Staal blok 7, groep 6
Ik kan oefenen voor de toets van overmorgen:
spelling
grammatica
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Staal blok 7, groep 6
Ik kan oefenen voor de toets van overmorgen:
spelling
grammatica

Slide 1 - Tekstslide

Tegenwoordige tijd
ik  .........jij
ik vorm 
ik loop
jij/hij/zij/het meisje
ik vorm+ t
hij loopt
jullie/ wij 
hele ww
wij lopen

Slide 2 - Tekstslide

typ een garagewoord

Slide 3 - Woordweb

Typ het woord dat juf noemt:

Slide 4 - Open vraag

Typ het woord dat juf noemt:

Slide 5 - Open vraag

Typ het woord dat juf noemt:

Slide 6 - Open vraag

Typ het woord dat juf noemt:

Slide 7 - Open vraag

Typ het woord dat juf noemt:

Slide 8 - Open vraag

Typ het woord dat juf noemt:

Slide 9 - Open vraag

Typ hier de zin die juf noemt:

Slide 10 - Open vraag

Typ hier de zin die juf noemt:

Slide 11 - Open vraag

Persoonsvorm in deze zin?
Juf Tessa gaf maandag les aan onze klas.
A
Juf Tessa
B
klas
C
gaf
D
onze

Slide 12 - Quizvraag

Persoonsvorm in deze zin?
Juf Meike is laatst erg verkouden geweest.
A
Juf Meike
B
is
C
verkouden
D
geweest

Slide 13 - Quizvraag

Onderwerp in de zin?
Gisteren liepen de drukke kinderen op straat te schreeuwen.
A
Gisteren
B
liepen
C
de drukke kinderen
D
schreeuwen

Slide 14 - Quizvraag

Onderwerp in de zin?
Elke avond denk ik aan wat ik morgen ga doen.
A
denk
B
elke avond
C
doen
D
ik

Slide 15 - Quizvraag

Noem zoveel mogelijk stoffelijk bijvoeglijke naamwoorden, let op de spelling

Slide 16 - Woordweb

Hoeveel lidwoorden in de zin:
De auto's stoppen, omdat er op het zebrapad mensen lopen die de straat willen oversteken.

Slide 17 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord in deze zin?
De kinderen hebben prachtig getekend.

Slide 18 - Open vraag

Wat is het hulpwerkwoord?
Ik heb eraan gedacht het werk te corrigeren.

Slide 19 - Open vraag

Wat zijn de zelfstandig naamwoorden?
Hoeveel koffie drink jij op een dag?

Slide 20 - Open vraag

We zitten al twee uur te wachten, maar de lieve juf is nog steeds in de koffiekamer.
Schrijf op: telwoord, bijv.naamwoord, voegwoord, voorzetsel.

Slide 21 - Open vraag

De kinderen zijn snel stil, omdat ze dan langer op het grote plein kunnen spelen.
Schrijf op: telwoord, bijv.naamwoord, voegwoord, voorzetsel.

Slide 22 - Open vraag

Pak nu je wisbordje 

Slide 23 - Tekstslide

Schrijf op: nieten
in de tegenwoordige tijd:
Ik...
Jij...
...jij?

Slide 24 - Tekstslide

Het hele werkwoord is snijden
Tegenwoordige tijd: ik...
Verleden tijd: ik...
Voltooide tijd: ik...

Slide 25 - Tekstslide

Zijn er nog vragen?

Slide 26 - Tekstslide