KT1 theorie week 36, introductie - anatomie het hart

Anatomie, Fysiologie en Pathologie 
Het hart                                                         
KT1 Theorie
Week 36 
Introductie
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
KT1 theorieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Anatomie, Fysiologie en Pathologie 
Het hart                                                         
KT1 Theorie
Week 36 
Introductie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesindeling
-Welkom / Osiris
-Theorie anatomie van het hart - zelfstudie
- Opdrachten
-Bespreken opdrachten
-Afsluiten 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BOEK
 Medische terminologie Anatomie en fysiologie 

Hoofdstuk 6 :
M.u.v. begrippen diffusie en osmose (blz.65)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tractus circulatorius
Circulatiestelsel: transporteren van bloed
  • Zuurstof en brandstof naar cellen vervoeren; 
  • Afbraakproducten afvoeren; 
  • Het lichaam op temperatuur houden; 
  • Bescherming tegen ziektekiemen; 
  • Samenstelling bewaken van de vloeistof
    in de extracellulaire ruimte; 

Slide 5 - Tekstslide

Hart is de pomp die ervoor zorgt dat het bloed door het lichaam gepompt wordt.

Komende weken gaan we hier dieper op in en zal je meer leren over het hart en de bloedsomloop.
Het hart/cor
Het hart (cor): Holle spier die het bloed het lichaam rondpompt
  • Ter grootte van een vuist
  • In de borstkas (thorax) 
  • In de ruimte tussen de ribben (mediastinum)
  • Hartpunt (apex) is naar links gericht
  • Hart ligt op middenrif (diafragma)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De hartwand (blz. 62)
Het hart bestaat uit verschillende lagen weefsel:
  • Endocard: binnenbekleding van het hart
      - Vormt ook de hartkleppen
  • Myocard: Het spierweefsel van het hart
      - Spierweefsel is dikker aan de linker kant (waarom?)
  • Epicard en Pericard: Hartzakje (2 lagen)
      - Bevat vloeistof in de pericardholte

Slide 9 - Tekstslide

Epicard en Pericard (hartzakje) bestaat uit twee lagen. Tussen deze twee lagen zit vloeistof (in de pericardholte) waardoor de lagen over elkaar kunnen bewegen en het hart soepel kan uitzetten tijdens het kloppen. Het binnenste laagje van het hartzakje (dus het laagje tegen het hart aan) heet het epicard

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Begrippen van het hart

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen
Atrium: Boezem
Ventrikel: Kamer
Sinister: Links
Dexter: Rechts
Vena(e): Ader(s)
Arteria(e): Slagader(s)
Pulmonalis: Long
Aorta: Lichaamsslagader
Septum cordis: Tussenschot

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen
Valvae=kleppen
AV-kleppen: Atrioventriculair
  • Tricuspidalisklep
  • Mitralisklep
  • Papillairspieren/peesdraden
Semilunaire kleppen: halvemaan- vormig
  • Aortaklep
  • Pulmonalisklep

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
  •   Vragen het hart  


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiten
AFP lessen:
-zie het moduleboek (wordt op Cumlaude geplaatst)
-vragen? --> mailen
-rooster in moduleboek niet altijd kloppend - 1 AFP les betreft 2    lesuren.

Vragen? 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hartklep open

Tussen de boezems en de kamers zitten hartkleppen.

Open: 
Er stroomt bloed vanuit de boezems in de kamers.
open
open

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hartklep dicht
Tussen de boezems en de kamers zitten hartkleppen.

Dicht: 
Er stroomt bloed uit de kamers.
Er kan geen bloed terugstromen naar de boezems.
De wanden van de kamers zijn dikker dan die van de boezems omdat vanuit de boezems alleen naar de kamers wordt gepompt. De linkerkamer is het meest gespierd, van hieruit wordt het bloed naar heel het lichaam gepompt (behalve de longen).
De wanden van de rechterkamer is wat minder gespierd omdat van hieruit het bloed alleen naar de longen wordt gepompt.
dicht
dicht

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Halvemaanvormige kleppen open
Aan het begin van de longslagader (1) en de aorta (2) zitten halvemaanvormige kleppen.

Open
Er stroomt bloed vanuit de kamers
in de slagaders:

- de longslagader
- de aorta
De wanden van de kamers zijn dikker dan die van de boezems omdat vanuit de boezems alleen naar de kamers wordt gepompt. De linkerkamer is het meest gespierd, van hieruit wordt het bloed naar heel het lichaam gepompt (behalve de longen).
De wanden van de rechterkamer is wat minder gespierd omdat van hieruit het bloed alleen naar de longen wordt gepompt.
beide open
1
2
zuurstofarm
zuurstofrijk

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Halvemaanvormige kleppen: dicht
Aan het begin van de longslagader en de aorta zitten halvemaanvormige kleppen.

Dicht: Het bloed kan niet terugstromen naar de kamers
beide dicht

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

opdracht: schrijf de cijfers op en zoek in je boek/medilect op wat wat is. Hoe noem je de onderdelen van het hart?