In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
We onderscheiden 5 'basissmaken'. Welke ken jij?
Slide 1 - Woordweb
Veel giftige stoffen in planten hebben een bittere smaak. Wat zal de functie van deze smaak zijn?
Slide 2 - Open vraag
Slide 3 - Tekstslide
Fenylthiocarbamide (PTC)
Stof die bittere smaakzintuigen stimuleert (of niet)
Genetisch: 70% proeft het (verschilt per bevolkingsgroep)
Komt zelf niet in voedsel voor, verwante verbindingen wel
We hebben meerdere verschillende typen 'bitterzintuigen'.
Slide 4 - Tekstslide
Neus maakt dat we veel meer stoffen kunnen proeven
Slide 5 - Tekstslide
Eén van de klachten van corona is verlies van geur. 80% van de mensen die geurverlies ervaart kan ook minder goed proeven. Leg dit uit.
Slide 6 - Open vraag
Drempelwaarde Sterkte van prikkel (smaak) bepaalt of er een reactie is
Slide 7 - Tekstslide
Jamie en Yotam gaan uit eten. Ze kiezen voor dezelfde maaltijd. Jamie vindt deze zout, Yotam vindt van niet. Wat zegt dat over hun gevoeligheid voor zout?
A
Jamie heeft een hogere drempelwaarde voor zout dan Yotam
B
Jamie heeft een lagere drempelwaarde voor zout dan Yotam
C
Yotam heeft een hogere drempelwaarde voor zout dan Jamie
D
Yotam heeft een lagere drempelwaarde voor zout dan Yotam
Slide 8 - Quizvraag
Over smaak valt te twisten
Slide 9 - Tekstslide
Hoofdstuk 3
We werken t/m week 6 aan 3.1 t/m 3.4.
Toets is woensdag 15 februari
3 februari: Practicum, waarvan je 20/2 een verslag inlevert