Les 2a en b Week 46

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3,4

Logo tv

We gaan kijken naar een uitzending van logo tv.

Maak tijdens het kijken de opdracht op het blaadje

www.zdf.de

Antworten les 1 Wörter

Übung 2

1. Mineralwasser / Orangesaft / Brötchen

2. Obst / Pfirsche/ Birnen / Kirsche

3. Frühstück

4. die Vorspeise / gekostet/ knusperig

5. Huhn / Blumenkohl

6. eine Dose / eine Tasse / einen stuck Kuchen

7. Getränke

8. Pfeffer / Salz / Senf

9. ein Getränk/ einem Kneipe/ dunkel

10. Nudeln / sauer / Essig

Antworten les 1 Grammatik

Grammatik

Übung 1

1. reserviert      6. besucht

2. gekostet      7. gekocht

3. geredet        8. bestellt

4. telefoniert   9. gewählt

5. gekauft       10. Geschmeckt

Übung 2

1. hat gekocht

2. haben gekauft

3. hat geschmeckt

4. hat besucht

5. haben ausgesucht

6. habe reserviert

7. hat gemacht

8. hat gekostet

9. habe telefoniert

10. hat bezahlt

Lesen

Je werkt in tweetallen.

je krijgt teksten en losse titels. Leg de teksten uit over 2 tafels. Zoek nu de juiste titel bij de tekst en leg deze erboven. Als je klaar bent kom ik langs om te kijken of het klopt.

Dialoog

Seite 7 Pak de vragen erbij, we gaan de dialoog bekijken en tijdens het kijken beantwoorden jullie de vragen. 

Antworten

1. nee

2. bij het raam

3. Twee glazen water met citroen en ijs

4. C

5. B

6. Hij moet nog autorijden

7. Ja het was heerlijk

8. Naast de ingang aan de linkerkant bij de gaderobe

9. Pinnen of contant

10. Een beetje te zoet

11. Ja

Worter

Je gaat nu zelf aan de slag: 

Les 2

Wörter Übung 3, 4 und 5

Lesen Seite 10 und 11.

Hausaufgaben für Morgen/Freitag

Hausaufgaben

Les 2 Wörter  en Lesen 

Seite 9, 10 und 11

Lernen Wörterliste Seite 4 und 5  

 

les 2b

Signaalwoorden les 1 nog doen.

Lezen met de titels

Lezen bespreken 

woordjes overhoren in de les. 

Restaurant

Reisen

Les 2b

Was machen wir heute

• Nakijken les 2
• Kijken en luisteren oefenen
• Lezen
• dialoog les 1
• Wörter

Woorden van tijdsbepaling

Woorden van Tijdsbepaling blz. 9 tekstboek
Dit zijn bijwoorden van tijd.

Er staan 4 woorden niet in je lijst, zet deze er zelf bij met de vertaling

5. Innerhalb = Binnen

6. jetzt = nu

7. Als = toen

8. Bevor = voordat

Deze woorden moet je van het Duits naar het Nederlands herkennen. Dit is handig voor leesvaardigheid. Ze komen ook terug in de toets

• 
  

Woorden van Tijdsbepaling

1. wanneer                 5. Binnen

2. al                               6. nu

3. vandaag                7. toen

4. altijd                        8. voordat

1. Innerhalb               5. immer  

2. jetzt                         6. bevor

3. heute                      7. wann            

4. schon                      8. als

• 
  

Lesen

Seite 27 Textbuch Text 3

Seite 9 Arbeitsheft 

Pak een woordenboek en vertaal alle dikgedrukte woorden op Seite 9

Je krijgt hier een kwartiier voor. 

Eerder klaar dan start je met de Worteropdracht op 

Seite 10 

Übung 3, 4, 5

Lesen

Text 3 1e vraag 'Das Nervt!

Ende des 1. Absatzes, markeer 'Das Nervt" 

De opdrachten doen we samen.

Lees- en luisteropdracht

 .Luister mee naar de potcast en lees de tekst mee. 

Beantwoord na het lezen/luisteren van de tekst de vragen op bladzijde 15

slowgerman.com

Aan de slag met de Hausaufgaben

Maken: Vragen bij de podcast, Seite 15 Arbeitsbuch

Les 3 Wörter en Grammatik.

Seite 18, 19, 20

Leren Wörterliste Seite 9 Woorden met negatieve strekking

 

Spreken oefenen

Jullie krijgen allemaal een kaartje met een vraag of een antwoord. Zoek degene die het antwoord op jouw vraag heeft of de vraag bij jouw antwoord

Als iedereen zijn duo gevonden heeft gaan we het verhaal in de juiste volgorde zetten 

na deze les

moet ik nog meer oefenen met het voltooid deelwoord

Snap ik hoe ik het voltooid deelwoord maak

kan ik het ook aan iemand anders uitleggen

Snap ik het nog niet en wil nog meer uitleg

Het rad geeft aan wie de klant is.

Ik ben de serveerster, ik stel een vraag, de klant die aan de beurt is geeft antwoord. Seite 7 und 8 als je het echt niet meer weet.