In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
PROGRAMME
Absentie
phrases-clés
Introduction chapitre 3
Doelen
Huiswerk
Slide 1 - Tekstslide
Bonjour, comment ça va? Et comment tu t'appelles?
timer
0:30
Slide 2 - Open vraag
Tu es en quelle classe?
timer
0:30
Slide 3 - Open vraag
Tu parles français?
timer
0:30
Slide 4 - Open vraag
Wat ga je leren in periode 3?
Je leert:
Vertellen over je familie;
Vertellen over je huis en je kamer;
familienamen, kleuren en de maanden van het jaar;
de getallen t/m 69;
het werkwoord 'avoir' (hebben);
het bezittelijk voornaamwoord;
Slide 5 - Tekstslide
p. 40 TB
p. 93 WB
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
In welke landen worden er, naast Frankrijk, Frans gesproken in de wereld?
Slide 9 - Woordweb
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Dit hoofdstuk gaan we het hebben over België. Ben jij weleens in België geweest? Zo ja, waar?
Slide 16 - Open vraag
Steden hebben vaak in het Frans een andere naam. Ook in België. Dit zijn Belgische steden. Sleep de juiste Nederlandse namen naar de Franse benamingen.
Bruxelles
Liège
Anvers
Namur
Bruges
Gand
Bastogne
Louvain
Brussel
Leuven
Luik
Gent
Antwerpen
Namen
Bastenaken
Brugge
Slide 17 - Sleepvraag
Veel Franse woorden die te hebben met wonen ken je al uit Nederlands. Vertaal de woorden die je ziet op het plaatje hiernaast.
Slide 18 - Open vraag
Dit hoofdstuk gaat over 'familie' en 'wonen'. Sleep de woorden die te maken hebben met wonen naar 'le logement' en de woorden die te maken met familie naar 'la famille'.
la famille
le logement
les toilettes
la cousine
la cuisine
l'oncle
le fauteuil
les parents
le mur
le plafond
le salon
le cousin
Slide 19 - Sleepvraag
Maken
Introduction opdracht 1, 2, 3 op bladzijde 93-94 van je WB