2BK Oppervlakte oefenen

G&R 2vmbo H3 
Oppervlakte 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

G&R 2vmbo H3 
Oppervlakte 

Slide 1 - Tekstslide


Wat is de naam van de figuur hiernaast?
A
ruit
B
parallellogram
C
trapezium
D
vlieger

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de formule voor het berekenen van de oppervlakte van een cirkel?
A
π x straal x straal
B
π x straal
C
π x diameter
D
lengte x breedte

Slide 3 - Quizvraag



5 km = ..... m
A
5
B
500
C
5000
D
1500

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de formule voor het berekenen van de oppervlakte van een rechthoek?
A
π x straal²
B
π x diameter
C
lengte x breedte
D
lengte x breedte x hoogte

Slide 5 - Quizvraag


Wat is de naam van de figuur hiernaast?
A
ruit
B
parallellogram
C
trapezium
D
vlieger

Slide 6 - Quizvraag


7 ha = ..... are
A
0,07
B
7
C
70
D
700

Slide 7 - Quizvraag


2,8 m² = .... dm²
A
0,28
B
28
C
280
D
2800

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de omtrek van deze rechthoek?
A
15 + 20 = 35 m
B
15 + 20 + 15 + 20 = 70 m
C
15 x 20 = 300 m²

Slide 9 - Quizvraag


3000 m² = ...... hm²
A
0,3
B
3
C
30
D
15

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de oppervlakte van driehoek ABC?
A
4 x 7 = 28
B
0,5 x 4 x 7 = 14
C
4 + 7 = 11

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de oppervlakte van deze driehoek?
A
3 x 8 = 24
B
0,5 x 3 x 8=12
C
3 + 8 = 11

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de oppervlakte van deze parallellogram?
A
6 x 10 = 60 cm²
B
0,5 x 6 x 10 = 30 cm²
C
6 + 10 cm

Slide 13 - Quizvraag

De oppervlakte van deze cirkel is ...
A
π x 3 x 3 = 28,3
B
π x 3 = 9,4
C
π x 6 = 18,8
D
0,5 x 3= 1,5

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de omtrek van deze parallellogram?
A
23 + 19 + 33 = 75 cm
B
42 + 40 + 42 + 40 = 164 cm
C
42 x 40 = 1680 cm
D
2x23 + 2 x 19 + 2 x 40 + 33= 197 cm

Slide 15 - Quizvraag

Hoe groot is de diameter van deze cirkel?
A
3
B
6
C
12
D
kun je niet weten

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de omtrek van deze cirkel?
A
π x 20 = 62,8 m²
B
π x 40 = 125,7 m²
C
π x 20 x 40 = 2513,3 m²
D
0,5 x 20 x 40=400 m²

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de oppervlakte van deze figuur?
A
45 x 39 = 1755 cm²
B
39 x 36 = 1404 cm²
C
36 x 15 = 540
D
36 x 45 = 1620 cm²

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de oppervlakte van de onderkant?
A
2 x 3 = 6 cm²
B
2 x 9 = 18 cm²
C
3 x 9 = 27 cm²
D
9 x 2 x 3 = 54 cm²

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de oppervlakte van het deksel?
A
π x 7 = 22 cm²
B
π x 3,5 = 11 cm²
C
π x 3,5 x 3,5 = 38,5 cm²
D
0,5 x 7 x 13 =45,5 cm²

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de formule voor de oppervlakte van een parallellogram?
A
lengte x breedte
B
0,5 x zijde x bijbehorende hoogte
C
zijde x bijbehorende hoogte
D
lengte x breedte x hoogte

Slide 21 - Quizvraag