* Je kan een preparaat maken.
* Je kan een preparaat kleuren.
* Je kan de microscoop scherpstellen.
* Je kan een tekening maken volgens de tekenregels.
* Je kan de onderdelen benoemen van dierlijke en plantaardige cellen.
* Je kan de begrippen diffusie, osmose, turgor, plasmolyse uitleggen.
(paragraaf 1.5)
OEFENEN KAN JE DOEN TIJDENS DE R-LES MICROSCOPIE!