Les 5, deel 1/3: Fermenteren

Les 5: Fermenteren
DEEL 1
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
WoordenschatWereldoriëntatie+1BasisschoolGroep 6

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Les 5: Fermenteren
DEEL 1

Slide 1 - Tekstslide

NB:
Dit lesmateriaal is tot stand gekomen in de periode 2021 - 2024 in het project UGO (Utrecht Gelijke Onderwijskansen) op basis van het curriculum van de voormalig Brede School Academie (BSA) Utrecht en in samenwerking met de gemeente Utrecht en de Utrechtse schoolbesturen PCOU Willibrord, SPO Utrecht en KSU. Het project UGO eindigt op 1 oktober 2024.
 
       weet je meer over hoe mensen
       vroeger voedsel bewaarden;

       heb je kennisgemaakt met tien
       nieuwe woorden.
     Aan het eind van dit deel van de les:

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de introductie 
op de tekst
de introductie
woordenschat
terugblik en vooruitblik

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe bewaar je eten?
Heel vroeger waren er natuurlijk nog geen koelkasten, maar ook toen moesten mensen hun eten bewaren. Op welke manieren deden ze dat? En worden die manieren nu ook nog gebruikt?
In de volgende slide kun je invullen wat jij al weet over het bewaren van eten vroeger en nu.
de introductie
woordenschat
terugblik en vooruitblik

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet jij al dit onderwerp?
bewaren van eten, vroeger en nu
de introductie
woordenschat
terugblik en vooruitblik

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

het introductiefilmpje
Vóórdat je de tekst gaat lezen,
ga je dit filmpje bekijken. In dit filmpje zie je een aantal manieren die mensen vroeger gebruikten om eten langer houdbaar te maken. 

Klik op de link onder de afbeelding om het filmpje te starten.
de introductie
woordenschat
terugblik en vooruitblik

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen beantwoorden
In deze lessen ga je vaak vragen beantwoorden:
     Van sommige vragen staat het antwoord in de tekst of hoor of zie je het 
     antwoord in het introductiefilmpje. Dit zijn de lees- en kijkvragen.
     Bij andere vragen is dat niet zo. Daarop vind je je antwoord door goed na te
     denken over de informatie uit de tekst of het introductiefilmpje. Die vragen 
     noemen we denkvragen.

de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken
Bij deze lessen hoort een hand-out met uitleg over hoe je op een goede manier antwoord geeft op de denkvragen. Vraag ernaar bij je leerkracht en maak steeds gebruik van de tips. Die gelden natuurlijk ook voor andere vragen!

Slide 7 - Tekstslide

Print de hand-out 'Denkvragen beantwoorden' voor je leerlingen uit en besteed er deze 1e les van het blok veel aandacht aan.

Het is de bedoeling dat de leerlingen steeds gebruik maken van de tips en handvaten die in de hand-out geboden worden en zich deze manier van antwoord geven eigen gaan maken.

Benoem dit regelmatig bij de open vragen.

Welke manieren om eten (langer) te bewaren worden in het filmpje genoemd?
de introductie
woordenschat
terugblik en vooruitblik

Slide 8 - Open vraag

In het filmpje wordt genoemd dat je eten langer kunt bewaren door het in te zouten of in het zuur te leggen.

Worden deze 'ouderwetse' manieren nu nog gebruikt denk je?
Leg je antwoord uit.
de introductie
woordenschat
terugblik en vooruitblik

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Welke andere manieren ken jij om voedsel langer te bewaren?
de introductie
woordenschat
terugblik en vooruitblik

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

woordenschat
de introductie
woordenschat
terugblik en vooruitblik

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de deskundige
de workshop
heus
de bacterie
het levensmiddel
In de tekst die je in deel 2 van deze les gaat lezen, leer je tien nieuwe woorden.
Hier zie je alvast de eerste vijf:
Klik op het nummer bij het woord om
de betekenis van het woord en een
voorbeeldzin te laten verschijnen.
Klik op het geluidsfragment om het woord te beluisteren.
Woord: de deskundige
Betekenis: iemand die veel van iets weet
Voorbeeldzin: De milieudeskundige kon precies vertellen wat er zou gebeuren als er nog meer plastic in de oceanen terecht zou komen.
1
Woord: de workshop
Betekenis: de korte cursus waarin je dingen leert door ze te doen
Voorbeeldzin: Ik ga met mijn vriendin naar een workshp bonbons maken. We hebben altijd al willen leren hoe je die lekkernij zelf kunt maken.
2
Woord: heus
Betekenis: echt
Voorbeeldzin: In mijn vakantie ben ik in een heuse grotwoning geweest. Ik had die eerder alleen nog maar op TV gezien.
3
Woord: de bacterie
Betekenis: het hele kleine levende wezen dat je alleen met een microscoop kunt zien
Voorbeeldzin: Sommige bacteriën die op vlees leven, zijn gevaarlijk voor de mens. Daarom moet je vlees goed bakken.
4
Woord: het levensmiddel
Betekenis: alles wat gegeten of gedronken wordt
Voorbeeldzin: Toen hij hoorde dat er een orkaan op komst was, zorgde hij dat hij voldoende levensmiddelen in huis had.
5
de introductie
woordenschat
terugblik en vooruitblik

Slide 12 - Tekstslide

Kernbegrippen uit de tekst:
  • het overschot
  • conserveren

(zie ook 4.2.1 van de 'Algemene handleiding PO')

bewerken
steriel
bijdragen aan
het overschot
conserveren
En hier de tweede helft van de nieuwe woorden:
Klik ook hier op het nummer bij het woord om de betekenis van het woord en een voorbeeldzin te laten verschijnen.
Klik op het geluidsfragment om het woord te horen.
Woord: conserveren
Betekenis: zorgen dat het langer bewaard kan blijven zonder te bederven
Voorbeeldzin: Eén van de manieren om voedsel langer te bewaren, is het in de diepvries doen.
6
Woord: het overschot
Betekenis: wat nog over is
Voorbeeldzin: Doordat er minder rode bieten werden gekocht, hadden veel boeren een gigantisch overschot.
7
Woord: bewerken
Betekenis: aanpassen om het beter geschikt te maken voor iets anders
Voorbeeldzin: Veel voedingsmiddelen worden tegenwoordig bewerkt; zo wordt olijfolie na het persen gefilterd.
8
Woord: steriel
Betekenis: zonder bacteriën
Voorbeeldzin: In de operatiekamer moeten alle instrumenten steriel zijn, om te voorkomen dat er besmetting kan plaatsvinden.
9
Woord: bijdragen aan
Betekenis: meehelpen aan
Voorbeeldzin: Door mijn afval netjes te scheiden, lever ik een bijdrage aan het voorkomen van milieuvervuiling.
10
de introductie
woordenschat
terugblik en vooruitblik

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spelen met de woorden: domino!
Leg de dominostenen op de juiste plek zodat elk woord naast de juiste betekenis staat. Het eerste steentje ligt er al! 
de introductie
woordenschat

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van deze woorden kende je al? Sleep ze naar het juiste vak.
de introductie
woordenschat
terugblik en vooruitblik
Ja, dit woord ken ik al.
Nee, dit woord ken ik nog niet.
bijdragen aan
steriel
bewerken
het overschot
conserveren
het levensmiddel
de bacterie
heus
de workshop
de deskundige

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

terugblikken & vooruitkijken
de introductie
woordenschat
terugblik en vooruitblik

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd over dit onderwerp?
eten bewaren, vroeger en nu
de introductie
woordenschat
terugblik en vooruitblik

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

De tekst die je in deel
2 gaat lezen, gaat over
het fermenteren van
voedsel. Dit heeft te maken
met bacteriën. 
In de volgende dia kun je
invullen wat je daar al
over weet.
het onderwerp van de tekst
de introductie
woordenschat
terugblik en vooruitblik

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet jij al over dit onderwerp?
fermenteren
de introductie
woordenschat
terugblik en vooruitblik

Slide 19 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Je bent nu klaar met deel 1 van deze les.
Veel plezier met deel 2!
de introductie
woordenschat
terugblik en vooruitblik

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies