1.4 Parallellogram en ruit tekenen

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

1.4 Parallellogram en ruit tekenen

Welke uitspraak hoort alleen bij een rechthoek?

1. De hoeken tegen over elkaar zijn evengroot
2. De zijden tegen over elkaar zijn evenlang
3. Er zijn vier rechte hoeken
4. Het figuur is draaisymmetrisch

In parallellogram ABCD zijn overstaande hoeken evengroot

1. Juist
2. Onjuist

In parallellogram ABCD zijn de overstaande zijden evenlang

1. Juist
2. Onjuist

In parallellogram ABCD zijn de overstaande zijden evenwijdig

1. Juist
2. Onjuist

In parallellogram ABCD snijden diagonalen elkaar middendoor

1. Juist
2. Onjuist

Parallellogram tekenen

1. Teken de punten A(1,2) B(3,1) en C (4,2)

2. Teken zijde AC en BC

3. Teken  AD evenwijdig aan BC en evenlang als BC

Parallellogram tekenen

 1. Teken de punten A(-2,-2) 
B(1,-1) en C(2,2)

2. Teken zijde AC en BC

3. Teken  AD evenwijdig aan BC en evenlang als BC

Aan de slag

K - leerlingen

46, 47, 48, 53, 54 en 55 maken

T - leerlingen

46, 47, 48, 50, 51, 53, 54, 55, 57 en 58 maken

Wat niet af is, is huiswerk voor morgen!