Franse revolutie

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Staten Generaal
  • mei 1789
  • 3 standen voor het eerst na 175 jaar weer bijeen
  • de staatskas is leeg, Lodewijk XVI wil belastingen verhogen
  • gestemd per stand 

Slide 2 - Tekstslide

In de Staten Generaal
  • heeft de eerste stand 300 afgevaardigden
  • heeft de tweede stand 300 afgevaardigden
  • heeft de derde stand 600 afgevaardigden
  • wordt er per stand gestemd
  • als er gestemd moet worden over belastingverhoging, wat zal de uitslag dan zijn? 

Slide 3 - Tekstslide

Wat zal de uitslag zijn als er gestemd moet worden over belastingverhoging?

Slide 4 - Open vraag

Waarom is het niet eerlijk als er per stand wordt gestemd?

Slide 5 - Open vraag

Geef de oplossing, welke manier van stemmen zou veel eerlijker geweest zijn?

Slide 6 - Open vraag

Eed op de kaatsbaan
  • de derde stand begint een eigen vergadering,
  • zonder de koning
  • noemt dat de Nationale Vergadering
  • vergadert net zolang door totdat er een nieuwe grondwet is. 

Slide 7 - Tekstslide

4 juli 1789, bestorming Bastille

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

De bestorming van de Bastille op 14 juli
A
is een detail van de Franse revolutie
B
wordt gezien als begin van de Franse revolutie
C
is het begin van de oorlog tegen Engeland
D
is een storm in een glas water

Slide 10 - Quizvraag

14 juli is een nationale feestdag in Frankrijk. Dat is terecht want..........

Slide 11 - Open vraag

De opstand breidt zich verder uit:
  • na de Bastille komen burgers in steden en op het platteland in opstand.
  • kloosters en kastelen worden geplunderd
  • mensen weigeren belasting te betalen
  • het leger vecht met burgers
  • de Nationale vergadering vergadert door: Verklaring van de Rechten van de mens en burger 

Slide 12 - Tekstslide

Lodewijk XVI
Marie-Antoinette

Slide 13 - Tekstslide

Slachtoffers van de guillotine

Na het uitbreken van de Franse Revolutie probeerden koning Lodewijk XVI en zijn gezin te ontsnappen. Ze werden echter gepakt en naar Parijs gebracht. De koning en de koningin werden schuldig bevonden aan verraad en werden in 1792 en 1793 op de guillotine geëxecuteerd. De guillotine werd gezien als een pijnloze executiemethode vanwege de snelle manier van onthoofding. Tijdens de Terreur zijn duizenden mensen omgekomen door deze machine. Vooral de geestelijkheid en de aristocratie werden vervolgd. Er wordt geschat dat in totaal ongeveer 40.000 mensen werden gedood door de guillotine tijdens de Franse Revolutie.


Slide 14 - Tekstslide