hoofdstuk 5.1 planten

hoe was paasweekend?
1 / 35
volgende
Slide 1: Woordweb
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

hoe was paasweekend?

Slide 1 - Woordweb

wie is meneer de Jong?

Slide 2 - Woordweb

wat is een kwaliteit of herinnerpunt over jou? dus ik ga graag vissen bv.

Slide 3 - Open vraag

Hoofdstuk 5 - Planten

Slide 4 - Tekstslide

5.1 - Planten bekijken
Programma:
1. opening
2. Lesdoelen
3. Wat weet jij er al van?
4. Vragen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Waar denk jij aan bij 'planten'?

Slide 7 - Woordweb

5.1 Lesdoelen
* Je kan benoemen uit welke delen een plant
en een plantencel bestaan

Slide 8 - Tekstslide

Uit welke organen bestaat een plant?
1. wortels:
water & mineralen // stevigheid 
2. Stengel:
stevigheid & transport
3. Bladeren:
nerven (vervoer) & bladmoes -> energie maken
4. Bloemen: voortplanting (zaden voor voortplanting)

Slide 9 - Tekstslide

Cellen en weefsels
Orgaan van plant : een onderdeel van de plant met een taak.

bv een blad. ->
 ontelbaar veel cellen

Weefsel: laag cellen met zelfde vorm en functie . 

Slide 10 - Tekstslide


Een bloem is een .... van de plant.
A
organisme
B
orgaan
C
lichaamsdeel
D
weefsel

Slide 11 - Quizvraag

Met welk orgaan maakt de plant zijn eigen voedingsstoffen?
A
Wortel
B
Blad
C
Stengel
D
Bloem

Slide 12 - Quizvraag

Zien alle cellen van een plant er hetzelfde uit?
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quizvraag

Hoe noem je een groep cellen van een plant met dezelfde vorm en taak?
A
cytoplasma
B
orgaan
C
weefsel
D
cel

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Waaruit bestaat een plantencel?
1. Celwand = stevige laag om de cel heen
2. Celmembraan: vlies óm cytoplasma
3. Cytoplasma: Hierin liggen de kern en bladgroenkorrels
4. Celkern: regelt alles wat in de cel gebeuren moet
5. Vacuole: blaasje dat volgepompt is 
met water -> Stevigheid.
6. Bladgroenkorrels: Maken voedingsstoffen voor de plant

Slide 16 - Tekstslide

Fotosynthese
https://www.youtube.com/watch?v=UZekhzGqBt0   

Een plant kan dus zijn éigen voedsel maken,
dankzij Co2, water en licht. 

**komt later dit hfst terug

Slide 17 - Tekstslide

Hoe noem je de stroperige vloeistof in de plantencel, waarin de celkern en bladgroenkorrels liggen?

Slide 18 - Open vraag

Hoe noem je de 'directeur' van de cel; die alles regelt wat er in de cel gebeuren moet?

Slide 19 - Open vraag

Een dierencel (en dus ook de cellen van mensen) hebben iets NIET, wat een plantencel wél heeft...
A
cytoplasma
B
celkern
C
bladgroenkorrels
D
celmembraan

Slide 20 - Quizvraag

Wat leerde je deze les?
Gebruik minstens 2 begrippen :)

Slide 21 - Woordweb

Heb jij nog vragen?
A
Niet echt, maar ik kom nog wel even bij KWT-biologie.
B
Nee. Ik maak eerst mijn huiswerk.
C
Ja. (steek je vinger op ;) )

Slide 22 - Quizvraag

Aan de slag!
Maak komende week de
opdrachten van 5.1  

-> tips om te plannen (huiswerk opdelen) staan in het huiswerk van magister. :)   

** Het kan zijn dat je wat meer, of minder opdrachten moet maken dan je buurvrouw/buurman. Dat komt omdat de methode de leerroute kiest die bij jouw niveau past! :) 

Slide 23 - Tekstslide

Hoe blijft een plant rechtop?
Boom : dikke harde stengel met houtcellen
houtcellen: dikke, stevige celwanden zónder cytoplasma,
zónder acuole, zonder tussenwanden -> cellen zijn als buisjes
Houtachtige planten: planten stevig door houtcellen.

Tulpen, madeliefjes, etc: water nodig voor stevigheid.
Stengel zuigt vol met water -> in vacuole ->
drukt tegen celwand = stevige cel (binnenband fiets)
Kruidachtige planten: stevig door water in vacuole

Slide 24 - Tekstslide

Als de houtachtige plant geen water krijgt, blijven de takken nog rechtop- door de houtcellen. Alleen de bladeren hangen slap; zij hebben geen houtcellen. 

Slide 25 - Tekstslide

Hoe noem je het deel van een plantencel dat zich volzuigt met water,
zodat de bloemen in de tuin rechtop staan?
A
Celmembraan
B
Vacuole
C
Celwand
D
Celkern

Slide 26 - Quizvraag

Wat is geen voorbeeld van een houtachtige plant?
A
Dennenboom
B
Appelboom
C
Beukenboom
D
Margriet

Slide 27 - Quizvraag

Sleep de woorden naar de juiste plek
bloem
wortels
blad
stengel

Slide 28 - Sleepvraag

Wat zie je op de foto?
A
organisme
B
orgaan
C
weefsel
D
cel

Slide 29 - Quizvraag

Sleep de taken naar de juiste plek
1. Dit orgaan is voor de voortplanting. Hier ontstaan zaden, waaruit nieuwe planten groeien.
2. Water met mineralen opzuigen en verankering in de grond
3. Hierin lopen de nerven die zorgen voor vervoer van water en stoffen. Tussen de nerven zit bladmoes, daar maakt de plant zijn eigen voedingsstoffen.
4. Dit houdt de plant overeind. Hierin lopen dunne 'buisjes' die water en stoffen naar de bladeren en bloemen vervoeren.

Slide 30 - Sleepvraag

Wat zie je op de foto?
A
organisme
B
orgaan
C
weefsel
D
cel

Slide 31 - Quizvraag

Wat zie je op de foto?
A
organisme
B
orgaan
C
weefsel
D
cel

Slide 32 - Quizvraag

bladgroenkorrel
celmembraan
celkern
vacuole
cytoplasma
celwand

Slide 33 - Sleepvraag

vaker LessonUp in de les?
JA
NEE

Slide 34 - Poll

huiswerk
geen!


Slide 35 - Tekstslide