Terugblik en vragen
1 / 28
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Een kentallenbegroting maak je in de
timer
0:07
A
DO-fase
B
SO-fase
C
UO-fase
D
VO-fase
Slide 3 - Quizvraag
bij een kentallenbegroting ....
timer
0:10
A
gebruik je elementprijzen
B
maak je een inschatting van de prijs
C
gebruik je een prijs per m2 of m3
D
heb je een hoge mate van nauwkeurigheid
Slide 4 - Quizvraag
timer
0:25
sleep de tekstvakken die te maken hebben met een kentallenbegroting in het rode venster.
honoraria
bodemonderzoek
bouwleges
grondonderzoek
CAR verzekering
NUTS-aansluitingen
grondkosten
rente
onvoorziene loon- en prijsstijgingen
elementprijzen
makelaarskosten
notariskosten
reclamekosten
overdrachtsbelasting
kadastrale kosten
Slide 5 - Sleepvraag
een directiebegroting maak je ....
timer
0:07
A
in de DO-fase
B
in de UO-fase
C
in de SO-fase
D
in de VO-fase
Slide 6 - Quizvraag
Een directiebegroting is vergelijkbaar met een inschrijfbegroting van een aannemer maar verschilt op twee punten, welke zijn dit?
timer
0:20
A
een directiebegroting gebruikt externe prijzen en er worden geen offertes aangevraagd bij onderaannemers
B
een directiebegroting gebruikt interne prijzen en er worden geen offertes aangevraagd bij onderaannemers
C
een directiebegroting gebruikt interne prijzen en er worden offertes aangevraagd bij onderaannemers
D
een directiebegroting gebruikt externe prijzen en er worden offertes aangevraagd bij onderaannemers
Slide 7 - Quizvraag
Een aannemersbegroting wordt opgesteld in de....
timer
0:07
A
SO-fase
B
DO-fase
C
VO-fase
D
UO-fase
Slide 8 - Quizvraag
Een aannemersbegroting bestaat uit een....
timer
0:07
A
inschrijfbegroting
B
werkbegroting
C
kentallenraming
D
A en B zijn correct
Slide 9 - Quizvraag
Indien er tijdens het opstellen van een aannemersbegroting zaken onduidelijk zijn, verzameld de aannemer deze vragen in een document. Dit document wordt door de directie beantwoord en aan alle deelnemende aannemers verstrekt. Dit document heet....
timer
0:20
A
het bestek
B
de nota van inlichtingen
C
de UAV
D
de STABU
Slide 10 - Quizvraag
Een kengetal is....
timer
0:10
A
Een getal als resultaat van een financiële analyse van eerder gemaakte projecten
B
Deel van een telefoonnummer
C
Een verhoudingsgetal
D
Een instrument om de factoren te bewaken die de rentabiliteit bepalen
Slide 11 - Quizvraag
De afkorting TBB staat voor
timer
0:07
A
Totaal Berekende Belasting
B
Totaal Bepaalde Balans
C
Totaal Bruto Berekend
D
Totaal Bruto Bebouwd
Slide 12 - Quizvraag
Een andere afkorting voor TBB is...
timer
0:07
A
BVO
B
BGT
C
BBO
D
BDO
Slide 13 - Quizvraag
Bij een elementbegroting wordt de prijs vaak uitgedrukt in....
timer
0:07
A
€/m2
B
€/BVO
C
€/TBB
D
A en B zijn correct
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen heffen en hijsen
timer
0:07
A
hefwerktuigen trekken iets omhoog, hijswerktuigen duwen iets omhoog
B
hefwerktuigen drukken iets omhoog, hijswerktuigen trekken iets omhoog
Slide 16 - Quizvraag
welk onderdeel wijs de rode pijl aan?
timer
0:07
A
topschalm
B
hijshaak
C
schalm
D
staalkabel
Slide 17 - Quizvraag
Tot welke temperatuur kun je een hijsketting voor de volle 100% gebruiken?
timer
0:07
A
180°C
B
220°C
C
250°C
D
200°C
Slide 18 - Quizvraag
Als er op een ketting staat: gebruiksfactor 4:1 betekent dit....
timer
0:17
A
dat de maximale breekkracht minimaal 4 x de toegelaten werklast bedraagt
B
Dat je 4 x de maximale werklast mag hijsen met deze ketting
C
dat de minimum breekkracht minimaal 4 x de toegelaten werklast bedraagt
D
Dat je 4 x de minimale werklast mag hijsen met deze ketting
Slide 19 - Quizvraag
Indien men in de bouw tijdens het hijsen spreekt over een evenaar dan heeft met het over.....
timer
0:15
A
een breedtecirkel op het aardoppervlak die het noordelijk en zuidelijk halfrond op de aarde aangeeft
B
een hijsarm van een hijskraan
C
een onderdeel van een weegschaal om bouwlasten mee te wegen
D
een hijsbalk waaraan meerdere kettingen aan bevestigd kunnen worden
Slide 20 - Quizvraag
hoe groot is de kracht in 1 van de rode kettingen?
timer
0:15
A
500 kg
B
707 kg
C
577 kg
D
1000 kg
Slide 21 - Quizvraag
hoe groot is de kracht in 1 van de rode kettingen?
timer
0:15
A
1000 kg
B
707 kg
C
1931 kg
D
985 kg
Slide 22 - Quizvraag
Hoe groot mag de spreidhoek (tophoek) van een ketting maximaal zijn?
timer
0:07
A
90°
B
100°
C
120°
D
135°
Slide 23 - Quizvraag
naarmate de spreidhoek van een ketting groter wordt wordt de kracht in de kabel.....
timer
0:07
A
kleiner
B
groter
C
blijft hetzelfde
Slide 24 - Quizvraag
wat is de internationale aanduiding van de maximale werklast?
timer
0:07
A
MWL
B
WLL
C
MBL
D
WWL
Slide 25 - Quizvraag
mag je een ketting die niet gekenmerkt is (gelabeld) gebruiken?
timer
0:07
A
ja
B
nee
C
ligt aan de beschadigingen aan de ketting
Slide 26 - Quizvraag
mag je kettingonderdelen van verschillende kwaliteitsklassen door elkaar gebruiken?
timer
0:07
A
ja
B
nee
C
als de ketting gelabeld is wel
Slide 27 - Quizvraag
de maximale hijslast van een mobiele kraan wordt bepaal
timer
0:12
A
door een berekening op je rekenmachine
B
door de ervaring van de kraanmachinist
C
door een hijstabel van die kraan af te lezen
D
door proefondervindelijk te hijsen
