Les 3 - 5 havo - periode 2

Welkom!
Als de timer is afgelopen heb je...
  • Tas op de grond
  • Leer- en opdrachtenboek op tafel
  • Telefoon in je tas of telefoontas
timer
3:00
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 32 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Als de timer is afgelopen heb je...
  • Tas op de grond
  • Leer- en opdrachtenboek op tafel
  • Telefoon in je tas of telefoontas
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Telefoon in telefoontas of eigen tas

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
- Startopdracht
- Herhaling §2.1,2.2 & HW bespreken
- Uitleg §2.3
- Bespreken SE-1
- Exit ticket

Slide 3 - Tekstslide

Startopdracht

  • Wat?  Maken stencil startopdracht.
  • Klaar? Doornemen H2
timer
8:00

Slide 4 - Tekstslide

Bespreken startopdracht 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Herhalingsvragen

Slide 7 - Tekstslide

Herhalingsvragen
  1. Wat zijn endogene processen?
  2. Wat is de reden dat de oceanische korst lager ligt dan de continentale korst?
  3. Er zijn drie verschillende plaatgrenzen. Noem deze soorten grenzen en beschrijf de beweging van de platen.
  4. Waarom is de golf van een tsunami juist bij de kust zo hoog?

Slide 8 - Tekstslide

Huiswerk bespreken: 
2.2: opdr. 1,3,4,5,6

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen §3.3




  • Welke soorten vulkanen zijn er?

  • Hoe herken je deze soorten vulkanen?

  • Hoe ontstaan deze soorten vulkanen?

  • Welke vulkanen vind je waar en waarom daar?





Slide 10 - Tekstslide

Theorie §2.3 


Vulkanisme

Slide 11 - Tekstslide

 Terug naar de aantekening in je schrift van vorige de afgelopen twee lessen

Slide 12 - Tekstslide



Vulkanisme

Slide 13 - Tekstslide

even opfrissen...

Slide 14 - Tekstslide

Hoe werkt convectie in de mantel?
Mantelconvectie vindt plaats op lange ("geologische") tijdschalen. Typische stroomsnelheden zijn enkele millimeters tot enkele centimeters per jaar. Het is in de mantel de belangrijkste wijze waarop de Aarde haar interne warmte verliest. Mantelgesteente staat bloot aan een naar boven gerichte warmtestroom vanuit de aardkern. Doordat gesteente onder de drukken en temperaturen die in de mantel heersen plastisch deformeert kan er in de mantel, in tegenstelling tot de korst, stroming van vast gesteente plaatsvinden.

Slide 15 - Tekstslide

De Yellowstone caldera bevindt zich in het Nationaal park Yellowstone in de Verenigde Staten. Het is een onder de oppervlakte liggende complexe vulkaan die ongeveer om de 600.000 jaar volledig uitbarst. De laatste eruptie was circa 640.000 jaar geleden. Als de supervulkaan uitbarst zal er mogelijk een nieuwe ijstijd volgen als gevolg van de grote hoeveelheid stof die vrijkomt (meer dan 2500 km³).
i
De gletsjer Eyjafjallajökull is één van de kleinere gletsjers op IJsland en heeft een oppervlakte van ongeveer 100 km². Een uitbarsting in de hoofdkrater van de Eyjafjallajökull begon op 14 april 2010. In grote delen van Europa werd het vliegverkeer dagenlang volledig stilgelegd vanwege de aswolken die de vliegtuigen kunnen beschadigen.
i
De Vesuvius is een vulkaan aan de westkust van Italië ten zuidoosten van Napels. De naam "Vesuvius" is afkomstig van het Oskisch "fesf", wat rook betekent. De vulkaan ligt in de vlakte van Campanië, heeft een doorsnede van 8 kilometer en is 1281 meter hoog.
i
De Krakatau (Portugees: Krakatao) is een actieve vulkaan in Indonesië, in de straat Soenda tussen Java en Sumatra. De vulkaan is vooral bekend door de zware uitbarsting in 1883. Op maandagochtend 27 augustus 1883 vond een grote uitbarsting van de Krakatau plaats. De berg rees op, scheurde open en stortte in, waarna de zee in het gapende gat stroomde. Het gevolg was een catastrofale uitbarsting.
i
De berg Fuji is met zijn 3776 meter de hoogste berg van Japan. De vulkaan slaapt sinds 1709. De top van de krater is te voet bereikbaar maar mag alleen in juli en augustus beklommen worden. Veel Japanners maken een bedevaartstocht naar de top. De vulkaan wordt als heilig beschouwd en speelt een grote rol in de Japanse cultuur.
i

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Mid-Oceanische rug

Slide 18 - Tekstslide

Schildvulkaan
Een schildvulkaan wordt gekenmerkt door een brede basis en een langzaam oplopende, flauwe helling. De grootste vulkanen op aarde zijn schildvulkanen en hebben voornamelijk effusieve errupties. Een schildvulkaan komt voor bij divergerende plaatgrenzen

Slide 19 - Tekstslide

Subductie

Slide 20 - Tekstslide

Stratovulkaan
Een stratovulkaan is een hoge kegelvormige vulkaan die is opgebouwd uit lagen van gestolde lava. Stratovulkanen hebben relatief steile hellingen en worden gekenmerkt door regelmatig explosieve uitbarstingen. Stratovulkanen ontstaan bij convergerende plaatgrenzen in subductiezones. 

Slide 21 - Tekstslide

Stratovulkaan
Dit is een vulkaankegel: een berg die ontstaan is door de lagen as en lava van een reeks uitbarstingen.
Als de vulkaan uitbarst en helemaal leegloopt, dan stort de bovenkant in elkaar en krijg je een caldera.
Deze gloeiend hete wolken zijn wel 800ºC en razen met een snelheid van meer dan 100km/uur naar beneden.

Slide 22 - Tekstslide

Caldera


  • Oude (strato)vulkaan
  • Zeer explosief
  • Krater is kilometers breed
  • Magmakamer ingestort

Slide 23 - Tekstslide

Caldera
Als bij stratovulkanen de uitbarsting heftig is, wordt er veel materiaal uitgestoten. De zijkanten van de vulkaan worden daardoor onvoldoende gesteund en storten in. Dat wordt een caldera genoemd. Het ingestorte materiaal kan de vulkaan laten verstoppen, waardoor nieuwe druk zich op kan bouwen wat leidt tot een nieuwe vulkaanuitbarsting. Door nieuwe uitbarstingen (en dus de aanvulling van nieuw magma) kan de vulkaan langzaam weer hoger worden. In de rechterafbeelding zie je de Vesuvius (vulkaan in Italië) afgebeeld, inclusief
de hoogte die de vulkaan vroeger waarschijnlijk had.
In de linkerafbeelding is een caldera te zien waarin
een nieuwe vulkaan is gegroeid (in het midden).


Slide 24 - Tekstslide

Vulkanische hotspots

Een hotspot is een plek op een planeet waar vulkanisme plaatsvindt dat niet gerelateerd is aan plaatbewegingen zoals die in de plaattektoniek gelden

Slide 25 - Tekstslide

Een hotspot is een gebied waar de aardkorst erg dun is. Hotspots liggen vaak ver verwijdert van de randen van tektonische platen.

Slide 26 - Tekstslide

Samengevat
Stratovulkaan: 
- bij subductie
- taaie gassen / hoge druk > explosief
- stijle kegelvorm

Schildvulkaan:
- bij divergente plaatgrens
- bij hotspot (eilandketen)
- lage druk > effusief
- laag en plat


Slide 27 - Tekstslide

Aan de slag: individueel uitwerken (Zs). Oortjes mogen.
1. Maak  H2.3 Opdr. 1,2,3,5,6.
2. Klaar? Doornemen H2.


timer
10:00

Slide 28 - Tekstslide

Toets bespreken
timer
15:00

Slide 29 - Tekstslide

Toets bespreken - regels
  • Ik bespreek de toets, jullie luisteren. Daarna luister ik naar jullie
  • Vragen pas na afloop van de uitleg. Niet onderbreken tijdens uitleg.

Slide 30 - Tekstslide

Reflecteren op de les

Slide 31 - Tekstslide

Exit Ticket
Pak je telefoon, scan de barcode en beantwoord de drie gestelde vragen. 


Slide 32 - Tekstslide