De Amerikaanse Revolutie

De Amerikaanse Revolutie
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De Amerikaanse Revolutie

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet jij over Amerika in de 18e eeuw?

Slide 2 - Woordweb

Leerdoel
Aan het einde van deze les weet je: 
  • Ik kan uitleggen waardoor de Amerikaanse Revolutie begon
  • Ik kan uitleggen hoe de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog verliep
  • Ik kan uitleggen welke bestuursvorm de Verenigde Staten kregen
Daarnaast kunnen jullie benoemen welke invloed de Verlichting heeft gehad op het uitbreken van de Amerikaanse revolutie.

Slide 3 - Tekstslide


Oorspronkelijke bewoners 

  • De Native Americans, vermoedelijk via Siberië en Alaska naar Noord-Amerika
  • Daarna kwamen rond 1000 de Vikingen o.l.v. Leif Erikson in het oosten van Noord-Amerika. Ze noemden dit Vinland (Wijnland)
Leif Erikson 'ontdekt' Amerika, 500 jaar voor Columbus. Schilderij uit 1893.

Slide 4 - Tekstslide


De eerste Europese kolonisten

  • Columbus kwam in 1492 aan in Amerika.
  • Na hem kwamen grote groepen Spanjaarden naar Midden- en Zuid-Amerika om daar te gaan wonen.
  • Kolonisatie van Noord-Amerika vanaf 1562: Spanjaarden en Fransen in Florida.
  • Nederlanders vestigden zich vanaf 1624 in Manhattan (New York)
Columbus 'ontdekt' Amerika. Columbus is nooit in Noord-Amerika geweest. In zijn vier reizen bezocht hij alleen Midden- en Zuid-Amerika.

Slide 5 - Tekstslide


Engelse kolonisten

  • Pas in de 17e eeuw stichtten Engelsen kolonies in het oosten van Noord-Amerika: John Smith in de kolonie Virginia (1607)
  • De kolonisten waren om verschillende redenen naar Amerika vertrokken.
  • Sommigen waren gevlucht vanwege hun geloof (Pilgrim Fathers), anderen waren gevlucht vanwege armoede en zochten een beter bestaan.
De Mayflower, het schip dat de Pilgrim Fathers in 1620 naar Amerika bracht

Slide 6 - Tekstslide

Waar stichtten de Engelsen in Amerika hun kolonies?
A
Oost-kust
B
West-kust
C
Portland
D
Texas

Slide 7 - Quizvraag

De kolonisten in de 13 kolonies moesten zich houden aan de....
A
Amerikaanse wet
B
Russische wet
C
Engelse wet
D
Franse wet

Slide 8 - Quizvraag

De meeste mensen in Amerika waren rond 1750
A
Afro-Amerikanen
B
Blanke Amerikanen
C
Native Americans

Slide 9 - Quizvraag

13 kolonies

1. Politiek
* kenden een ruime mate van zelfbestuur 
* Elke kolonie had een eigen gekozen parlement dat samenwerkte met de Engelse gouverneur.
*Geen vertegenwoordiging in Engelse parlement (Londen)
2. Economisch:
* alles is er opgericht om het land rijker te maken
* Maar! Ze trachtten deze beperkingen te omzeilen (zodat in praktijk er vrijhandel is) en betalen weinig belastingen
3. Cultureel:
* Godsdienstvrijheid
Aanvankelijk hadden de kolonisten weinig last met het Engelse bestuur - Engeland was ver weg en niet bemoeizuchtig. 
Het waren dus 13 aparte kolonies! niet 1 gebied
De kolonies verschilden onderling ook.
Ze konden samenwerken, maar hadden geen inspraak bij de andere kolonie.

Slide 10 - Tekstslide

Welke voordelen hadden de kolonisten? Politiek, economisch en cultureel?

Slide 11 - Open vraag

Welke nadelen kenden de kolonisten?

Slide 12 - Open vraag

Franse en Indiaanse oorlog

  • De Britten vechten in een oorlog tegen de Fransen en Native Americans (Indianen). In de Zevenjarige Oorlog (1756-1763) verloor Frankrijk al zijn gebieden waardoor de Britse heerschappij op het continent werd bevestigd.
  • De oorlog kost Engeland veel geld. Daarom worden de belastingen verhoogd voor de kolonisten. 
  • De Engelse kolonisten verzetten zich steeds meer tegen Engeland.

  • Ondanks dat ze belasting moesten betalen, mochten ze niet meepraten in het Britse parlement: “No taxation without representation!

Slide 13 - Tekstslide

Kolonisten worden bozer

  • Kolonisten hadden geen inspraak op Britse politiek die hen nu veel regels/belastingen oplegde.

Slide 14 - Tekstslide

'Geen belasting zonder vertegenwoordiging'
1: nieuwe belastingen
Invoerrechten op suiker, glas, papier, thee en een zegelbelasting opgelegd door het Britse parlement.
2: Vreedzaam verzet
Aanvankelijk verliep het verzet vreedzaam: petities en boycot van belastingen.

3. Tea tea tea
Engeland trok de meeste wetten terug in, enkel de belastingen op thee werden om principiële redenen behouden.
Verzet wordt ideologisch
Waar het verzet aanvankelijk economisch was, kreeg het nu een meer politiek en ideologisch karakter: dit betekent dat ze meer en meer vonden dat ze beter zichzelf konden besturen.

Slide 15 - Tekstslide


De Boston Teaparty (1)

  • De kolonisten wilden geen belasting meer betalen voor de geïmporteerde Engelse thee (de thee was trouwens voor de Britten goedkoop én van Chinese oorsprong) De kolonisten gingen daarom thee smokkelen.
  • In 1773 verleende de Engelse regering de Britse Oost-Indische Compagnie het monopolie op het importeren van thee uit Azië.
  • De kolonisten gingen deze thee boycotten en dronken alleen nog maar gesmokkelde thee om zo de Britten te straffen (zo hadden de Britten geen winst op theeverkoop)

Slide 16 - Tekstslide


De Boston Teaparty (2)

  • De Engelsen besloten hun thee goedkoper te maken dan de gesmokkelde thee (Tea Act = Thee wet)

  • In Boston bereikten drie Engelse theeschepen de haven.
  • In de nacht van 16 december 1773, werden de schepen bestormd door een groep als indianen verklede kolonisten en gooien alle thee overboord: de Boston Teaparty
  • de andere kolonieën zijn solidair en roepen op tot  een boycot tegen Britse producten
  • 1774: 13 kolonies richten Congres op

Slide 17 - Tekstslide

0

Slide 18 - Video

Oorlog met Engeland 
1775-1783

  • Het leger van de dertien koloniën werd geleid door generaal George Washington.
  • Voor Engeland is de oorlog lastig en kostbaar vanwege de afstand.

Slide 19 - Tekstslide

Thomas Jefferson
Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring

Slide 20 - Tekstslide

Onafhankelijkheidsverklaring - 4 juli 1776: 
Geschreven door verlicht denker 'Thomas Jefferson'
Alle mensen gelijk geschapen
Iedereen heeft recht op leven, vrijheid en geluk
De regering moet deze rechten beschermen
Anders mag het volk de regering veranderen/afzetten
Maak opdracht 6 tot en met 19

Slide 21 - Tekstslide

Oorlog met Engeland 
1775-1783

  • Het leger van de dertien koloniën werd geleid door generaal George Washington.
  • Voor Engeland is de oorlog lastig en kostbaar vanwege de afstand.
  • Door de steun van Engelands vijanden (Spanje, Holland, Frankrijk, Rusland en Pruisen) keert het tij

  • In 1781 werd het Engelse leger verslagen bij Yorktown
  • De vrede van de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog getekend in Parijs in 1783
Schilderij van de ondertekening van de vrede in 1783. Het schilderij is nooit afgemaakt omdat de Britten weigerden model te staan.

Slide 22 - Tekstslide

1607
1765
1774
1776
1783
Engelsen stichten kolonies in Amerika
De Amerikanen moeten belasting gaan betalen
De Amerikanen richten het Congres op
De Amerikanen roepen de onafhankelijkheid uit
Einde van de onafhankelijkheidsoorlog

Slide 23 - Sleepvraag

Leg uit waarom de Amerikanen geen belasting wilden betalen

Slide 24 - Open vraag

Waarom richtten de Amerikanen het Congres op?
A
Ze wilden graag centrale wetgeving
B
Ze hadden een nieuw parlement nodig
C
Samen stonden ze sterker tegen de Britten

Slide 25 - Quizvraag

Dekolonisatie betekent ...
A
Het afhankelijk worden van kolonies
B
Het onafhankelijk worden van kolonies
C
Oorlog voeren tegen het moederland
D
Samenwerken tegen het moederland

Slide 26 - Quizvraag

Het bestuur van de Verenigde Staten
1787 : De VS krijgt een grondwet

  • Federale staat: staat gevormd door verschillende deelstaten die verbonden zijn door een nationale overheid (regering is verantwoordelijk voor buitenlandse politiek, defensie en economische politiek)
  • Driemachtenleer (Trias Politica) van Montesquieu
  • Grondrechten: in 1791 werden al 10 amendementen opgenomen in de grondwet: de Bill of Rights waarin de individuele rechten van de burgers werden opgenomen uit angst ovoro een te strenge overheid (een angst die er nog steeds is)

Slide 27 - Tekstslide

Wie heeft de
wetgevende macht in de VS?
A
De Senaat + Huis van afgevaardigden
B
Iedereen
C
Rechters
D
de president

Slide 28 - Quizvraag

Wie heeft de uitvoerende macht in de VS?
A
Het Congres
B
De president
C
Het Hooggerechtshof
D
De Senaat

Slide 29 - Quizvraag

Waarom past de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring/het bestuur bij de ideeën van de verlichting?

Slide 30 - Open vraag

Geef 3 elementen uit de Amerikaanse grondwet, die de invloed van de ideeën van de Verlichte filosofen aantonen

Slide 31 - Open vraag

Belangrijke gebeurtenissen
- Boston Tea Party (17 december 1773)
- Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog (1775-1783)
- Declaration of Independence (4 juli 1776)
- Amerikaanse Grondwet + Bill of Rights 
Los nu de rest van de bookwidget op

Slide 32 - Tekstslide

Wat heb je nog niet zo goed begrepen en dien je dus na te kijken?

Slide 33 - Open vraag