Les 1, introduction ch1 + A écouter (13-01) A1A


Ga zitten volgens de plattegrond.
Pak je werkboek, aantekeningenschrift en etui.

Ga lezen in je Nederlands boek of steek je vinger op voor een nieuwe woordzoeker.

Aujourd'hui, c'est lundi
A1A
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les


Ga zitten volgens de plattegrond.
Pak je werkboek, aantekeningenschrift en etui.

Ga lezen in je Nederlands boek of steek je vinger op voor een nieuwe woordzoeker.

Aujourd'hui, c'est lundi
A1A

Slide 1 - Tekstslide

Le programme:
- Start chapitre 3
- A, regarder
- Uitspraak vocabulaire A
- Au travail




Slide 2 - Tekstslide

Est-ce que tout le monde est présent?
- Zijn we compleet? Wie missen we?

Slide 3 - Tekstslide

Kennismaken hoofdstuk 3:
Sympa le collège

Slide 4 - Tekstslide

Introductie:
Wat? Klassikaal maken we exercice 1A

Welke dingen zijn hetzelfde in Nederland en Frankrijk? Zie je ook verschilen?
Ouvre le livre à la page cent

Slide 5 - Tekstslide

A, écouter
Ouvre le livre à la page 102

Slide 6 - Tekstslide

Klassikaal aan het werk:
Wat? Samen maken we exercice 5AB

Hierna bespreken we de exercices klassikaal en kijk je het na.


Slide 7 - Tekstslide

Au travail:
Wat? Fais exercice 1B + 3 + 4A + 6AB + 7AB 
Hoe? Zelfstandig of in tweetallen (fluisteren)
Tijd? Tot het einde van de les
Klaar? Ga Slim Stampen vocabulaire A

Slide 8 - Tekstslide

Les devoirs (huiswerk):
- Faire: 1B + 3 + 4A + 6AB + 7AB 
- Apprendre: Vocabulaire A

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Blooket A

Slide 11 - Tekstslide

Kennismaken hoofdstuk 3:
Wat ga je doen? Je krijgt 45 seconden om antwoord te vinden op 2 vragen
1) Wat is het onderwerp/thema van hoofstuk 3
2) Welke grammatica wordt behandeld in hoofdstuk 3
Na 45 seconden krijgt een willekeurige leerling de beurt.
Sympa le collège
timer
0:45

Slide 12 - Tekstslide

Welke woorden ken je al over het thema 'familie / jezelf voorstellen / dieren / huis'?

Pak een stift van het bureau en schrijf het woord op het whiteboard.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide