Wiskunde H1 Brugklas en inleiding op wiskunde

WISKUNDE

Wat is wiskunde?
Wat leer je bij wiskunde?
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

WISKUNDE

Wat is wiskunde?
Wat leer je bij wiskunde?

Slide 1 - Tekstslide

Wiskunde?

Slide 2 - Woordweb

Wat is het nut van wiskunde?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Welk wiskundecijfer
denk je te halen?

Slide 5 - Woordweb

Hersenen en wiskunde

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Door te oefenen ontstaan nieuwe hersenverbindigen

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Hoe train je bij wiskunde je hersenen?
  • Veel oefensommen maken.
  • Steeds moeilijkere sommen oefenen.
  • Niet opgeven.
  • Leren van je fouten.
  • Vertrouwen hebben dat je het kan.
  • Samenwerken en elkaar uitleggen.
  • Als je goed bent: niet stoppen, maar moeilijkere sommen maken.

Slide 10 - Tekstslide

Het zelfde als bij voeltal
  • Door alleen een balletje ovet te spelen wordt je niet beter.
  • Je moet elke keer moeiijkere oefeningen doen.
  • Je moet veel trainen, ook al ben je al goed.
  • Je moet samenwerken en elkaar helpen, alleen win je nooit!.
  • Je moet doorzetten.
  • Je moet leren van je fouten.

Slide 11 - Tekstslide

Ook als proffesional moet je trainen, anders gaat het mis!

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Hoeveel vierkanten zijn er getekend?
A
13
B
9
C
10
D
14

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Hoeveel diagonalen kun je tekenen in een vijfhoek?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 36 - Quizvraag