4.8 Les 1 t/m 3

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui
  • je leesboek
  • je leerwerkboek deel B
  • je iPad (dicht)


Les 1
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui
  • je leesboek
  • je leerwerkboek deel B
  • je iPad (dicht)


Les 1

Slide 1 - Tekstslide

timer
7:00
Controle: Test Jezelf 2.8
B-boek pagina 79

Slide 2 - Tekstslide

Planning
  • Opstarten 4.8
  • Werkmoment
  • Afsluiten van de les

Slide 3 - Tekstslide

Werken aan:
  • paragraaf 1.8 (A-boek: pv samengestelde zin, leestekens)
  • paragraaf 2.8 (A-boek: pv/vd, leestekens, meervoud zn)
  • paragraaf 3.8 (B-boek): hoofdletters, pv verleden tijd
  • paragraaf 4.8 (B-boek)

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen 4.8 p. 156
  • Je kent je eigen doelen voor spelling (checker maken)
  • Je weet waar je een apostrof, trema en accenten gebruikt.

Slide 5 - Tekstslide

4.8 opdracht 1 pagina 156
timer
1:00

Slide 6 - Tekstslide

Hoofdletters
Aan het begin van een zin of citaat.
Eigennamen en afleiding daarvan. (Italië, Italiaanse pizza)
Feestdagen en historische gebeurtenissen.

Uitzonderingen:
  • 100 meter ver kwam de dief.
  • 's Morgens ben ik nog niet wakker.
  • 't Regent de hele dag.

Slide 7 - Tekstslide

Werkmoment
Maak van 4.8 opdrachten:
  1. b en c
  2. Verbeter de fouten van de e-mail, welke regel hoort erbij?
  3. Hoe lees jij een zelfgeschreven tekst na?
  4. Vul de tabel op pagina 156 in.
  • Denk aan je eerdere e-mail of opdracht 7 en 10 van 3.8

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Afsluiten
Vandaag: 
  • spellingchecker gemaakt
Volgende les: 
  • verder met trema, apostrof en accent

Slide 10 - Tekstslide

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui
  • je leesboek
  • je leerwerkboek deel B
  • je iPad (dicht)


Les 2

Slide 11 - Tekstslide

timer
10:00
Mening over je boek 
tot nu toe?

Slide 12 - Tekstslide

Planning
  • Uitleg trema, apostrof en accenten
  • Aan de slag
  • Afsluiting met Quizlet

Slide 13 - Tekstslide

Trema "
  • Meervoud zn woord op -ee en -ie. 
Ree => reeën    categorie => categorieën    bacterie => bateriën

  • Bij uitspraakverwarring met twee klinkers naast elkaar.
ruine => ruïne    vacuum => vacuüm
buiig =>  niet nodig     financieel => niet nodig
Klinkers zijn: a, e, i, o, u.
p. 159

Slide 14 - Tekstslide

Apostrof '
Emma's boek, HEMA's aanbieding, Amsterdams paaltje
  • Bij bezit. Je schrijft de ' als de uitspraak anders niet klopt.

  • Let op! Is het een sisklank, dan alleen de '.
Max' rugzak, Hans' fiets

Slide 15 - Tekstslide

Apostrof '
  • Meervoud zn met lange klank, vanwege de uitspraak.
autos => auto's, babys => baby's, etappe => etappes
  • Na afleidingen met cijfers en afkortingen.
mp3'tje              vwo'er                   A4'tje
  • Bij weglaten van letters
het => 't            hem => 'm  Ik geef het aan 'm.

Slide 16 - Tekstslide

Accent
Spelling van woorden die je moet weten / leren.

Streepje naar rechts: cliché, café, hé, bij nadruk leggen Dé bank
Streepje naar links: barrière, ampère
Dakje: crêpe, gêne

Aparte lijst staat in Quizlet bij studiewijzer => tentamen P1

Slide 17 - Tekstslide

Werkmoment
Maak van 4.8 opdracht:
  • 5a en 5b
  • 6 (gebruik pagina 160)
  • 7 oefenen met trema
Kijk na via Magister
Klaar? Oefen met Quizlet
of lees in je leesboek.
Opdrachten les 1: 4.8: 1 t/m 4
reeën
naïf

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link

Afsluiting
Deze les:
  • trema, apostrof en accenten
Volgende les:
  • herhalen voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Slide 20 - Tekstslide

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui
  • je leesboek
  • je leerwerkboek deel B
  • je iPad (dicht)


Les 3

Slide 21 - Tekstslide

timer
10:00
Hoe ga jij overtuigen?

Slide 22 - Tekstslide

Planning
  • Opdrachten bekijken
  • Herhalen VD als BN
  • Aan de slag
  • Afsluiting met weektaak

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht 7 p. 160
reeën
naïef
categorieën

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht 8: apostrof
  • Bij bezit. Je schrijft de 's als de uitspraak anders niet klopt. Alleen een ' als....
  • Bij meervoud met lange klank. Auto => auto's.
  • Na cijfers, afkortingen. 'tje / 'er
  • Bij weglaten van letters.

Slide 25 - Tekstslide

Wat betekenen die afkortingen?
ott = onvoltooid tegenwoordige tijd = ik fiets
ovt = onvoltooid verleden tijd = ik fietste
vd = voltooid deelwoord = ik heb gefietst

vd als bn = voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
de groene route => de gefietste route

Slide 26 - Tekstslide

Hoe schrijven?
Zo kort als mogelijk.

De foto is vergroot. (vergroot = vd)
De vergrote foto.
De kat is gered (gered = vd
De geredde kat.

Slide 27 - Tekstslide

Werkmoment
Maak van 4.8 opdracht:
  • 1 tot en met 4 (les 1)
  • 5a en 5b, 6, 7 (les 2)
  • 8, 10 en 11 (les 3)

Klaar? Oefen met Quizlet
of lees in je leesboek.
Opdracht 11 in Word. Inleveren Magister opdrachten. Minimaal 50 woorden. Hele zinnen (niet alleen antwoorden).

Slide 28 - Tekstslide

Afsluiting
Weektaak bespreken

Volgende week:
  • gemaakt
  • nagekeken
  • verbeterd

Slide 29 - Tekstslide