17-3 SV 1a

17-3 SV 1A
TOA-toetsen
Schrijven: 5 minuten tekst (free writing)
betoog: zie jij de goede volgorde?
Debatje

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

17-3 SV 1A
TOA-toetsen
Schrijven: 5 minuten tekst (free writing)
betoog: zie jij de goede volgorde?
Debatje

Slide 1 - Tekstslide

Startopdracht
Freewriting 5 minuten
nodig: pen en papier of typen

Slide 2 - Tekstslide

Free writing
Freewriting is continu schrijven, zonder je pen van het papier te halen (of te stoppen met typen). Je schrijft letterlijk alles wat in je hoofd komt op. Je laat je gedachten – rijp en groen – vrij stromen, zonder zelfcensuur en zelfkritiek. De chaos uit je hoofd komt op papier, waarna je in de volgende fase kunt gaan structureren en bijschaven. Of niet… 
Straks deel je jouw verhaal met iemand.


Slide 3 - Tekstslide

1. festival

Slide 4 - Tekstslide

2. geluid

Slide 5 - Tekstslide

3. storing

Slide 6 - Tekstslide

4. bliksem

Slide 7 - Tekstslide

5. organisatie

Slide 8 - Tekstslide

free writing
Ervaringen?

Slide 9 - Tekstslide

Betoog
Terugkijken
opbouw betoog?
opdracht in tweetallen

Slide 10 - Tekstslide

Ballondebat

Slide 11 - Tekstslide

Doel
Leren debatteren

leren argumenten verzinnen

Voorbereiding examen Gesprekken voeren

Slide 12 - Tekstslide

Situatie
Plaats: een heteluchtballon

Probleem: hij zakt langzaam naar beneden

Oplossing: Iemand moet eruit.

Slide 13 - Tekstslide

1. Wie ben je?
Kies een personage, een bekende persoon die jij speelt.
timer
3:00

Slide 14 - Tekstslide

2. Voorbereiding
Bedenk zoveel mogelijk argumenten waarom jij zeker niet overboord moet.

(3 minuten)
timer
3:00

Slide 15 - Tekstslide

3. Debatteer


  • Vorm een groepje (5 personen)
  • Ieder houdt zijn verhaal. Waarom ben ik onmisbaar?
  • De anderen luisteren aandachtig.
  • De jongste begint.
  • Na afloop geef je pas punten.


Slide 16 - Tekstslide

4. Geef elkaar punten
Geef 3  punten aan degene die jij het beste vond.
Geef  2 punten aan de een na beste.
Geef 1 punt aan de twee na beste.

Schrijf je punten met de naam op een briefje (ANONIEM)
Vouw het briefje dicht en leg het in het midden.


Slide 17 - Tekstslide

Wie moet springen?
Tel de punten.

Degene met de minste punten moet uit de ballon springen.

Bij gelijk spel moeten degenen met de laagste punten nog een keer debatteren.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide