Spelling 30 september

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Waar staat de tegenwoordige tijd?
A
wij staren
B
wij staarden
C
wij hebben gestaard

Slide 2 - Quizvraag

Waar staat de tegenwoordige tijd?
A
Jip zwom
B
Jip heeft gezwommen
C
Jip zwemt

Slide 3 - Quizvraag

Waar staat de tegenwoordige tijd?
A
Ilse reed
B
Ilse rijdt
C
Ilse heeft gereden

Slide 4 - Quizvraag

Waar staat de tegenwoordige tijd?
A
zij miauwde
B
zij hebben gemiauwd
C
zij miauwt

Slide 5 - Quizvraag

Waar staat de tegenwoordige tijd?
A
Mo trommelt
B
Mo trommelde
C
Mo heeft getrommeld

Slide 6 - Quizvraag

Waar staat de tegenwoordige tijd?
A
ik kuch
B
ik kuchte
C
ik heb gekucht

Slide 7 - Quizvraag

Verleden tijd
Voltooide tijd
ik wenste
ik bedankte
hij heeft geblazen
ik heb gemorst
jullie vertelden
zij hebben besteld

Slide 8 - Sleepvraag

politiewoord

Slide 9 - Woordweb

centwoord

Slide 10 - Woordweb

kilowoord

Slide 11 - Woordweb

Dictee

Slide 12 - Open vraag

Dictee

Slide 13 - Open vraag

Dictee

Slide 14 - Open vraag

Dictee

Slide 15 - Open vraag

Dictee

Slide 16 - Open vraag

Dictee

Slide 17 - Open vraag