Les 2 circulatiestelsel

Opfrissen:
Het hart en de bloedsomloop
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Opfrissen:
Het hart en de bloedsomloop

Slide 1 - Tekstslide


Bij één omloop, stroomt het bloed.....
A
1 x door het hart
B
2 x door het hart
C
3 x door het hart
D
niet door het hart

Slide 2 - Quizvraag

Zuurstof opnemen in het bloed en CO2 afgeven aan de lucht is een functie van:
1
A
De grote bloedsomloop
B
De kleine bloedsomloop
C
Het hart
D
De grote- en de kleine bloedsomloop

Slide 3 - Quizvraag

De bloedsomloop
Kleine bloedsomloop: de rechterhelft van het hart pompt het bloed naar de longen. Vanuit de longen stroomt het bloed naar de linkerhelft van het hart.

Grote bloedsomloop: van de linkerhelft van het hart wordt het bloed het hele lichaam doorgepompt en weer terug naar de rechterhelft van het hart. 

Slide 4 - Tekstslide

De bovenste holle ader voert bloed uit het onderlichaam naar het hart toe.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een algemeen kenmerk van alle slagaders?

A
Zij voeren bloed van het hart af.
B
Zij bezitten kleppen in de wand.
C
Zij bezitten een dunne elastische wand.
D
Zij bevatten zuurstofrijk bloed.

Slide 6 - Quizvraag


Bevatten slagaders zuurstofrijk bloed?
A
ja
B
nee
C
soms
D
Ze bevatten alleen heel veel koolstofdioxide

Slide 7 - Quizvraag


Hoe loopt de kleine bloedsomloop
(heel kort)?
A
hart, longen, hart
B
hart, lichaam, hart
C
lichaam, hart
D
longen, hart

Slide 8 - Quizvraag

Via de armslagaders komt er bloed
in je armen en handen.
Bij welke bloedsomloop horen
de armslagaders?
A
bij de grote bloedsomloop
B
bij de kleine bloedsomloop

Slide 9 - Quizvraag


Wat is de functie van het hart?
A
Alle organen voorzien van zuurstof
B
Alle organen voorzien van zuurstof en voedingsstoffen
C
Alle organen voorzien van voedingsstoffen
D
Alle organen voorzien van zuurstof, voedingsstoffen en koolstofdioxide

Slide 10 - Quizvraag

In welk gedeelte van het hart is de wand het dikst?
A
Linkerboezem
B
Linkerkamer
C
Rechterboezem
D
Rechterkamer

Slide 11 - Quizvraag

Hartcyclus
Wat zien we gebeuren?

  1. Samentrekken boezems
  2. Samentrekken kamers
  3. Hart ontspant

Slide 12 - Tekstslide

Vanuit de rechter kamer van het hart ontspringt:

A
De bovenste holle ader
B
De halsslagader
C
De aorta
D
De longslagader

Slide 13 - Quizvraag

De eerste elektrische prikkel in het hart begint bij de:
A
atria
B
av knoop
C
sinusknoop
D
purkinjevezels

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de functie van de kransslagaders?
A
Zuurstof naar het hart brengen
B
Zuurstof bij het hart ophalen
C
Koolstofdioxide naar het hart brengen
D
Koolstofdioxide bij het hart ophalen

Slide 15 - Quizvraag

Wat scheidt de linker- en rechter harthelft?
A
Hart-tussenvlies
B
Hart-tussenspier
C
Hart-wand
D
Hart-tussenwand

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de functie van de hartkleppen?
A
scheiden van O2 arm en O2 rijk bloed
B
het maken van de hartslag
C
voorkomen van terugstromen van bloed
D
hebben geen functie

Slide 17 - Quizvraag

Waar zitten de hartkleppen?
A
Tussen de linker - en de rechterhelft van het hart
B
Tussen het hart en de aorta en longslagader
C
Tussen de boezems en kamers in het hart
D
In de aders die naar het hart toelopen

Slide 18 - Quizvraag