A4 WB Hfst 3.5C

• Wiskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

A4 WA H10 voorkennis

Planning van deze les

• Terugkijken naar de vorige les
• Uitleg nieuwe leerdoelen
• Werken aan hw als er tijd over is.

Leerdoel van de vorige les

Paragraaf 3.4: Vergelijkingen in de meetkunde

• Ik kan met behulp van de stelling van Pythagoras meetkundige vraagstukken oplossen.

In de figuur hiernaast is een ringvormige gracht getekend
waarin precies een rechthoekig vlot past.
Het vlot is 56 meter lang en half zo breed als de gracht.
De straal van de binnencirkel van de gracht is 37 meter.
Hoe breed is de gracht?

Leerdoel van deze les

Paragraaf 3.5: De sinusregel en de cosinusregel

• Ik kan met behulp van de cosinusregel in driehoeken onbekende zijden of hoeken berekenen.

Waarom kun je hoek A in de
figuur niet met de sinusregel
berekenen?

Waarom kun je QR in
de figuur niet met de
sinusregel berekenen?

Even zelf proberen

Er zit een addertje onder het gras:

Van ∆ABC is AC = 4, BC = 6 en ∠C=60°.
Bereken AB.

Van ∆KLM is KL = 8, LM = 7 en ∠M=120°.
Bereken KM.
Rond je antwoord af op twee decimalen

Wanneer gebruik je wat?

Rechthoekige driehoek:

- 2 zijden bekend en derde wil je berekenen -> Pythagoras

- 2 zijden bekend en onbekende hoek berekenen -> SOLCALTOA

- 1 zijde en 1 hoek bekend, zijde berekenen -> SOLCALTOA

Niet rechthoekige driehoek:

- 2 zijden en 1 hoek bekend, 2e hoek berekenen -> sinusregel

- 1 zijde en 2 hoeken bekend, 2e zijde berekenen -> sinusregel

- 2 zijden en 1 hoek bekend, 3e zijde berekenen -> cosinusregel

- 3 zijden bekend, 1 hoek berekenen -> cosinusregel

Huiswerk voor deze paragrafen

Zorg dat je het volgende leerdoel beheerst:

• Ik kan met behulp van de cosinusregel in driehoeken onbekende zijden of hoeken berekenen.

Bestudeer hiervoor theorieblok 3.5C en het voorbeeld en maak van opdrachten 80b t/m 82 van paragaaf 5 van hoofdstuk 3.