Clase 13 Unidad 3. Gramática

¡Bienvenidos chicos y chicas!
Miércoles , 22 de noviembre de 2023
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

¡Bienvenidos chicos y chicas!
Miércoles , 22 de noviembre de 2023

Slide 1 - Tekstslide

¿Qué vamos a hacer hoy?
  1. Somtoday
  2. Objetivos de la unidad 3.
  3. Repasamos. Regelmatige werkwoorden
  4. Gramática Unidad 3. 
  5.  ¡A trabajar!
  6. Final de la clase. ¿Qué has aprendido hoy?

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van dit hoofdstuk:
Leerdoelen
- ik kan over mijn familie vertellen
- ik kan over school vertellen
- ik kan klokkijken
- ik kan over mijn huisdier vertellen
- ik kan de regelmatige w.w op ar/er/ir in de juiste persoon vervoegen

Slide 3 - Tekstslide

Aan het einde van dit hoofdstuk:
Succescriteria's
- ik kan iemand voorstellen en iets over diegene vertellen
- ik ken de namen van 10 dieren
- ik kan het ww tener vervoegen
- ik ken de schoolvakken in het Spaans
- ik kan vertellen van hoe laat tot hoe laat ik les heb / een vak heb.

Slide 4 - Tekstslide

Unidad 3 Gramática
1. De presente van regelmatige werkwoorden
2. Het werkwoord "tener"
3. Bezittelijke voornaamwoorden.

Slide 5 - Tekstslide

Start- of Entreeticket

Slide 6 - Tekstslide


Hou zou je in je eigen woorden vertellen wat moet je doen als je een regelmatige werkwoorden in het Spaans moet vervoegen?

Slide 7 - Open vraag


Bedenk een voorbeeld:

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

 Zet de juiste vorm van het werkwoord in de zin:

1. ______ (hablar-tú) más despacio, por favor. Yo sólo (hablar)____ un poco de español.
2. Mis padres y mis abuelos _____ (vivir) en Madrid.
3. Vosotros ______ (estudiar) español en Insula College.
4. Maribel y yo ______ (comer)patatas fritas.
5. Mi tío ___________ (escuchar) música clásica.
6. Maud y Stefanie ___________ ( escribir) una carta a su abuela .
timer
8:00

Slide 10 - Tekstslide

 Zet de juiste vorm van het werkwoord in de zin:

1. Hablas más despacio, por favor. Yo sólo hablo un poco de español.
2. Mis padres y mis abuelos viven en Madrid.
3. Vosotros estudiáis español en Insula College.
4. Maribel y yo comemos patatas fritas.
5. Mi tío escucha música clásica.
6. Maud y Stefanie escriben una carta a su abuela .

Slide 11 - Tekstslide

TENER (presente, tegenwoordige tijd)
yo
él, ella, usted
nosotros,nosotras vosotros,vosotras
ellos, ellas, ustedes
TENGO
TIENES
TIENE
TENEMOS
TENÉIS
TIENEN
(onregelmatig)

Slide 12 - Tekstslide

Zet de juiste vervoeging van tener in de zin
1-Mi hermano y  yo ________ dos gatos.

2-Mis abuelos _______ una casa muy bonita.

3-Mi padre________ un coche azul.

4-¿Vosotros_________ mascotas?

5-Yo_______ catorce años. ¿Cuántos años_________ tú?


Slide 13 - Tekstslide

Zet de juiste vervoeging van tener in de zin
1-Mi hermano y  yo tenemos dos gatos.

2-Mis abuelos tienen una casa muy bonita.

3-Mi padre tiene un coche azul.

4-¿Vosotros tenéis mascotas?

5-Yo tengo catorce años. ¿Cuántos años tienes tú?


Slide 14 - Tekstslide

Bezittelijke voornaamwoorden
enkelvoud
meervoud
mi ...
mis ...
tu  ...
tus   ...
su...
sus...
nuestro...
nuestra...
nuestros...
nuestras...

vuestro...
vuestra...
vuestros...
vuestras...
su...
sus...

Slide 15 - Tekstslide

Bezittelijke voornaamwoorden

Slide 16 - Tekstslide

Welk bezittelijk voornaamwoord hoort bij welke betekenis?
mijn
jouw
zijn/haar/uw
ons/onze
jullie
hun/uw (mv)
Mi/mis
vuestro/-a
vuestros/-as
nuestro/-a
nuestros/-as
Tu/tus
Su/sus
Su/sus

Slide 17 - Sleepvraag

Het bezittelijk voornaamwoord:
Estos son ... (mijn)... padres
A
mis
B
tus
C
mi
D
su

Slide 18 - Quizvraag

Bezittelijk voornaamwoord
¿Ellas son ..(vosotros).. amigas?
A
Vuestras
B
Vuestros
C
Nuestras
D
Nuestros

Slide 19 - Quizvraag

Ella tiene dos camisetas. Son .................. camisetas.
Tú tienes un teléfono móvil. Es ........teléfono móvil.
Él tiene dos hermanos. Son.......hermanos.
Nosotros tenemos una casa en la playa. Es.........casa.
Julia y tú tenéis muchos amigos. Son ........amigos.
Yo tengo dos perros. Son ..... perros.
mis
vuestros
nuestra
sus
tu
sus

Slide 20 - Sleepvraag

Verplichte opdrachten:
TB (in de klas) U3 Gramática:
Opdracht 1 t/m 4
WB (huiswerk) U3 Gramática. 
Opdracht 1 t/m 3, 5, 6 en 8 t/m 10

Si terminas/Als je klaar bent?
Woorden leren unidad 3 
Frases claves unidad 3



Optionele opdrachten:
(verdieping / verbreding)
TB U3 Gramática
Opdracht 5
WB U3 Gramática
Opdracht 4, 7 en 11


Slide 21 - Tekstslide


¿Cómo has trabajado hoy en clase?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll


Na deze les, 
wil ik...
de uitleg nog 1 keer horen
meer voorbeelden krijgen
meer oefeningen maken
de leerstof thuis nog even bekijken
overgaan naar nieuwe leerstof
nog meer te weten komen over de leerstof
niet meer te weten komen over de leerstof

Slide 23 - Poll

0

Slide 24 - Video