Paragraaf 5.4 wortels herleiden

Wortels
Vandaag leren wij om het quotiënt te berekenen van wortels. 
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wortels
Vandaag leren wij om het quotiënt te berekenen van wortels. 

Slide 1 - Tekstslide

Een factor voor het wortelteken brengen.
64=
Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c

Slide 2 - Tekstslide

Een factor voor het wortelteken brengen.
64=24
Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c

Slide 3 - Tekstslide

Een factor voor het wortelteken brengen.
64=24
Nu gaan we het omgekeerde doen.
Om een factor voor het wortelteken te krijgen. 
Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c

Slide 4 - Tekstslide

Een factor voor het wortelteken brengen.
64=24
Nu gaan we het omgekeerde doen.
Om een factor voor het wortelteken te krijgen. 
24=
Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c

Slide 5 - Tekstslide

Een factor voor het wortelteken brengen.
64=24
24=46
Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c

Slide 6 - Tekstslide

Een factor voor het wortelteken brengen.
64=24
24=46=26=
Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c

Slide 7 - Tekstslide

Een factor voor het wortelteken brengen.
64=24
24=46=26=26
Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c

Slide 8 - Tekstslide

Een factor voor het wortelteken brengen.
64=24
24=46=26=26
Breng altijd een zo groot mogelijke factor voor het wortelteken. 
Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c

Slide 9 - Tekstslide

Een factor voor het wortelteken brengen.
Om een factor voor het wortelteken te brengen, heb je een kwadraat nodig. 
Daar kan je namelijk de wortel van trekken. 
Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c

Slide 10 - Tekstslide

Aantal voorbeelden:
80=
Aantal voorbeelden
328=
32610=
Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c

Slide 11 - Tekstslide

Aantal voorbeelden:
80=165=
Aantal voorbeelden
328=
32610=
Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c

Slide 12 - Tekstslide

Aantal voorbeelden:
80=165=45
Aantal voorbeelden
328=
32610=
Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c

Slide 13 - Tekstslide

Aantal voorbeelden:
80=165=45
Aantal voorbeelden
328=347=
32610=
Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c

Slide 14 - Tekstslide

Aantal voorbeelden:
80=165=45
Aantal voorbeelden
328=347=327=
32610=
Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c

Slide 15 - Tekstslide

Aantal voorbeelden:
80=165=45
Aantal voorbeelden
328=347=327=67
32610=
Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c

Slide 16 - Tekstslide

Aantal voorbeelden:
80=165=45
Aantal voorbeelden
328=347=327=67
32610=1820=
Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c

Slide 17 - Tekstslide

Aantal voorbeelden:
80=165=45
Aantal voorbeelden
328=347=327=67
32610=1820=1845=
Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c

Slide 18 - Tekstslide

Aantal voorbeelden:
80=165=45
Aantal voorbeelden
328=347=327=67
32610=1820=1845=1825=
Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c

Slide 19 - Tekstslide

Aantal voorbeelden:
80=165=45
Aantal voorbeelden
328=347=327=67
32610=1820=1845=1825=365
Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c

Slide 20 - Tekstslide

Herleid
36=
A
18
B
3
C
32
D
9

Slide 21 - Quizvraag

Herleid

31143=
A
733
B
1233
C
411
D
123

Slide 22 - Quizvraag

Herleid

6549=
A
2445
B
725
C
2445
D
725

Slide 23 - Quizvraag

Wortels delen.
Voor het delen van wortels geldt:
Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c
ba=ba

Slide 24 - Tekstslide

Wortels delen.
Voor het delen van wortels geldt:

Voorbeeld:

Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c
ba=ba
26=

Slide 25 - Tekstslide

Wortels delen.
Voor het delen van wortels geldt:

Voorbeeld:

Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c
ba=ba
26=26=

Slide 26 - Tekstslide

Wortels delen.
Voor het delen van wortels geldt:

Voorbeeld:

Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c
ba=ba
26=26=3

Slide 27 - Tekstslide

Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c
Andere voorbeelden.
721=
2353=
6548=

Slide 28 - Tekstslide

Herleid:

318
A
18
B
9
C
3
D
6

Slide 29 - Quizvraag

Herleid:

540
A
22
B
8
C
35
D
200

Slide 30 - Quizvraag

Wortel van een breuk.
Worteltrekken van een breuk gaat als volgt.

Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c
254=

Slide 31 - Tekstslide

Wortel van een breuk.
Worteltrekken van een breuk gaat als volgt.

Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c
254=254=

Slide 32 - Tekstslide

Wortel van een breuk.
Worteltrekken van een breuk gaat als volgt.

Uitleg:
paragraaf 5.4a
paragraaf 5.4b
paragraaf 5.4c
254=254=52

Slide 33 - Tekstslide

Nu zelf aan de slag!
  • Aan de slag


  • Klaar? nakijken.
timer
10:00

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide