Spaanse feestdagen

Spaanse feestdagen 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Spaanse feestdagen 

Slide 1 - Tekstslide

El dia 6-01 
  •  De dag van de drie koningen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer vieren ze in Spanje de drie koningen?
A
seis de marzo
B
seis de febrero
C
siete de enero
D
seis de enero

Slide 4 - Quizvraag

Wat wordt er NIET gebruikt om snoep te vangen?
A
Schoenendozen
B
Boodschappen tassen
C
Een paraplu
D
Petten/hoeden

Slide 5 - Quizvraag

El dia 12-10 
  • De dag van Spanje

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Welke gebeurtenis vieren we hier?
A
Dat Columbus vertrok naar Amerika
B
Dat Columbus jarig was
C
Dat Columbus Amerika had ontdekt
D
Dat Columbus terug kwam van zijn expeditie

Slide 8 - Quizvraag

Deze dag wordt alleen in Spanje gevierd.
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 9 - Quizvraag

El dia 19-03
  • Vaderdag  

Slide 10 - Tekstslide

Wat is er anders aan Vaderdag in Spanje?
A
Het is nooit op een zondag
B
Het is geen vrije dag
C
Het valt ieder jaar op dezelfde datum
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 11 - Quizvraag

Hoe wordt Vaderdag ook wel genoemd?
A
San Papa
B
San Jose
C
San Juan
D
San Luis

Slide 12 - Quizvraag

Los días 15-03 a 19-03
  • Semana de Fallas 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Waar worden Las Fallas gevierd?
A
In meerdere steden
B
In alle steden uit de provincie Valencia
C
Alleen in de stad Valencia
D
Alleen in de dorpen van Valencia

Slide 15 - Quizvraag

Wat is er zo speciaal aan de beelden van Las Fallas?
A
De beelden worden verbrand
B
De beelden worden gesponsord door de wijk
C
De beelden zijn meters hoog
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 16 - Quizvraag

Los días 6-07 a 14-07
  • Los Sanfermines 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Hoeveel 'encierros' zijn er gedurende de feesten?
A
9
B
8
C
4
D
7

Slide 19 - Quizvraag

Hoe wordt het feest ingeluid?
A
Met een kerkdienst om 12 uur
B
Met een vuurpijl om 12 uur
C
Met een concert om 12 uur
D
Met een pistool schot om 12 uur

Slide 20 - Quizvraag