1. Taalvaardigheden: lezen, luisteren, schrijven, spreken, fictie, ...
2. Taalkennis: Spelling, grammatica, formuleren, woordenschat, taalbewustzijn, ...
3. Vaardigeden: begrijpen, analyseren, interpreteren, discussiëren, samenvatten, ...
4. Ontwikkeling identiteit: kritisch denken, samenwerking, motivatie, ...