Quiz omgaan met de computer

Terugblik
Wat heb je al geleerd?
Er komen zo 20 vragen over de lesstof die we hebben behandeld de laatste weken!
Log in op je laptop en ga naar de website :
"https://lessonup.app/"

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
ICTVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolvmboLeerroute 1Leerroute 2Leerroute 3Leerroute VB

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Terugblik
Wat heb je al geleerd?
Er komen zo 20 vragen over de lesstof die we hebben behandeld de laatste weken!
Log in op je laptop en ga naar de website :
"https://lessonup.app/"

Slide 1 - Tekstslide

Hoe heet deze printplaat?
A
Vaderbord
B
Mamabord
C
papabord
D
Moederbord

Slide 2 - Quizvraag

Is dit ram geheugen?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een processor (CPU)?
A
Een stuk hardware dat basisbewerkingen en controles uitvoert
B
Een stuk hardware dat de grafische opties regelt.
C
Stekker die nodig is om randapparatuur aan te sluiten
D
Een stuk software dat je kan downloaden voor meer RAM

Slide 4 - Quizvraag

Wat doet het RAM geheugen?
A
Dit zorg ervoor dat je beeld ziet op de monitor
B
Dit is een onderdeel van de processor
C
Dit is de opslagplaats van gegevens
D
Dit is het werkgeheugen van de computer

Slide 5 - Quizvraag

Is de ROM(BIOS) een onderdeel van het moederbord?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Waarvoor dient een videokaart?
A
Apparaat waar je filmpjes op kan kijken
B
Kan je overal meenemen om gegevens op te slaan
C
Zorgt dat alle programma's op je PC goed werken
D
Zorgt voor een connectie tussen de PC en beeldscherm

Slide 7 - Quizvraag

Wat doet de harde schijf in een PC?
A
Deze voert alle berekeningen uit
B
Hierop worden bestanden opgeslagen
C
Deze zorgt dat de onderdelen stroom krijgen
D
Deze maakt de computer sneller

Slide 8 - Quizvraag

Een Muis is een vorm van?
A
Input
B
Output

Slide 9 - Quizvraag

Speakers zijn een vorm van?
A
Input
B
Output

Slide 10 - Quizvraag

Wat is sneller, een SSD of een harde schijf?
A
SSD (Solid State Drive)
B
harde schijf
C
SSD en harde schijf zijn even snel

Slide 11 - Quizvraag

een Harde schijf is een voor beeld van?
A
Randapparatuur
B
Software
C
Hardware

Slide 12 - Quizvraag

Hoe heet deze aansluiting?
A
USB
B
WiFi
C
Ethernet
D
VGA

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een cloud-omgeving?
A
Het internet
B
Een netwerk
C
Opslagruimte op je computer
D
Locatie waar je op afstand dingen kunt opslaan

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een voordeel van Cloud opslag?
A
goedkoper
B
Je kunt overal bij je bestanden
C
Het is veiliger
D
Je hebt geen internet nodig

Slide 15 - Quizvraag

Excel
Forms
Word
Powerpoint
Teams

Slide 16 - Sleepvraag

Wat is dit?
A
de kiezer
B
de muiswijzer
C
de map
D
de taakbalk

Slide 17 - Quizvraag

Wat gebruik ik voor het internet?
A
Een taakbalk
B
Een muiswijzer
C
Een browser
D
Het bureaublad

Slide 18 - Quizvraag


Hoe heet dit?
A
Windows start
B
Windows verkenner
C
de map
D
een bestand

Slide 19 - Quizvraag

Hoe noemen we dit scherm?
A
de computer
B
het bureaublad
C
de menu
D
het bestand

Slide 20 - Quizvraag

wat voor soort computer is dit?
A
een Tabloid
B
Een Ipad
C
Een Supercomputer
D
Een Laptop

Slide 21 - Quizvraag

Extra Vragen
Nu komen er 11 vragen over onderwerpen die we nog niet besproken hebben!
Kijk eens hoeveel je stiekem al weet!

Slide 22 - Tekstslide

Wat betekent dit symbool?
A
Uploaden
B
Downloaden
C
Verwijderen
D
Uitgang

Slide 23 - Quizvraag

Hoe heet je Word bestand als je deze geen naam geeft?
A
Document
B
Presentatie
C
Sheet
D
Blad

Slide 24 - Quizvraag

Wat betekent dit symbool :
A
Cursief gedrukt
B
Onderstrepen
C
Vet gedrukt
D
Schuin gedrukt

Slide 25 - Quizvraag

Wat kan je doen met dit symbool:
A
tekst onderstrepen
B
tekst vetgedrukt maken
C
tekst cursief maken
D
tekst groter maken

Slide 26 - Quizvraag

Wat kun je met dit symbool doen:
A
tekst vetgedrukt maken
B
tekst onderstrepen
C
tekst een andere kleur geven
D
tekst cursief maken

Slide 27 - Quizvraag

Hoe verander ik de kleur van mijn lettertype?
A
B
C
D

Slide 28 - Quizvraag

Waar staat de afkorting AI voor?
A
Algemene Informatie
B
Artificial Information
C
Artificial Intelligence
D
Accurate Informatie

Slide 29 - Quizvraag

Wat gebeurt er als je in een niet-opgeslagen document ALT+F4 drukt?
A
Word vraagt of je het document wilt opslaan
B
Het document sluit
C
Het document slaat zichzelf op
D
Niets

Slide 30 - Quizvraag

Waar sla je je documenten van school op, zodat je ze niet kwijt kan raken?
A
Op mijn eigen laptop
B
Op mijn Google Drive
C
Op mijn USB-stick
D
Op mijn OneDrive

Slide 31 - Quizvraag

Wat doen Cookies?
A
Een klein bestandje op jouw laptop opslaan met gebruiksgegevens
B
Gebruiksdata opslaan bij de bouwer van de website
C
Advertenties tonen op basis van mijn internetgebruik
D
Data verzamelen over gebruikers van Facebook-apps

Slide 32 - Quizvraag

Kopiëren
knippen
plakken
CTRL + C
CTRL + V
CTRL + X

Slide 33 - Sleepvraag

Zelfstandig werken
Je hebt nu nog tijd om een van de volgende dingen te doen:
  • Werken aan een ander vak
  • Lezen in een Boek
  • Een rekenspelletje
  • Iets leerzaams op de computer (Lingo, Schaken o.i.d.)

Slide 34 - Tekstslide